Verboden (Dark + Raven pov)
Dark pov:
De dood doeners vechten tegen het paarse monster Drappie. Zo te zien is Raven bewusteloos. Leraren en de beste leerlingen vechten tegen de Dooddoeners. Plots is er iets flink mis, Raven is bij maar ze lijkt niet te weten waar ze is, wie ze is en wat ze hier doet.
Raven pov:
Ik open mijn ogen en kijk verward voor mij, ik kan mij niet bewegen. Ik zit vast in een paars slijmerig ding. Ik scherm mijn geheugen af met occlumentie. Dan zie ik gemaskerde mannen, vechten tegen kinderen en leraren. Die mannen zijn vast mijn maten, ik heb net zulke kleding aan, en ik heb het teken dat zij ook op hun armen hebben. Ik probeer mezelf los te krijgen en wurm mezelf in een ongemakkelijke positie. Ik denk er niet aan en mompel iets. Plots draag ik een zwart leren pak, zwarte leren laarzen met een hak, zwarte leren handschoenen. Een zwart leren masker, een leren mantel en een cap over mijn hoofd. Ik pak mijn staf en vuur van binnen uit een destructie straal recht naar beneden. Het monster spat uit elkaar en ik vlieg drie meter omhoog, om vervolgens recht in de armen van een van de mannen te vallen.
“Gatver.”roept deze. Hij laat me vallen en ik krabbel overeind. Zoals verwacht komt het monster bij elkaar. Wat ik niet verwacht had is dat hij recht op mij af komt en behoorlijk verbaasd kijkt. “Meesteres, meesteres? Wat is er mis?”roept hij. Mijn mond dropt open en ik merk dat de mannen ook nogal verbaasd zijn. “Wacht ff ik ben jouw meester?” vraag ik stomverbaasd. “Meesteres, u niet meer weten door klap gemene mannen?”vraagt het monster. Verward schud ik mijn hoofd. “Wat wil je nou zeggen? Dat zij mij geheugen verlies bezorgd hebben ofzo?”vraag ik nog steeds verbaasd. Als het monster knikt begrijp ik er helemaal niks meer van, die gasten zijn toch mijn maten? “Dus je bedoelt dat deze gasten niet mijn maten zijn?”vraag ik rustig. Nu kijken de mannen stomverbaasd naar mij. Het monster schudt zijn hoofd.
“Kan iemand mij dan vertellen, waarom ik dan hetzelfde teken als zij heb?”donder ik naar het monster. Ik stroop mijn mouw op en laat mijn rechter arm zien. Een van de mannen grijpt stom verbaasd mijn pols vast en stroomt zijn eigen mouw op. “Zei is het, ik weet het zeker dit is Estragon.”zegt hij opgewonden. Ik ruk me los en doe mijn mouw goed. “Wie is Estragon?” vraag ik stomverbaasd. “Meid, dat ben jij. Je bent al jaren Dood doener, een van ons een volgeling van Lord Shadow.”zegt de man. “Je verdween plots omdat je geheugen verlies had en dacht dat je goed was. Ja, je bent een prinses en de enige erfgename van de troon en je ben de prinses of war. Maar je bent een van ons en de rechter hand van Lord Shadow.”legt de man uit.
“Ach zo en nu door die klap weet ik alles weer.”zeg ik rustig. De man knikt en kijkt dan naar het monster. “Maar, kan dat ding weg het is nogal smerig.”zegt hij. “Je bent toch niet bang voor Drappie?”vraag ik grinnikend. “Nee, zolang hij uit mijn buurt blijft.”meld ik. “Hij gaat niet weg, Drappie gaat mee.”vertel ik hem rustig. Drappie maakt zichzelf kleiner en propt zichzelf in een van mijn zakken. De Dood doener pakt mijn arm vast en verdwijnseld. Niet veel later landen we in een heel groot bos. “Vanaf hier moeten we lopen, we kunnen niet binnen verschijnselen.”zegt hij rustig. “Wacht even Dork, straks herkennen ze haar niet, wat dan?”vraagt een man. “Rustig aan ze hoort bij mij, we waren vroeger al maatjes.”zegt de man die mij vast heeft. We beginnen telopen en na een tijdje sta ik stil.
