Hoofdstuk 1
Door mijn wimpers heen probeer ik de omgeving te herkennen. Damn, waar ben ik? Alles is wit om me heen. Het doet pijn aan mijn ogen. Ben ik in de hemel? Dan is het niet zoals ik me had voorgesteld. Ik verzamel het kleine beetje kracht dat ik heb en open mijn ogen. Ze hebben even tijd nodig om het beeld vast te stellen. Nu pas kom ik erachter dat ik lig. Ik lig in een wit bed met witte lakens en een wit kussen en een witte pyjama. Iets teveel wit. Verder staat er niks in de kamer. Ik draai mijn hoofd, en zie een boel knoppen. Eentje ervan is groot en rood. Ach, wat maakt het ook uit. Ik probeer mijn hand op te tillen om op de rode knop te drukken, maar het gaat niet. Het is net of mijn arm niet van mij is. Ik probeer het nog een keer, en gelukkig verschuift mijn arm een klein keetje. Damn, dat doet pijn. Maar ik wil hier weg. Ik krijg de rillingen van deze plek. Ik doe heel veel moeite om mijn arm om te tillen, en eindelijk komt mijn hand bij de rode knop. Nu moet ik er nog op drukken. Met het allerlaatste beetje kracht til ik mijn hand op, en laat hem vallen in de hoop dat hij hard genoeg op de knop komt. Het werkt. Er klinkt een kort en klein piepje. Het lijkt een eeuwigheid te duren, maar uiteindelijk komt er iemand binnen.
Reageer (2)
Mooi!! mijn story gaat over iemand die in coma ligt en veel meemaakt in een soort droomwereld. Misschien wil je dat ook lezen?
1 decennium geledenoeh je begint gelijk al een beetje spannend!
1 decennium geleden