Preparations 3.2
Samen met Annabel liepen we grote hal van het Correctiecentrum in, waar de paarden al aan de strijdwagens, achter elkaar, klaar stonden. De tributen stonden geschminkt en uitgedost in mooie kleren klaar voor de openingsceremonie. De meeste tributen hadden de typische kleren aan, die bij hun district hoorde. Sommigen heel mooi en sommigen foeilelijk. Echt, ik zou de tributen nooit een schapenpak aan laten trekken, of zoals bij district 12, mijnwerkerspakken. Die jongen van drie leek wel op een uitgedoste computerchip, met heel veel lichtjes.
We kwamen dichterbij de strijdwagen van mijn eigen district. Ik zag Keaneau al staan en mijn mond viel echt open van verbazing. Een in het geelgoud geklede en een zo groen als een plantenblad geklede figuren stonden naast hem. “Alicedee!” riep Lucinda en kwam op me af. De twee figuren die natuurlijk mijn tributen waren, draaiden zich ook om. Van voor waren ze nog mooier. Heel Demian zijn gezicht was vol met gouden stenen beplakt, die verder liepen over zijn pak en bij zijn middel stopten. Sloan haar gezicht was helemaal groen geschminkt. En op haar pak zaten her en der ook groene stenen. Haar haar was in een strak opgerolde knot gedaan. Haar pak had ook nog een grote kraag, die zeker nog een halve meter boven haar uit stak en vol met groene veren zat. Ik snapte meteen wat ze uitbeeldden. Demian was een tarwe stengel. Ons goud van het land. Het belangrijkste ingrediënt voor brood. Ik wist niet dat tarwe zo mooi kon zijn. Sloan representeerde elk blad, van elke plant die er bij ons in het district groeide, alleen dan tien keer mooier. “En wat vind je ervan?” vroeg Lucinda met haar Capitool accent. Ik was daar inmiddels wel aan gewend.
“Ik weet niet wat ik moet zeggen. Jullie hebben echt geweldig werk verricht.”
De meiden die achter Lucinda stonden, klapten in hun handen. “Zie je nou wel? Luci, jullie werk werpt nu al zijn vruchten af. Ze is helemaal perplex.”
“Lucinda, het ziet er prachtig uit,” jubelde Annabel. “Kom, dan kun je je tributen van dichtbij bekijken,” zei Lucinda
We liepen richting de strijdwagen. “Knap werk, Keaneau,” zei ik.
“Thanks, ik lever geen half werk. Dat weet je.”
Op dat moment startte de muziek voor de openingsceremonie. “Kom, help je Sloan en Demian even mee de strijdwagen in?” vroeg Keaneau. Ze zagen er allebei zo zenuwachtig uit. Maar dat was ik ook, dat wist ik nog maar al te goed. Maar ze hoefden zich nergens zorgen over te maken. Ze zien er zo veel beter uit dan ik toen. Ik was een rode appel. Menno wilde ons niet weer in een boer en boerin veranderen.
Ik hielp Demian de donkerbruine strijdwagen op. Keaneau hielp Sloan. De strijdwagen van District 1 reed naar buiten en de chocolade bruine paarden van de strijdwagen liepen een klein stukje vooruit. Sloan slaakte een klein gilletje, alsof ze bang was om te vallen of zo. “Kom op, jullie zijn een team!” schreeuwde Annabel boven de muziek uit. Het verbaasde me om dat uit Annabels mond te horen. Stond ze toch achter mijn plannen om Sloan niet met de beroeps samen te laten werken? Demian begreep de hint en ging als een trotse knaap op de wagen staan. Sloan aarzelde even maar pakte toen zijn hand vast en vermande zich. Goed zo, dat was een goed begin. “Tot straks,” riep ik nog.
Samen met Annabel en de styliste ging ik naar het vak waar stoelen gereserveerd voor ons waren. Dat was halverwege de route. Ik hoopte maar dat alles goed zou gaan. Dat ze niet zouden vallen of zo.
De strijdwagen van District 1 kwam nu langs ons. Er werd volop voor ze schreeuwt. Het zwarte haar van het meisje was op een zeer ingewikkelde manier opgestoken en ze had een hoepeljurk aan vol met duizenden diamanten. Jaëlle, heette ze. Toen werd de strijdwagen van Sloan en Demian de straten opgetrokken. Alle camera’s waren nu op hun gericht. Maar voor hoe lang? Zagen ze er goed genoeg uit om de aandacht zo lang mogelijk op hun gericht te houden?
