Een leven vol leugens. (hp storie) deel 3.
Ik beheerste me, tot we ons in de trappenhal bevonden. Ik begon eerst zachtjes te vloeken, toen steeds harder totdat iemand mijn naam zei. Ik keek in de richting waar ik dacht dat diegene stond. Ik zag professor Anderling staan. Ze wenkte me. ‘Ik zie je zo.’zei ik tegen Harry en liep naar haar toe. ‘Wat is er, professor?’ Ze zei niks, maar gebaarde dat ik haar moest volgen. Toen we in haar kantoortje waren, sprak ze voor het eerst. ‘Je moet voorzichtig zijn wat je zegt tegen wie.’zei ze. Ze keek me bezorgd aan. Ik glimlachte. ‘U lijkt professor Sneep wel. Die zei dat ook al tegen me.’ Ze wist een flauw glimlachje te produceren. ‘Severus heeft me ook verteld wat er is voorgevallen bij Verweer Tegen de Zwarte Kunsten. Je moet echt oppassen bij Omber.’ Ik zuchtte. ‘Ik weet het. Ze werkt op het Ministerie, bla bla bla…’ Ze zuchtte zelf ook. ‘Wij proberen je alleen te helpen Doris, en dan gedraag je je zo. Je zou beter moeten weten. Je gedraagt je onverantwoordelijk. Wees blij dat ze je niet gelijk ondervraagt heeft.’ Ze keek me doordringend aan. ‘Ik zal erop letten, professor. Ik zal me proberen in te houden, maar dan moet zij erop letten dat ze mij of mijn vrienden niet beledigt of uitscheld voor leugenaars. Dan zijn ze bij mij aan het verkeerde adres.’ Ik meende het echt, en professor Anderling zag dat ik het meende. ‘Ga maar naar de leerlingenkamer, voordat Vilder of Omber je zo laat nog ziet rondlopen.’ Ik stond snel op en holde zowat naar de leerlingenkamer. Ik voelde er niks voor om Omber of Vilder tegen het lijf te lopen. Toen ik binnen was, zaten Harry, Ron en Hermelien nog te praten. Ze keken naar Harry’s linkerhand. Ik liep naar ze toe. ‘Wat moest professor Anderling van je?’vroeg Harry toen hij me zag. ‘Dat ik me beter moest gedragen in de buurt van Omber.’ Hij lachte. ‘Dat zou ik inderdaad maar doen. Hermelien weet trouwens iets tegen de pijn.’ Hij haalde zijn hand uit een kom en hield hem me voor. ‘Nee bedankt, ik verzin er morgen wel iets op.’ Hij deed zijn hand er weer in. Ik ging bij hun zitten. ‘Ken jij veel spreuken?’vroeg Hermelien me plotseling. Ik knikte. ‘Je weet niet half hoeveel. Aanvalsspreuken, verdedigingsspreuken, noem maar op. Hoezo?’ ‘O, zomaar. Laten we gaan slapen, we kunnen een goede nachtrust best gebruiken.’ Iedereen stemde in. ‘Ga maar vast, ik kom zo.’zei ik. Ik wou nog een brief afmaken.
Lieve mama,
Het is hier best gaaf. Ik heb me een paar keer bijna verraden, maar gelukkig is niemand er nog achter. Ik heb al mot gehad met de leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten, Dorothea Omber. Ze is een of andere hotemetoot van het Ministerie. Daarom moet ik extra voorzichtig zijn.
Ik ben ingedeeld bij Griffoendor. Ik heb ook nieuwe vrienden gemaakt. Harry Potter, Hermelien Griffel en Ron Wemel. Ik probeer zoveel mogelijk mensen te vriend te houden. Gelukkig ben ik Draco nog niet tegengekomen. Hij zou alles bederven.
Ik mis je heel erg, en hoop dat ik je gauw weer kan zien, ondanks dat je in Askaban zit. Je bent sterk genoeg om het vol te houden, daar twijfel ik niet aan.
Doe de groetjes aan papa en de rest!
Heel veel kusjes,
Doris.
Ik riep mijn uil vanuit het raam, want ik mocht niet meer naar de uilenvleugel. Ik gaf haar mijn brief en zei dat hij snel moest aankomen. Toen vloog mijn inktzwarte uil de inktzwarte nacht in. Ik ging naar de slaapzaal. Hermelien sliep al, net als de rest. Ik deed mijn pyjama aan en ging ook slapen.
Er zijn nog geen reacties.