Bijzondere spreuk
Ik ging zitten. Lange tijd keek ik naar het meer, alles zo geheimzinnig net als mijn leven.
Eigenlijk wilde ik niet weg van deze plek maar ik maakte me zorgen om de reacties van Lydia en Onyx.
Langzaam stond ik op en liep weg, nog een laatste blik werpend op het meer.
Ik opende de deuren, mijn gedachten dwaalde weer af naar mijn dromen.
Ik botste tegen iets op, voordat Ik grond raakte had iemand me beet, Harry Potter.
"Gaat het? Ik had jouw niet voorgesteld als een dagdromer."
"Sorry, het was gewoon heel raar."
"Waarom was het dan zo raar?" vroeg een meisje, ik kende haar niet. Ze keek dromerig voor haar uit en had net zo'n soort stem, ze leek in de verte te kijken, te zien wat niemand anders zag.
"Vertel ik liever niet, en wie ben jij?" argwaan was duidelijk te horen in mijn stem.
Hermelien lachte erom. Ik voelde me een idioot.
"Sorry, ik vergat om me voor te stellen, ik ben Loena Leeflang."
"Leuk je te ontmoeten." ik gaf een glimlach.
"wow,erge stemmingswisselingen." zeiden Ron en Harry tegelijkertijd tijd.
Allemaal schoten we in de lach.
"Shit, ik vergat waarom ik terug liep. Ik moet gaan, ik wil Lydia en Onyx niet nog ongeruster maken, ze hebben vanavond genoeg gehad.
Snel rende ik de trappen af, stormde de kamer in. Lydia was overal aan het kijken, ze vreesde het ergste.
Bijna gilde ze.
Ik opende de deur precies toen ze wilde gaan gillen.
Ze werd meteen stil en rende op me af, Onyx sliep door alles heen vanochtend.
"Dit mag je nooit meer doen, ik was hartstikke ongerust, ik dacht dat je ontvoerd was of erger. Dit zei ze allemaal op een adem en nog wat onbelangrijke dingen.
"Lydia, rustig, alles is goed met mij, zo snel ben ik niet weg vertrouw me. En zal ik Onyx wekken."
Een gemene grijns vormde zich op mijn gezicht.
Lydia wist meteen wat ik van plan was.
Ik maakte een emmer en vulde die magie.
Langzaam verplaatste ik de emmer tot boven haar hoofd.
Ik liep naar haar toe en zei dat ze op moest staan, ze draaide zich alleen om als reactie.
Dat was mijn sein om de emmer om te gooien.
Ze kreeg een volle lading over haar heen, het water was ijskoud.
De snakte naar adem en keek heel boos naar mij en Lydia.
"Ik heb alleen gekeken." verdedigde Lydia zichzelf.
Nu leek ze nog bozer te worden.
Ik begon te rennen, Onyx sprong uit bed en volgde mij.
Ik rende onze slaapzaal uit, Onyx volgde mij, Lydia probeerde haar te stoppen.
Onyx leek me te willen wurgen of vervloeken.
Ik botste alweer tegen iemand op, wat was er met me aan de hand vandaag.
Ik viel op de grond, ik keek omhoog, daar stond Draco met een grijns van hier tot Tokio.
Serieus die gast irriteerde me dood, hij is een stalker, en denkt dat hij alles is met zijn grijns.
Niet dat hij niet knap was ,maar hij was het ene moment aardig en het andere moment een ergerlijke kwal.
"Val je al voor me Sarah ?"
Nu had ik pas door dat ik hem de hele tijd had staan aangapen tijdens mijn gedachten.
"In je dromen!"
Toen ik tegen Draco botste stopte Onyx meteen, bang voor gevolgen, en door de plotselinge stop botste Lydia tegen haar op waardoor ze beide vielen, beide waren ze aan het lachen. Totdat Draco die opmerking maakte. Toen leken ze opeens verschrikt. En met mijn antwoord kalmeerde ze weer helemaal.
Ik stond op, Lydia en Onyx volgde mijn voorbeeld, snel pakte we onze boeken van vandaag.
Te samen liepen we naar de grote zaal.
Ik was aan de tafel van Zwadderig de nieuwste roddel.
Aan de tafel van Griffoendor hoorde ze mijn naam vallen en probeerde mee te luisteren.
Onyx had de deur al geopend, normaal was het als het eten betrof: kom op anders hebben we niet genoeg tijd voor het eten. Volgens Onyx, vandaag was geen uitzondering.
Met mijn binnenkomst werd de tafel van Zwadderig stil, bang om iets verkeerds te zeggen en vervloekt te worden.
Alle drie namen we plaats, ik nam alleen een broodje, de sfeer was iets te gespannen.
Sneep keek om zich heen, zijn ogen stopte op mij.
Ik keek rond, Draco miste.
De enige op mij na waar Sneep zich druk om maakte.
