Het perron
Ik was vroeg wakker, dat moest ook wel, ik moest een trein halen.
Snel douchte ik, kleedde me aan en deed nog wat andere dingen zoals make- up opdoen.
Het was nu een halfuur verder, nog veel te vroeg, 4.30.
Om 5.00 moesten mijn ouders opstaan. Ik starre mijn computer op en las wat op quizlet, keek een paar filmpjes op YouTube en controleerde mijn deviantart account.
Het was nog vijf minuten voordat de wekker ging.
Ik besloot ontbijt op bed te maken als afscheidt.
Precies om vijf uur was ik klaar, ik hoorde de wekker aflopen.
Ik liep met een dienblad met koffie en eten naar boven.
Ze werden net wakker, mijn moeder zette de wekker uit en gaf mijn vader een tik, hij ging weer verliggen om weer te gaan slapen.
Ik zette het ontbijt op bed, pap was meteen wakker.
Zo verveelde ik me nog een halfuur, alles was al gepakt en in de auto gezet, ik had niks meer te doen.
Mijn laptop was al ingeladen.
De autorit leek uren te duren, het was zo stil.
Niemand zei iets, bang om iets te zeggen dat zou zorgen dat er werd gehuild, allemaal waren we gespannen.
Eindelijk kwamen we aan, mijn moeder haalde een wagentje voor me en pap laadde mijn spullen snel gaven ze me een knuffel en een kus. Daarna stond ik hier alleen, zij hadden geen tijd.
Ik begon rond te lopen, opzoek naar perron 9 3/4.
Ik kon het nergens vinden. Het leek niet te bestaan, ik vroeg wat vroege reizigers, ze lachten me uit of dachten dat ik ze voor de gek hield.
na nog een kwartier zoeken had ik nog niks gevonden.
Ik gaf de hoop op en ging op een bankje zitten.
Stiekem hoopte ik dat ik iemand van school zou zien lopen die ik kon volgen en een gesprek mee kon beginnen.
Dat kon ik natuurlijk alleen zien omdat ze een uil en een gigantische hutkoffer mee zouden hebben.
Ik zie een zwart bloempot kapsel, een hutkoffer en als laatste een uil. Natuurlijk kon ik me haar nog herinneren, zij was de lelijke trut die mij b*tch uitmaakte, Patty Park.
Ik volg ze en zie ze stoppen tussen perron negen en tien.
Ze kijken om zich heen, ze lijken te kijken of iemand naar hun kijkt.
Ze hebben niet door dat ik hun zie, ze zijn blijkbaar niet zo slim was wat ik dacht.
Langzaam lopen ze op de muur af, op het moment dat er een klap had moeten door de botsing, verdwenen ze door de muur.
Snel haal ik mijn spullen, gelukkig had niemand eraan gezeten, en ga hun achterna.
Voordat ik er aan kom zie ik opeens een heel grote groep.
Ze hebben allemaal rood haar, op 2 na.
Drie komen op mij afgelopen.
" Ga jij naar Zweinstein? Vraagt de brunette.
Ze lijkt me erg aardig, maar ze lijkt te denken slimmer te zijn dan iedereen, een betweter.
" leuk je te ontmoeten" zeiden ze alle drie.
" Ben je een eerstejaars, ik heb je nog nooit eerder gezien." vroeg de zwarte.
Het was een jongen, hij had een litteken en leek anders dan de meeste, ik zet het uit mijn hoofd.
" Ik ben een tweedejaars, maar het is wel mijn verdere jaar."
" ben je zo goed?" vroeg de brunette, terwijl ze dit vroeg keek ze me argwanend aan, waarschijnlijk zag ze me als een bedreiging.
"weet niet, heb nog nooit een toverstaf vastgehad, laat staan getoverd. Zeg ik nonchalant.
"Wat!" roepen ze alle drie tegelijkertijd tijd uit.
De zwarte was de eerste die zich herstelde.
"Waar zijn je ouders?"
" Ze moesten werken, ze hebben me alleen afgezet."
Allemaal kijken ze me raar aan, maar ja, ik was eraan gewend geraakt, zo werd ik de hele vorige week nagekeken.
Ze stopte met het naar mij kijken toen er een blonde jongen de hoek om kwam zetten.
Een frons vormde zich op alle vier de gezichten.
De zwarte en blonde spraken.
" Malfoy.......". " Potter......"
Ik kijk ze aan en zeg heel luchtig: dus jij beneden Potter en jij een Malfoy.
Nu kijkt iedereen me weer aan.
" Je kent geen van beide?" vraagt de brunette voorzichtig.
Ik, zo recht door zee als ik ben zeg gewoon : Nee.
" En nu namen, anders wordt hij rood, hij Potter, jij brunette en hij Malfoy.
" Sorry, vergeten." zegt de brunette.
Daarna verteld ze de namen.
De rode is Ron Wemel, ik ben Hermelien Griffel, de zwarte is Harry Potter en de irritante daar is Draco Malfoy.
" en wat is jouw naam?"
"Mijn naam is Sarah Torn.
Jij bent dus een modderbloedje. Ik kijk hem niet begrijpend aan.
Hermelien fluisterde in mijn oor wat het betekent.
" nee, ik ben geen modderbloedje." Nu kijken ze me raar aan.
" Hoe komt het dan dat je Harry dan niet kent?" hij trekt zijn wenkbrauw op.
" Ik ben geadopteerd en opgevoed zonder magie en al, Oké.
" Ik ben sowieso een half- bloed, mijn vader ken ik niet dus ik weet niet of ik een volbloed ben. Niet dat ik mijn moeder zo goed ken, maar over haar heb ik tenminste gehoord."
"En even dit, wat maakt het uit of we modderbloedjes of volbloed zijn, we zijn allemaal mensen en we kunnen allemaal toveren?"
Drie glimlachen en diegene genaamd Draco kijkt me aan met een opgetrokken wenkbrauw.
Zijn ouders, dat is althans wie ik denk dat ze zijn, kijken naar me vol afschuw, alsof ik iets verkeerds heb gezegd.
Snel gaan zijn ouders naar het perron, nu zijn we met z' n vijven, ik, Ron, Hermelien, Harry en Draco.
Ik sloeg mezelf mentaal dat ik dat zij, ik en mijn grote mond.
Snel probeerde ik een ander onderwerp te beginnen.
"He, houden jullie van slangen, spinnen en haviken?"
Draco keek geïnteresseerd,Ron doet telkens langzaamaan stap naar achteren, Harry en Hermelien kijken met een blik van, Waarom en wat bedoel je daarmee.
Ik loop naar mijn wagen en pak mijn tasje.
" wees lief voor ze." horen ze me zeggen dus logischer wijze vragen ze waarom.
"Ik had het niet tegen jullie." zeg ik.
Ik open mijn tas, er kruipen twee slangen en twee spinnen uit. Ook komt er een havik aangevlogen.
Sommige reizigers kijken omhoog maar verder besteden ze er geen aandacht aan.
De slangen kruipen via mijn been omhoog en de spinnen via mijn arm, de havik strijkt sierlijk neer op mijn schouder.
Ron staat nu met zijn rug tegen de muur, hij probeert zelfs omhoog te klimmen.
Draco loopt op mij af, hij lijkt de dieren leuk te vinden.
Harry en Hermelien staan stil, ze lijken niet te weten of ze, ze leuk moeten vinden of bang moeten zijn.
Draco begint een gesprek met me aan.
" mooie slangen heb je."
"Ik zou wel oppassen, ze zijn gevaarlijk." zei als waarschuwing, ik wil geen dode voor mijn rekening hebben.
"Hoe kom je eraan?" vraagt hij dan.
" Ze kwamen mijn school binnen gekropen. Daarna werd het een hell op school, de brief van Zweinstein was mijn redding."
Dat was een van de eerste keren dat het drietal uit Griffoendor Malfoy geïnteresseerd zagen in een nieuweling.
"Je bent een eerstejaars, toch, want ik heb je nog nooit gezien." constateert hij
" Nee, ik zit in de tweede, ik doe dit jaar de eerste en tweede."
" Welke afdeling zit je dan?"
" weet ik niet, ik kom net aan, ik doe ook de eerste, het is mijn eerste jaar op Zweinstein, idioot."
"Weet je dan welke afdeling je ouders zaten?" vraagt dan maar. Hij stelt te veel vragen, hij stelt mijn geduld op de proef.
"Geen idee, ik weer alleen mijn moeders naam."
" Wat is het?"
Hij is geïnteresseerd, te erg, er moet iets achter zitten, ik komst wel achter, ik heb een heel jaar.
" Mag ik niet vertellen van Hagrid."
" Hoe ken je Hagrid?" vraagt het drietal, ik vond ze al zo stil sinds Draco met me begon te praten, er stinkt hier echt iets.
" Hij kwam me ophalen voor deze school." zeg ik terwijl ik mijn schouders ophaal.
" Wie ken je verder." vragen ze nu allemaal samen.
"Alleen ene Patty Park, ze schold me uit, daarna maakte ik een opmerking en werd ze boos, daarna sleurde Hagrid me mee om een gevecht te voorkomen."
" Wat zei je dan?" er lijkt iets van ongerustheid in zijn ogende zitten opeens.
" Is zij je liefje?"
" Wat, hij lijkt zich te verslikken, Ze is een monster dat achter mij aan loopt!"
" Begrepen, en wat ik zei was: Als ik een b*tch ben, ben jij dan een lelijke trut?"
Daardoor schoot iedereen in de lach, zelf lachte ik ook mee.
Opeens zegt Draco iets over Patty, hij zei dag ze erg geniepig is en, watch your back, you need to do that. Tsk, ze doet me toch niets, ze kan alleen kletsen was wat ik dacht.
" en trouwens mijn slangen houden haar wel in de gaten."
" uhm, ik denk niet dat slangen los in de trein mogen" zeiden ze allemaal. Drie leken opgelucht en Draco leek het jammer te vinden, hij lijkt dol te zijn op slangen.
De moeder van Ron komt naar ons toe en zegt dat we moeten komen, snel duwen we onze wagens door de muur en lopen we naar de trein.
We zochten een coupe en zette onze spullen neer.
Reageer (1)
wha dit is echt heel origineel
1 decennium geledentoppie dus