Hoofdstuk 4.
"Je mocht willen dat we je zouden laten lopen. Je bloed ruikt veel te aantrekkelijk." Grijnst de leider met het bruine haar. "Ja, veel sterker dan gewone mensen." Beaamd de zwartharige leider. Ik zucht en ga erbij zitten. Het gevecht is erg gelijk op, en fascineerd me totaal niet. Op het moment dat er een losse arm langs me heen kruipt richting de eigenaar kijk ik opeens geboeit naar de oorlog. Ik hoor veel lawaai, gekrijs vooral. En een vaag iets wat erop lijkt alsof twee rotsblokken tegen elkaar aanstoten. Alleen zijn het geen rotsblokken maar levende wezens.
"Nou, dit is interessant. Ik bekijk een afslachting. Gezellig." Mompel ik ironisch tegen mezelf. Was ik maar thuis gebleven. Nu verveel ik me. De levende armen ben ik intussen gewend en schrikken me niet meer af. "Zoveel moeite om zo'n klein onbetekenend meisje als ik." Ik rol met mijn ogen. "Onbetekenend? Man, als de koninklijke familie van onze soort je wilt hebben ben je veelbelovend hoor." Wat zegt hij? "Pardon? Koninklijke familie?" Vraag ik. "Ja, de Volturi, Aro wilt je, hij denkt dat je heel sterk kan worden als je eenmaal een vampier ben." Legd de zwartharige leider uit. De twee leiders laten mij, en hun clan's alleen om iets te bespreken.
"Laten we het gewoon zelf doen en haar achter houden. Demetri weet toch niet hoe ze ruikt." Grijnst de bruinharige leider. De zwartharige en zijn groep hebben zich samengevoegd met de andere om zich sterker te maken. "Wie heeft de meeste zelfbeheersing?" Is de vraag. "Jack!" Roepen verschillende vampiers en wijzen een witblonde jongen aan. "Kom maar Jack, aan jou de eer. De rest maakt een kamp. We moeten een schuilplaats hebben voor onze jonge vriendin hier tijdens de transformatie." Hij roept de troepen bij een en ze vertrekken. Jack loopt rustig maar heel sierlijk naar me toe. "Hoe ga je ze terugvinden?" Vraag ik. "Ik volg hun geur, wat niet moeilijk gaat worden. Zestien vampiers zal niet moeilijk te vinden zijn. Luister, ik wil dit niet doen." Verteld hij. "Doe het dan niet." Smeek ik. "Dan zullen ze me afmaken." Ik zie de gekwelde blik in zijn ogen. "Het spijt me." Fluisterd hij. Dan zie ik een witte flits en voel ik een stekende pijn in mijn nek en dan ook nog in mijn polsen.
De helse pijn houdt maar niet op en ik schreeuw van de pijn. Het brand zo erg! Ik zie niets, ik kan niet bewegen, ik kan alleen schreeuwen. Het is zwart en ik word er bang van. Langzaam, héél langzaam trekt de pijn weg uit mijn tenen en vingertoppen. Steeds verder omhoog tot het vuur alleen nog in mijn borst brand. Ik voel hoe mijn hart overuren maakt en er dan mee ophoudt. Ik slaak een ijslijke gil en wacht op mijn dood die maar niet wil komen. Ik probeer langzaam een oog open te doen, daarna de andere. "Hoe?" Vraag ik mezelf af. Ik schrik van de zangerige toon waarop ik het woord uitspreek. Alle kleuren zijn zo helder! Ik zie acht kleuren. Dat kan niet, toch? Rood, oranje, geel, groen, blauw en violet. Wow, dat betekend dat ik ook UV en IR zie. De stofdeeltjes in de lucht fascineren me zo erg dat ik er helemaal in op ga. "Het is je gelukt man!" Fluisterd een zachte stem. Ik kijk de zeventien personen stuk voor stuk aan en probeer me te herinneren wat er gebeurd is. Heel vaag herinner ik me de oorlog, en daarna niets meer dan helse pijn. De gezichten zijn beeldschoon. Om nog maar te zwijgen over hun geur! Allerlei zoete aroma's prikkelen mijn gevoelige reukzintuigen.
"Nou, dit is interessant. Ik bekijk een afslachting. Gezellig." Mompel ik ironisch tegen mezelf. Was ik maar thuis gebleven. Nu verveel ik me. De levende armen ben ik intussen gewend en schrikken me niet meer af. "Zoveel moeite om zo'n klein onbetekenend meisje als ik." Ik rol met mijn ogen. "Onbetekenend? Man, als de koninklijke familie van onze soort je wilt hebben ben je veelbelovend hoor." Wat zegt hij? "Pardon? Koninklijke familie?" Vraag ik. "Ja, de Volturi, Aro wilt je, hij denkt dat je heel sterk kan worden als je eenmaal een vampier ben." Legd de zwartharige leider uit. De twee leiders laten mij, en hun clan's alleen om iets te bespreken.
"Laten we het gewoon zelf doen en haar achter houden. Demetri weet toch niet hoe ze ruikt." Grijnst de bruinharige leider. De zwartharige en zijn groep hebben zich samengevoegd met de andere om zich sterker te maken. "Wie heeft de meeste zelfbeheersing?" Is de vraag. "Jack!" Roepen verschillende vampiers en wijzen een witblonde jongen aan. "Kom maar Jack, aan jou de eer. De rest maakt een kamp. We moeten een schuilplaats hebben voor onze jonge vriendin hier tijdens de transformatie." Hij roept de troepen bij een en ze vertrekken. Jack loopt rustig maar heel sierlijk naar me toe. "Hoe ga je ze terugvinden?" Vraag ik. "Ik volg hun geur, wat niet moeilijk gaat worden. Zestien vampiers zal niet moeilijk te vinden zijn. Luister, ik wil dit niet doen." Verteld hij. "Doe het dan niet." Smeek ik. "Dan zullen ze me afmaken." Ik zie de gekwelde blik in zijn ogen. "Het spijt me." Fluisterd hij. Dan zie ik een witte flits en voel ik een stekende pijn in mijn nek en dan ook nog in mijn polsen.
De helse pijn houdt maar niet op en ik schreeuw van de pijn. Het brand zo erg! Ik zie niets, ik kan niet bewegen, ik kan alleen schreeuwen. Het is zwart en ik word er bang van. Langzaam, héél langzaam trekt de pijn weg uit mijn tenen en vingertoppen. Steeds verder omhoog tot het vuur alleen nog in mijn borst brand. Ik voel hoe mijn hart overuren maakt en er dan mee ophoudt. Ik slaak een ijslijke gil en wacht op mijn dood die maar niet wil komen. Ik probeer langzaam een oog open te doen, daarna de andere. "Hoe?" Vraag ik mezelf af. Ik schrik van de zangerige toon waarop ik het woord uitspreek. Alle kleuren zijn zo helder! Ik zie acht kleuren. Dat kan niet, toch? Rood, oranje, geel, groen, blauw en violet. Wow, dat betekend dat ik ook UV en IR zie. De stofdeeltjes in de lucht fascineren me zo erg dat ik er helemaal in op ga. "Het is je gelukt man!" Fluisterd een zachte stem. Ik kijk de zeventien personen stuk voor stuk aan en probeer me te herinneren wat er gebeurd is. Heel vaag herinner ik me de oorlog, en daarna niets meer dan helse pijn. De gezichten zijn beeldschoon. Om nog maar te zwijgen over hun geur! Allerlei zoete aroma's prikkelen mijn gevoelige reukzintuigen.
Er zijn nog geen reacties.