The last war (HFST 25)

Dirg pov:
Mijn om maar te zeggen mannen zitten op hun post. Ze houden de wacht, de andere bereiden de aanval voor. Rustig loop ik naar de kamer waar Kathy zich bevindt. Ik weet niet wat mijn pa heeft gedaan, maar die vloek is niet echt opgeheven, meer erger geworden. Ze is bij gekomen en krijst de heleboel bij elkaar. Ik ram op de deur en het wordt stil. Plots verschijnt ze voor het raampje. Ze drukt haar handen er tegen aan en kijkt me wanhopig aan. Ik versta geen moer van wat ze zegt en gooi de deur open. Ik ga de kamer in en sluit de deur.

“Waarom zit ik hier opgesloten, als het plan van Dark Lord de hele tijd al was overgenomen door jou! Ik ben godverdomme de Prinses, of zoiets. Ach wat boeit mij het, ik heb honger.”roept ze. Ik zucht en maak de boeien los. Ik pak haar hand vast en trek haar de kamer uit. Duivels die haar kennen duiken angstig weg. “Dit noem jij de wacht houden! Waarom zitten ze op hun reet?”brult Kathy. “Death Hunter is beter!”wordt er gebruld, door de duivels en andere wezens die in mijn vader`s leger zaten. “Jup, ga nou maar werken of ik ruk je ingewanden eruit.”brult Kathy. “Jij! Schiet op en ga terug naar je post.”roep ik naar een duivel. Rustig blijft ie staan waar hij staat, Kathy grinnikt zacht. “Kijk, dat noem ik trouw zijn. Ze staan onder mijn dienst, je pa gaf alleen de plannen door.”zegt ze droog.

“Dat verklaart een hoop, maar gaat ie nou nog op de post?” vraag ik droog. “Iedereen op zijn of haar post en opschieten. En doe het zoals je getraind bent.”brult Kathy. Meteen rennen ze van hot naar her en is de positie veranderd. Ze leken eerst in een zwakke positie te staan, maar nu is ie ijzer sterk. Mijn vuur duivels kijken aarzelend van mij naar Kathy. “Wie moeten wij gehoorzamen?”vraagt er een rustig. “Als jij de plannen bedenkt en op tijd doorgeeft, voer ik het bevel wel.”mompelt Kathy. Ik knik en Kathy brult wat bevelen. Meteen rent iedereen weg om de bevelen uit te voeren.

Ik loods Kathy naar de keuken en laat haar wat russen opvreten. Ze zucht van verlichting en draait zich dan om. Ze neemt me rustig op en grijnst dan. “Je bent leuker dan je broertje.”zegt ze dan. Ik grijns kort en schudt met mijn hoofd. “Je vader zag me als zijn dochter, je broer als zijn vriendin en zo kan ik wel even door gaan.”Zegt ze droog. Ze is niet lelijk, voor een Dark Angel, vampier wolf dan. Ze is eerlijk gezegd nogal knap, echt een lekker ding. Ik draai me geërgerd om als ik gekrijs hoor. Twee Dark Angel`s slepen een mens voort. Het is een man, met lang witblond haar en felgroene ogen.

“Laat los!”dondert de man. Kathy draait zich nu ook om en kijkt naar de man. “O krijg de pleuris!”dondert ze. Ze rukt de man uit de armen van de Dark Angels die angstig weg rennen. Kathy duwt de man op een stoel en zucht. “Rock! Wat the heck doe jij hier? Ik had nog gezegd blijf in de bergen.’barst ze uit. “O sorry hoor, uwe hoogheid! Ik kan er niks aan doen dat de hele berg is ingestort omdat een of ander raar machine ding de energy bron opslokt.”kaatst de man terug. “Wat! Dat ga je niet menen. Dan is die machine de reden dat er al meer dan 50 jaar lang oorlog is.”bulder ik. “Krijg de rambam. We moeten onmiddellijk daarheen. We zullen moeten samen werken met het fort.”mompel ik.

“O dat gaan we doen, tuurlijk ik ben zo evil als maar zijn kan. Als ik daar heen ga, wil die machine mij!”buldert Kathy. “Hm daar had ik nog niet aan gedacht, dat fort weet het al en is op weg hierheen, met alle wapens die ze hebben. Oja die broer van jou is erg uit zijn humeur.” Zegt/mopper Rock. “Ach kunnen we nu gaan?”vraagt Kathy rustig. Ik knik en Kathy geeft de bevelen in de gebruikelijke krijs taal, die ik niet versta. We gaan de grot uit en zien het gehele fort ,verzet groep 0alfa en de draak. “Heel fijn.”moppert Rock. Kathy stampt rustig verder. Ik overleg met de raad en de leiders van de groep. Blik, Roest, Jinx, Mike, Tina, Maria,Loes, Lisa, Tim en Luna zijn de tien raadsleden en Jim, Prins Tom, Dirge, Steven en Max zijn de leiders. We verdelen in groepen en zo kan ik wel verder gaan maar daar heb ik geen zin in.