Er werd hard gejuicht. Op de grote schermen kon ik zien dat Sloan een grote vriendelijke glimlach op haar gezicht getoverd had en Demian straalde een stoere blik uit. De lichten, die de straat verlichtten, fonkelden op zijn beplakte gezicht. Samen waren ze echt een eyecatcher. Het ging echt beter dan ik verwacht had. Ze kregen dan niet zo veel aandacht als de beroeps districten, maar wel veel meer dan de rest. Niet veel later reden ze ons voorbij. We klapten en joelden zo hard mogelijk. De assistentes van Lucinda en Keaneau zaten te stuiteren op hun stoelen. Demian keek me heel even aan en gaf me een knipoog. Hij straalde veel zelfvertrouwen uit. District 12 kwam achter ze aan, die in het niets viel bij mijn tributen.
Wat ik toch wel jammer vond, Darell en Micalla waren goede mensen. Maar ze hadden gewoon veel pech met hun zwartgeblakerde tributen.
Een paar minuten later stonden alle strijdwagens op de stadscirkel. Toen werd het stil en verscheen de jonge maat, toch al ervaren President Snow. Die zijn toespraak hield en de tributen verwelkomde. Toen begon het volkslied en haastten we ons naar het Trainingscentrum.
“Geweldig! Jullie waren geweldig,” zei ik. “Dank je,” zei Demian. Sloan deed nog steeds een beetje koeltjes en praatte alleen maar tegen Annabel. Ik moest met haar praten, ze moest weten dat ze veel te kostbaar was om zo op het spel te zetten. En Annabel was het nu volgens mij wel met me eens. We gingen de lift in en suisden naar de elfde verdieping, waar we zouden verblijven.
Zoals vanouds, was mijn kamer veel te luxueus. Ik vroeg me af hoe Sloan en Demian hun kamer vonden. Ik stond voor het immens grote raam. Zo te zien was er buiten nog een groot feest gaande. Maar daar had ik nu geen tijd meer voor. Ik moest die twee voorbereiden op hun spelen.
Niet veel later werd ik opgehaald om te dineren. Tijd om de strategieën te gaan bespreken.
Naast me zaten Annabel en Keaneau aan tafel. Lucinda zat weer naast hem. Eerst werd er niet veel gepraat tot Annabel begon, “Sloan. Misschien is het toch beter als met Demian samen gaat werken.”
“Ja, jullie lijken me het perfecte team,” zei Keaneau. Ik zag haar gelijk boos worden. “Nee, dat wil ik niet.”
“Sloan, ik heb het je zus beloofd,” zei ik. “Maar ik ben goed genoeg om met de beroeps samen te werken.” Daar was ik nog steeds niet helemaal van overtuigd. Kon ze wel met wapens omgaan? “Waarom wil je niet met mij een team vormen?” vroeg Demian, “In de strijdwagen vond je het anders niet zo moeilijk om je zo te gedragen en mijn hand vast te pakken.”
“Dat deed ik alleen maar zodat ik niet zou om donderen in die kut kar,” zei ze zachtjes. Demian leek nu beledigd. Dit ging echt de hele verkeerde kant op. Ik moest iets verzinnen. “Als jullie een groot pact sluiten met andere districten, wil je het dan wel overwegen Sloan?” vroeg ik. Ik zag haar denken, “Ja, ik zal er over nadenken.”
“En jij Demian?” Dit leek hem niet zo aan te staan, maar hij stemde toch in.
Het toetje werd door een Avox naar binnen gebracht. Waarschijnlijk was dat de eerste die Sloan en Demian zagen. Ze kregen wat op hun bord en praatten tegen haar, maar natuurlijk zei ze niets terug. Ze snapten het niet helemaal.
Wanneer ze weg was begon Sloan: “Waarom zegt ze niets?”
“Dat kan ze niet. Dat snap je toch ook wel?” zei Annabel. “Annabel, ze weten niet wat een Avox is,” zei ik.
En ik richtte me op hen. “Ze zegt niets, omdat haar tong er uitgesneden is. Ze heeft een misdaad gepleegd die volgens het Capitool niet door de beugel kan.” Ze keken allebei verdwaasd.
Er werd verder niet veel aandacht aan geschonken en Keaneau en Lucinda vertelden ons dat ze het groen en goud weer terug wilden laten komen in de interview kleding. Toen we klaar waren met het eten, was ik doodop. “Ik ga maar eens naar mijn kamer,” zei ik. “Slaap lekker,” zei Demian. “Jullie ook.” En ik stond op en liep naar mijn kamer. Daar deed ik, door op een handige knop te drukken, de gordijnen dicht en plofte op de sofa. Ik zette de TV aan en keek in mijn eentje de herhaling van de openingsceremonie. De rest zou vast wel in de zitkamer kijken, maar ik wilde even alleen zijn. Plots werd er op mijn deur geklopt. Ik liep erheen om hem open te doen. Toen ik de deur opende, stond er een zeer bekend gezicht voor de deur, één die totaal niet verwacht had. Zijn groene ogen en zijn zwarte haar. “Lexus?” zei verbaasd en ik gooide me in zijn armen.
Reageer (6)
Verder, verder, verder!
1 decennium geleden