1. New York, New York

Je keek je ogen uit. Jarenlang had je gezeurd om naar New York te mogen en nu was je er gewoon! Je had het uitgegild toen je moeder je toestemming had gegeven. De lachende perfect-lijkende mensen keken op je neer vanaf de immense reclameborden terwijl ze één of ander chemisch gezichtsgoedje aanprezen. Namen van theaters, winkelcentra en cafés stonden overal om je heen in kleurige neonletters. Waar je ook keek, er waren altijd wel deftige mensen met koffertjes in hun handen die zich haastten om op tijd op hun werk te komen. Je beste vriendin naast je sprong op en neer, opgewonden dat ze was. Om jullie polsen hingen grote tassen van abnormaal veel winkels. En jullie waren nog lang niet uitgeshopt! "Lachen!" zei je BFF terwijl ze haar digitale camera voor jullie hield. Snel zette je een fotomodel-glimlach op, om meteen daarna in lachen uit te barsten omdat je bijna bezweek onder het gewicht van alle tassen. "Laten we even uitrusten en wat gaan drinken." besloot jij. "Starbucks?" stelde je vriendin voor en je knikte. Samen worstelden jullie jezelf een weg door de zakenmannen en -vrouwen om een Starbucks te vinden.