ik glimlach, het lijkt echt. niemand weet dat het een masker is voor de dingen thuis, voor Serpenta.
een groep meiden wijst naar mij, roepen, plagen, gewoon een normale dag, ik ben weer eens de laatste roddel. waarover, ik heb geen idee, maar wat maakt het uit.
"Daisy!"
ik draai me om, George komt op me afgerend.
waarschijnlijk zijn de roddels over mij en George, niet dat we iets hebben, we zijn gewoon vrienden.
iemand springt op mijn rug, ik viel bijna.
daar was Alicia, voorspelbaar.
ik geef haar een knuffel.
we kijken op onze horloges, raar, Menno en Siëna zijn laat. normaal gesproken zijn ze altijd erg punctueel.
daar zijn ze, ze fietsen erg hard.ik doe mijn handen voor mijn ogen.
Deng!! Menno reed het fietsenhok in.
Siëna stopt precies ervoor, zij is beter dan hem, ach ja.
Menno staat op, hij lijkt een beetje pijn te hebben.
hij glimlacht naar ons, waarschijnlijk om te laten zien dat alles goed is, alsof we dat geloven, we doen maar alsof, geeft minder problemen.
Siëna loopt al op ons af.
"Goeie morgen!" ze lacht.
"Je bent laat, wat is er gebeurt?" ze kijkt weg.
ik heb al een idee. Menno is normaal nooit zo onhandig. dat is het waarschijnlijk. ik moet het later even vragen.
tring, dat was de eerste bel, we moeten naar binnen gaan.
we hebben gelukkig bijna hetzelfde rooster, we beginnen met Engels.
Serpenta ook,jammer genoeg.
George kijkt naar me, hij lijkt me ergens van te verdenken, wat is er met hem, wat weet hij?
we zijn bij de door, iedereen probeert elkaar weg te duwen.
George pakte mijn arm.
"Wat is er? je lacht niet zoals normaal gesproken, er is iets mis. vertel het me."
"Er is niets, niets waar jij je zorgen om zou moeten maken, ik ben gewoon een beetje moe."
hij lijkt me niet te geloven, ik heb geluk, hij laat het rusten.
het duwen bij de deuren was gestopt.
we lopen naar binnen, zij aan zij, mensen zijn over ons aan het roddelen, alweer.
kunnen ze niets anders doen of verzinnen, natuurlijk niet, deze die het doen zijn leeghoofden, alleen mode weten ze. ik zucht.
hij kijkt weer naar me, hij verdenkt me van iets, freaky.
laat deze dag voorbij zijn, alsjeblieft.
we bij de klas aangekomen, er staan al een paar mensen.
de deur is nog dicht.
we wachten.
oh nee, daar komen de bitches, een combinatie van cheerleaders, de populaire kinderen en rijke, Serpenta is 1 van hen, de populairste, zij heeft alles voor het zeggen, zoals altijd.
Hey, Weido, wat sta je hier, wegwezen.
ik neem snel een stap opzij, een klap is al erg genoeg op 1 dag.
sommige jongens uit de massa kijken naar me, knipogen, vuil, dat is wat ze zijn.
Serpenta ziet een paar jongens naar haar kijken, eerst kijkt ze terug, recht in hun ogen. ze wend haar hoofd af, een afwijzing, iedereen die haar kent begrijpt dat. de jongen loopt weg. zijn hoofd hangt.
Iedereen wijst ze af, niemand is goed genoeg voor haar, nou ja misschien een rijke prins.
daar is onze lerares, Mevrouw Lena Renola.
ze heeft rood stijl haar, ze is 30 jaar maar lijkt iets jonger, ze is de beste lerares van de school, naar mijn mening.
we gaan zitten, we hebben vaste plekken.
ik zit zo ver mogelijk van Serpenta vandaan, zij is echt een slang, net zo vals.
mijn vrienden zitten om mij heen. de les start.
grammatica uitleg. weet ik al, ik begin te tekenen en om me heen te kijken.
"Daisy, kun je mijn vraag even beantwoorden?" vroeg ze.
i keek naar het bord en zeg het antwoord, iedereen kijkt naar mij, ik het goed, zoals altijd.
de leraar weet dat ik alle stof al ken. ze laat me gaan wanneer ik wil.
ik sta op en stop mijn boeken in mijn tas, loop naar buiten, meteen naar de toiletten.
de plaats waar ze me had geslagen voel ik, het word waarschijnlijk snel blauw.
ik kijk in de spiegel, doe er wat make- up op om het te verbergen.
niemand mag het merken.
goed, niets meer aan te zien. ik loop naar buiten.
de frisse morgen lucht om me heen.
sommige zouden zeggen dat het koud was of te vochtig, voor mij is het goed, perfect.
het zorgt dat mijn zenuwen kalmeren.
ik kijk om me heen, niemand, iedereen heeft les.
een schaduw, wat was dat? wat gebeurt er?
ik begin om het te achtervolgen. het slaat een hoek om, doodlopende steeg, hebbes.
geen weg terug, geen weg verder, het is dicht, geen kant kan het nog op.
het draagt een cape, een windvlaag steekt op en waait de mantel van zijn hoofd.
het is een jongen, bruine haren, niet saaie maar stormige grijze ogen, hij lijkt minstens a jaar ouder.
hij lijkt verbaast.
ik herstel.
"Wie ben jij en wat doe je hier?" vraag ik hem.
"ik kreeg een opdracht om de school te controleren, om precies te zijn, Daisy en Serpenta primes."
"Waarom zou iemand mij en mijn zus in de gaten willen houden, mijn zus, oké, te begrijpen. Als zij degene hier zou zijn zou je waarschijnlijk pijn lijden."
hij slikte.
we hoorde stappen onze kant op komen. klik, klak, hoge hakken.
ik keek om en zag Serpenta staan. mijn tijd om te slikken.
ze zwaaide haar haren naar achteren, ze keek naar ons.
"Hallo Daisy, en wie ben jij?"het was onmogelijk om de toon in haar stem te horen, dreiging ging ervan uit.
het was het begin van een bedreiging.
ik stapte naar voren.
"Het is mijn schuld, het was een vergissing."
slap!!
de ogen van de jongen werden groot.
"Nooit, maar dan ook nooit praat je zo tegen mij. wees niet zo dom en praat gewoon helemaal niet tegen mij. je bent gewoon een miezerig meisje."
Hij hoorde het allemaal, schuld overspoelde hem.
ze liep weg, allemaal te horen aan het tikken van haar hakken.
tranen vielen, langzaam, mijn glimlach was weg, mijn masker was gevallen.
ik wilde van haar af komen, ze was de duivel, ik hield mijn hoofd hoog.
de jongen was vertrokken, hij stond bovenop een gebouw, neerkijkend op Daisy en de weglopende Serpenta.
Hij keek nog eens naar Daisy.
ze lachte, nep maar bijna echt, geen tranen te zien, alleen een lach.
de bel ging.

Reageer (1)

  • bels

    ik ga zo snel mogelijk verder(lol)(lol)(lol)(lol)
    moet nu eerst eten(nerd)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen