9.2 Try Again
De autorit naar huis was nog erger als de rit naar het politie bureau. Mijn ouders konden tieren, schreeuwen, schelden! Met andere woorden ontzettend kwaad worden, maar wat ze nog beter konden... Doodzwijgen. Het was een straf die ik alleen kreeg als ik echt iets vreselijks had gedaan. De eerste keer dat ze me doodzwegen had ik gelachen, was ik er zo makkelijk vanaf gekomen? Maar al snel werd het steeds minder en minder, als je ouders deden dat je lucht was. Tranen prikten achter mijn ogen, maar ik wou ze niet laten stromen. Dat was zwak. Laf. De auto werd op de oprit geparkeerd en mijn ouders stapten uit. Ik kon net zo goed in de auto blijven zitten. Buiten gaan liggen in de modder. Het zou ze minstens een week niks uit maken. En dan begon het praten misschien als ik geluk had langzaam. Maar daar moest ik eerst veel werk voor verrichtten. Wat voor werk? Uit mezelf helpen in het huishouden, kamer super netjes, goede cijfers, huiswerk op orde, geen geruzie en voorbeeldig gedrag. En hoe vaker de doodzwijg straf kwam, hoe meer werk het elke keer werd. Anders was het te makkelijk. Ja mensen, mijn ouders wisten wel hoe ze je moesten straffen hoor. Het klinkt waarschijnlijk nog steeds niet als een goede straf voor een paar van jullie. Maar voor mij, was dit verschrikkelijk.
Ik stapte uiteindelijk maar uit de auto. Toen ik binnen kwam, liep ik meteen door naar mijn kamer. Ik liet me languit op mijn bed vallen en langzaam gleden de tranen over mijn wang naar beneden. Ik had ze niet meer kunnen inhouden. Dit had een mooie dag moeten worden, een dag waarop de wraak zouden kunnen nemen op die trut van een Isabeau. Een dag waarop ik en Aliance misschien onze wapenstilstand aan de kant konden zetten en écht normaal tegen elkaar konden doen. Een dag waarop mijn leven misschien eindelijk wat rustiger zou worden. Maar het had blijkbaar niet zo mogen zijn als in mijn fantasie.
Het was een verschrikkelijke dag, zonder wraak op Isabeau. Een dag waarop de wapenstilstand aan de kant werd geschoven en het oorlog-contract was ondertekend door mij en Aliance. Een dag waarop mijn leven nog onrustiger werd dan het al was. En het klonk vreemd, maar die wraak op Isabeau was nu mijn minste zorg. Wat mijn grootste zorg dan wel was? Daar was ik nog niet helemaal over uit. Maar er voelde iets nog slechter als Isabeau die dingen van me wist, die niemand zou moeten weten. Na een lange nacht gaven mijn ogen het op. Ze vielen dicht en ik had een droomloze slaap.
Tijdsprong: Maandag ochtend.
'Kut ochtend.' gromde ik tegen mezelf. Ik had me een soort van verslapen, moest toen mijn tas nog inpakken, me aankleden, ontbijten, eten voor school klaar maken etc. etc.! Ik graaide mijn autosleutels van het kastje in de hal en keek nog even in de keuken. Schoon, ik glimlachte. Er stond alvast uitgebreid ontbijt voor mijn ouders klaar. Dit ging ik nooit lang volhouden, maar ik moest zo lief mogelijk blijven! Dat dood zwijgen moest zo snel mogelijk stoppen! Ik stapte in mijn auto en ging naar school. Ik ging aan een tafel in de hoek zitten. Alleen. Aliance kwam even later binnen. We keken elkaar kort aan, een neutrale blik. Geen dood wens voor elkaar in de ogen. Gewoon neutraal. Een paar mensen keken ons vreemd aan, maar de meeste mensen begonnen druk te fluisteren. En al snel waren de mensen die ons vreemd aan keken ingelicht over het incident vorige nacht. Hoe iedereen dat zo snel wist? Een raadsel voor mij, maar ik begon er aan te wennen. De conciërges keken ons vreemd aan, en toen de directeur ons kwam halen voor het incident vorige nacht, was hij ook met stomheid geslagen. Hij had vast verwacht dat we op zijn minst samen zaten te pruilen. Mooi niet, ik ging niet naast dát daar zitten. Hij wenkte ons en we stonden tegelijk op. Elkaar niet aankijkend liepen we met de directeur mee.
'Aangezien de politie jullie waarschijnlijk genoeg heeft gestraft, of anders jullie ouders wel, krijgen jullie hier een mildere straf.' zei de directeur. Ineens was ik het helemaal eens met Jasper. Wat een ongelofelijke softie. 'Ik hoop dat het duidelijk is dat we hier niet van inbraak zijn gediend. En ik hoop dat dit voorval niet nog eens zal voorkomen.' zei hij daarna streng. Ik en Aliance zeiden niks en de directeur zuchtte.
'Een middag w.c.'s schrobben leek ons de beste straf.' zei hij, 'Jullie kunnen nu gaan, jullie kunnen je vanmiddag bij de conciërges melden voor jullie straf.' Ik grimaste, en ik gokte dat Aliance het zelfde deed. Maar ik keek haar niet aan, dus ik wist niets zeker. Ik liep als eerst het kantoor uit. Ik ging op weg naar de kantine, mijn tas achter me aan slepend. De bel ging en ik kon me meteen weer omdraaien. Wiskunde. Mijn humeur werd nog chagrijniger toen ik door kreeg dat ik daar naast Aliance zat. Ik zag Aliance voor me lopen. Ergens had ik zin haar voor schut te zetten, iets bij haar te doen. En ergens had ik er helemaal geen zin in, wat had het voor nut?
Tot nu toe ging het allemaal nog goed. De les was begonnen en ik en Aliance hadden elkaar begroet!
'Carter.' had ik haar neutraal begroet.
'Brady.' had ze terug gezegd.
Was dat niet de beste begroeting ooit?! Ik vond van wel, als je zag hoe erg we elkaar wel niet mochten! Ik krabbelde wat onzin in mijn schrift. Dit ging een saai schooljaar worden. Misschien moest ik wat spanning terug brengen? Ik grijnsde kort. Toch had ik liever met Aliance samen als een team de school op stelten gezet. Ik schrok van mezelf. Ieuhw, had ik dat gedacht?! Ik en Aliance als... Téám?! Ik zuchtte. Ik werd ziek van iets. Ik had nog niet ontdekt waarvan, maar ik gokte op de persoon naast me. Ze tastte mijn hersens aan. Of het was Forks. De groenheid in de omgeving, het regenachtige weer...? Ik wist het niet. Maar het zat me niet lekker.
Reageer (5)
..
1 decennium geledenSnel Verder!
verder
1 decennium geledenverder
1 decennium geledenSnel verder!
1 decennium geledenVERDER
1 decennium geledenangels don't fly