Julie's lifestory

Julie
Het was raar om dit tegen Charlotte te vertellen. Ik had altijd gedacht dat ik dit voor haar verborgen kon houden. Ik was niet trots op wat ik was, verre van, maar ze was oud genoeg om te weten wat er was gebeurd. Dus vertelde ik het verhaal dat zich vanmorgen in mijn hoofd had afgespeeld.

Met open ogen en een geconcentreerd gezicht luisterde ze naar het verhaal dat ik vertelde. Naar mijn verleden.

‘Merkten je ouders dan niets?’ Haar stem was schor, waarschijnlijk van het haast onmogelijke verhaal.

‘Nadat ik wist…’ het was voor mij moeilijk om het woord “vampier” uit te spreken, zeker omdat ik vond dat ik meer dood dan levend was, ‘wat ik was geworden werd ik wakker in een soort van tent. Voor me stond de meest knappe man die ik ooit had gezien, de man die mij gered had. Hij vertelde me dat ik in een Freakshow was beland, en dat ik met het circus vol freaks mee zou reizen om alles te leren over het vampier bestaan, maar ik schold hem uit voor alles wat lelijk was. Een freakshow was in mijn tijd hekserij, snap je? Ik vluchtte naar huis en hij hield me niet tegen. Thuis was het moeilijk om mezelf in bedwang te houden, al dat verse bloed was zo verleidelijk. Op een dag, herinner ik me, was ik mijn 14-jarige zusje aan het helpen in de tuin. Ik had al meerdere dagen het gevoel dat ik aan het afzwakken was, alles werd zo zwaar. Ik weet nog dat Jane bukte, en toen had ik mezelf niet meer in de hand: ik beet haar en zoog haar haast leeg. Ze schreeuwde en gilde als een speenvarken dat geslacht werd. Al snel had ik door waar ik mee bezig was, en zo snel mogelijk stopte ik. Ik walgde van mezelf, beseffend dat dit niet langer kon en ik liet mijn zusje achter. Verwachtend dat ze dood ging. Zo snel mogelijk rende ik naar de plaats waar de freakshow een paar weken had gestaan. Tevergeefs, de tent was opgeruimd en de vlakte was volkomen leeg. Tenminste, dat dacht ik. Ergens in de bossen zat hij, hij die me gered had. Ik ben met hem mee gereisd en zo hebben we de freakshow ingehaald waar ik zat tot ik jou vond.’

Ik vertelde het meer tegen mezelf dan tegen haar. Het was raar om alles zo nog een keer te herhalen. Wat ik niet vertelde waren de maandelijkse slachtpartijen. Het meeste waren dieren. Een keer in de maand zochten we samen een mens. Een dood mens. Vaak gingen we daarvoor naar een lijkenhuis, maar soms vonden we wel eens mensen in het ziekenhuis. En hoewel dat het meest vreselijke was, een mens opzoeken, was het ook hetgeen waar ik altijd het meest naar uitkeek.

Reageer (3)

  • weneverdie

    oeeeh ;D

    1 decennium geleden
  • Platypus

    verder dan slome kipjes

    1 decennium geleden
  • Platypus

    -met medewerking van mij (A)-

    verderr

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen