{Narnia}When 2 enemies fall in love[Part Ninety-eight.]

Toen Bella,Caspian,Peter,Susan,Peter en Lucy wakker werden gingen ze direct naar beneden.Ontbijten deden ze tussen de versieringen van Peter en Lucy in,die erg goed gelukt waren.Edmund vond het hilarisch om ballonnen in mensen hun gezicht te drukken en dan hun gezichten te zien,en dan zeker bij Caspian.”’Riing.’”de bel ging.’Zijn ze er nou al?’vroeg Lucy verbaasd,’Nou,dat is vroeg.’’Ik zal wel gaan,’Zuchtte Caspian om van Edmunds plagerijen af te zijn.Hij deed de deur open.’Hey,ik..Raven!Raven Estragon!Dat is een hele tijd geleden!’’Caspian!’kirde een meisje,’Dat is echt wel lang geleden!Hoi!’’Waarom ben je zo vroeg?’vroeg Caspian vriendelijk.Edmund keek naar Susan,die een rare uitdrukking op haar gezicht had en barstte in lachen uit.’Ik dacht,ik help maar even mee.’zei het meisje,Raven.’Kom binnen!’zei Caspian vrolijk,’Bella zal je ook graag al zien,hier en dan kan je de Pevensie’s leren kenen.’’Natuurlijk,’zei Raven lief,’Ik wil de koningen en koninginnen graag ontmoeten.’Caspian knikte en ging naar de woonkamer.Een meisje met lang zwart haar en zilveren ogen stond naast hem.Ze had zwarte vleugels met donsveertjes,legerschoenen,zwarte hotpants en zo kon je nog even doorgaan.Ze zag eruit alsof ze ongeveer dezelfde leeftijd had als Susan en zag er erg speciaal uit.Een tikje agressief maar haar ogen straalden vriendelijk uit.’Hoi,’zei ze verlegen.’Rààven!’zei Bella vrolijk en gaf haar een knuffel.’Dit is Raven,’zei Caspian,’Een vriendin van mij en Bella.’’Hoi Raven!’zei Lucy enthousiast en gaf haar ook een knuffel,’Leuk dat je hier bent,ik ben Lucy.’’Hoi,ik ben Susan,’die ook opstond en net als de andere meiden haar een knuffel gaf.’Edmund,’zei Edmund die haar een handje gaf.’Peter,’zei Peter die hetzelfde deed als zijn broer,’Leuk je te ontmoeten.’’Hey allemaal,’zei Raven lief,’Leuk hier te zijn.’’En gefeliciteerd Bella,’voegde ze er nog aan toe met een knipoog,’Dat je erbij hoort.’’Dankje!’zei Bella enthousiast.Dan ging de bel weer.Susan keek Bella aan en grijnzend gingen ze snel naar de deur.Ze dachten allebei hetzelfde.