“Is de locatie veranderd? Want ik herken echt niks hier.”zeg ik rustig. Meteen draaien ze zich om. “De omgeving is anders geworden, ja een of andere idioot vond het leuk om bomen en planten te laten groeien. Maar de locatie is niet veranderd. Er zwerven hier in dit bos overal enge monsters rond en dat beschermt ons grotendeels.”zegt Dork. Ze willen verder lopen als ik plots met een luide pijnkreet omhoog spring. Een paar verlammings spreuken worden afgevuurd en tien lelijke mannetjes ploffen op de grond. Ik ruk een pijl uit mijn arm en vloek hardop. “Wat zijn dat voor een lelijke mormels, het lijken wel gemuteerde kabouters.”mopper ik kwaad. “Zijn het ook, Jules vondt het wel grappig.”zegt Tork rustig. “Moeten we het genezen?”vraagt hij dan.
Ik leg mijn hand op de wond en mompel wat, een blauwe gloed is te zien en de wond geneest. Ik repareer mijn kleding en sla de mantel stevig om mij heen. “Laten we snel verder gaan het is donker.”meld Dork met een onheilspellende blik in zijn ogen. “Is het volle maan?”vraag ik rustig. “Ja, hoezo, er zitten hier weerwolven maar die doen ons niks.”zegt Jules. Ik hef mijn hoofd op en voel onder mijn masker. “O fuck, heel fijn. Als ik jullie was zou ik in een boom gaan zitten.”zeg ik kalm. Ik verander langzaam in een wolf en begin luid te huilen. Oe heey leuk ik val niemand aan, oja heb net gegeten. “Wow Raven je bent nogal zilver en lichtgevend.”zegt Tork lichtelijk verbaasd. Ik spring hem omver en grinnik. “Wat dacht jij dan? Dat ik bruin of zwart zou worden?”vraag ik sarcastisch.
Ik ga van hem af en grappig genoeg verstaan ze mij. “We blijven hier en gaan slapen, en Raven beheers jezelf.”moppert Dork als ik aan een tak ga kluiven. “Leg voor de zekerheid wat eten neer.”zeg ik kalm. “Goed, heel slim idee.”zegt Jules. Ze leggen een berg vlees neer en gaan dan liggen, niet veel later slapen ze. Ik ren wat rond, een eindje van ze vandaan. Rond 3 uur in de nacht kan ik weer terug veranderen en dat doe ik ook meteen. Als ik vlak bij ze ben wordt ik van achter vastgepakt en op de grond gesmeten. Ik verzet me uit alle macht en bijt in de hand die voor mijn mond zit. Mijn belager slaakt een zachte gesmoorde kreet. Ik schreeuw van de pijn als hij mij een knal verkoopt. Meteen daarna voel ik de pijn van een martel vloek. Er klinken voetstappen, die ik wel kan horen maar mijn belager niet.
“Laat je staf vallen!”roept de stem van Jules dwingend. “Shit Dood doeners weg wezen.”roept een stem. Ik wordt overeind gesleurd en ik zie Jules en Dork woedend kijken. “Laat haar los.”zegt Jules met een kille dreigende stem. Op eens krijg ik een idee. Ik stop met spartelen en maak me zoslap mogelijk. Ik wordt over iemands schouder heen gegooid en die iemand begint heel hard te rennen. Ik grijp mijn kans en leg mijn handen op zijn rug. Ik mompel iets en hij begint te krijsen van de pijn. Hij valt op de grond en ik kom overeind. Ik verbreek de verbinding tussen hem en mij en sla zijn maatje tegen de grond aan. Jules, Dork, Tork en de rest komen mij te hulp. De twee belagers worden vermoord en ik zak uitgeput in elkaar.
