#79.

Hij draaide zich zo snel mogelijk om, maar ik had gezien wat ik gezien had. Gelukkig bleef het maar bij zijn achterwerk. Ik kneep mijn ogen dicht en hield voor de zekerheid ook nog eens mijn handen voor mijn ogen. Die arme jongen had niet verwacht dat iemand hem zou lastigvallen en al zeker ik niet. Moest zijn broertje nog binnengekomen zijn, was het minder erg geweest. “Het spijt me”, kraamde ik uit. Ik stond aan de grond genageld. Voor mijn ogen zag ik nog steeds zijn billen voor me dansen. In mijn hoofd vergeleek ik ze met die van Bill. Ik moest toegeven dat ik tot de vaststelling kwam dat Tom wel degelijk iets dikker was, voor zover je hem dik kon noemen. “Je hoeft je ogen niet perse zo gesloten te houden. Ik ben het maar hoor.” “Je bent naakt Tom. Naakt.” “En dan? Je ziet Bill toch ook naakt?” “Dat is anders, dat weet je ook wel”, zuchtte ik. In mijn achterhoofd dacht ik terug aan Bill en aan zijn opgekrulde gestalte in bed. Er ging een pijnlijke steek door me heen toen ik terugdacht aan afgelopen nacht. Ik wist dat ik hem zijn lusten niet zou kunnen blijven ontzeggen. “Mag ik al kijken?” Het klonk bijna als een klein kind dat geconfronteerd zou worden met een of andere verrassing. Het viel me op dat het niet langer regende. Het was muisstil, wat dus ook betekende dat Bill niet wakker geworden was van mijn schreeuw. En dan was ik degene die vanalles uitstak in mijn slaap, maar is hij wel degene die alles miste. “Je mocht de hele tijd al kijken hoor.” Aan de manier waarop ik hem de woorden hoorde uitspreken, wist ik dat er een brede grijns op zijn mond te zien zou zijn. Ik liet mijn handen zakken en liet mijn ogen het licht weer opnemen. Ik zuchtte en rolde met mijn ogen toen ik zag dat hij alleen nog maar half zijn boxer aanhad. “Dat behoort nog altijd tot behoorlijk naakt voor mij.” “Daar zul je het dan toch moeten mee doen”, antwoordde hij. Hij liep langs me heen en streelde vluchtig mijn heup met zijn hand. Hij gaf me een kusje op mijn kruin. “Waarom ben je trouwens zo vroeg op? Kon je niet slapen van het weer?”