Ik begreep zijn stille hint en stond op.
"Eet rustig door ik ben iets vergeten in de slaapzaal, zie jullie bij de volgende les."
Ik verliet de zaal en genoot van de stilte.
Langzaam liep ik omlaag. De deur van de leerlingenkamer stond op een kier.
Binnen stonden Draco en een vrouw.
"Je krijgt de groette van je moeder. je weet wat er moet gebeuren, wees wie hij wil dat je bent." hoorde ik haar zeggen.
"Zeg dank je tegen haar en natuurlijk, anders ben ik dood, is het niet."
Ik opende de deur een klein stukje, het kraakte.
Mijn verstop plek was gevonden.
Ik liep de kamer zelf verzekerd in.
Beide keken verschrikt naar mij, de een alsof ze een spook zag en de ander alsof hij betrapt was.
Ik hoorde haar iets prevelen: "Mary Edeni, het kan niet, ze is verdwenen, dood, weg, het kan niet."
"Wie bent u en wat komt u hier doen?"
"Ken je me niet?"
"Nee. Naam en reden nu.
"Wees niet zo brutaal meisie. Mijn naam is Bellatrix van Detta en ik kwam hem alleen de groetten doen van zijn moeder."
"Nu de echte reden."
"Geloof je me niet?"
"Nee."
"Jammer dan, dat is de reden dat is al. En wie ben jij, ze had zich hersteld.
Op een arrogante toon antwoord ik haar. "Sarah Torn."
"Geen Edeni, dan is dit spijtig voor jou, het mag niet verder gaan vertellen dat ik in de school ben geweest, dit is je dood."
Sneep, Lydia en Onyx vonden dat ik er lang genoeg over had gedaan, op een normaal tempo liepen ze de trap af.
Draco probeerde Bellatrix te stoppen "Evada Kedava" klonk overal in de kerkers. Lydia, Onyx en Sneep begonnen zich nu te haastten.
Snel trok ik mijn staf en zei de spreuk die ik in mijn droom had gehoord, de spreuk verdween.
Haar ogen werden nog groter dan eerst, Draco keek me vol verbazing aan.
Sneep, Lydia en Onyx hadden verwacht iemand te horen vallen en dood te zien liggen.
Tot hun verbazing stond ik nog, mijn toverstok klaar om iemand iets aan te doen.
Lydia en Onyx waren opgelucht, ze dachten dat ik vermoord was.
Sneep was geschrokken, hij zag Bella staan, zij, een trouwe volgeling van Voldemort had Sarah gezien en de spreuken die ze kon gebruiken.
Nu was er geen ontkomen meer aan Voldemort zal haar vinden.
Iedereen zag haar iets prevelen, niemand op Draco na kon het horen: "Mary Edeni, dit moet hij weten, haar dochter is hier."
Ze verdween.
Sneep, Lydia en Onyx duwde de deur open en rende op ons af.
"Ik laat jou nooit meer ergens heen gaan in je eentje, je trekt problemen aan!" schreeuwde Sneep.
Ik gniffelde, maar door de serieuze blik in zijn ogen werd ik stil.
"Weet je wat dit te betekenen heeft! Hij weet waar je bent en zal alles doen om je te doden waarna jouw moeder aan de beurt is."
"Had ik me dan moeten laten vermoorden?" en misschien is dit niet het juiste moment maar bent u mijn vader?"
Draco schoot in de lach.
"Hoe kom je erbij?!" hij werd rood.
"U praat de hele tijd over haar."
Nu lagen ze met zijn allen op de vloer te rollen door het lachen.
Hij werd roder, of uit schaamte of uit woede ik wist het niet totdat hij begon te roepen.
"waarom denk je daaraan op zo'n moment, dit is een leven of dood situatie!"
Hij begon te vloeken en was veel te hard aan het praten.
Zonder dat iemand het doorhad zei ik een spreek, ik zat nu in Sneeps goedachten, hij merkte het.
Ik sprak een Silencio uit, al het geluid stierf weg.
Sneeps mond bewoog en ik knikte. Dit ziet er waarschijnlijk raar uit voor de rest, dacht ik. Maar ik vond dit een betere oplossing, zo werden in ieder geval mijn trommelvliezen gespaard.
Eindelijk was hij klaar, daarna hefte ik de Silencio op en pakte mijn tas.
De les was al lang begonnen, Sneep bedacht een excuus voor ons.
Ik liep naar mijn les, ik zat niet met Onyx of Lydia maar ik had wel Harry, Hermelien, Ron en Loena met mij, alles zou goed komen.
Niemand hoeft zich zorgen te maken over mij. Ik overleef het wel, hoe dan ook.
Reageer (1)
Niemand hoeft zich zorgen te maken over mij. Ik overleef het wel, hoe dan ook.een beetje zelf vertrouwen kan altijd.
1 decennium geledenleuk hoofdstukxD
xx