Jules helpt mij overeind en we lopen richting het grote kasteel. De brug gaat naar beneden en we lopen naar binnen. “Ik kan echt niet meer.”zeg ik zacht. “Nog even volhouden, je kan zo eten.”zegt Jules zacht. Plots schiet me iets te binnen. “Jules? Hebben wij soms iets speciaals met elkaar?’vraag ik zacht. Hij stopt met lopen en kijkt mij aan. “Ja, wij gingen altijd veel met elkaar om, we maakte samen lol, gingen samen op missies en we zagen elkaar als broer en zus.”zegt hij zacht. “Kom op Jules, Lord Shadow verwacht ons.”roept Dork. Jules die in de gaten heeft dat ik echt niet meer verder kan ondersteund me nu zo veel mogelijk. We lopen de troonzaal in en ik zie een man met zwart haar en groene ogen op de troon zitten. Naast hem staan twee kleinere tronen. “Jules fijn je te zien, kom zitten.”zegt de man die dus Lord Shaodw is. Jules laat me los en loopt naar de man. Hij gaat aan de linker kant van hem zitten en ze praten zacht.
Wankel sta ik, terwijl de andere diep buigen. “Wie is dat, waarom buigt hij niet?”buldert Lord Shadow. Een fel rode flits schiet door een raam heen en mist mij op een haar na. “Wel godver…”begint Lord Shadow. Weer helmaal bij mijn positieven ontwijk ik een tweede straal. Tien mannen van het verzet springen naar binnen. “Daar is ze, vermoord ze allemaal. Maar niet die ene die wil ik hebben, ze is miljoenen waard als we haar levend uitleveren aan het ministerie.”zegt de man. O dacht het ff niet, ik ga niet naar Azkaban. Drie van hen pakken mij vast. “Laat los.”sis ik kwaad. “Dacht het niet wijfie, jij gaat fijn naar Azkaban.”zegt de man. “Nou dat is altijd beter dan bij jou zijn. Man je adem ruikt naar een rotte koe.”zeg ik droog.
Ik krijg een knal in mijn gezicht en de man onderdrukt een pijn kreet. “Mens ben je van staal ofzo?”buldert hij. “Ik draag een stalen masker.”sis ik rustig. Mijn lichaam kalmeert en ik voel me ijzer sterk. Ik wurm me los en schop de man naar Dork toe die hem vermoord. Een luide blup klinkt en Drappie glijd uit mijn zak, zuigt mij in zich en vermoord al die verzets leden. Hij laat me weer los en glijd in mijn zak. Jules vangt me op als ik naar benden pleur. “Waarom moesten ze hem hebben?”buldert een hijgende Lord Shadow. “Duh, omdat ik Raven Estragon Helinzo ben, de prinses of war, de erfgename van de troon waar jij met je reet op zit.”barst ik uit. “Jullie hebben haar gevonden?”vraagt hij ongelovig. Jules knikt en gaat op zijn troon zitten. Lord shadow neemt mij van hem over en tilt me een kleine ruimte in. Hij legt me op een twee persoon`s bed en controleert iets.
“Gelukkig je mankeert niks, Jules heeft me al ingelicht.”zegt hij rustig. “Waarom zit jij op de troon die mij toebehoort?” vraag ik zacht. “Om ik de leider ben, jij bent mijn linker hand, en je gleed steeds uit die stoel.”zegt hij grinnikend. “Wow je hebt emoties.”zeg ik droog. Verbaasd kijkt hij mij aan.”Tuurlijk heb ik die.”zegt hij. “Ach iedereen die ik tegen kwam zij dat je geen emoties had.”zeg ik rustig. “Heb ik wel maar ik toon ze alleen aan jou, omdat je als een dochter voor me bent.”zegt Lord Shadow zacht. Ik knik, gaap en val in slaap.
Reageer (1)
;o
1 decennium geledenIk ga snel verder <3
x.