Foto bij 12. Savior on a horse

De dag erna kon Katherine zichzelf niet uitstaan. Ze was nog in de war van gisteravond. Zou het echt kunnen dat ze verliefd zou worden. Haar moeder en zuster dachten in ieder geval van wel. Katherine moest gewoon even alleen zijn. Even in haar rustige isolement aan de klif. Ze nam de schaar en liep naar de rozen toe. Ze zocht er een beeldige uit en knipte hem. De schaar borg ze terug op en met haar rode roos in de hand, vertrok ze naar de klif.

Waarom ze altijd een rode roos nam, wist ze zelf maar amper. Als klein kindje was ze altijd al aangetrokken tot de rozenstruik. Hoe de mooie bloemen er zo lieflijk uit zagen, maar ook zo verraderlijk door zijn scherpe doorns. Haar vader had er eens één voor haar afgeknipt. Samen liepen ze de groene heide in richting de klif. Ze vond het contrast toen al zo mooi. Het contrast van de rode roos op haar wit kleedje. Het contrast van de rode roos in het weelderige groen. Een hemels plaatje stelde Katherine zich voor. Waarschijnlijk is toen haar voorliefde voor rozen begonnen.

Katherine keek naar de dreigende wolken die over zee kwamen. Ze zou zich binnen de kortste keren een helse regenbui kunnen verwachten. Maar de wolken gaven haar nog even de tijd om na te denken. Denken aan Nathan. Ze voelde toch een bepaalde spanning tussen hen twee. Niet een slechte, een aangename zelfs. Zo’n aangename spanning heeft ze nog nooit gevoeld bij een man. Het gevoel was voor haar onbekend. Zou dit liefde kunnen zijn?

De wolken kwamen nu griezelig dichtbij. Ze besloot maar terug te rennen voordat ze kletsnat zou worden. Ze hief haar kleedje een stukje op om te beginnen rennen. Haar schoenen waren niet gemaakt voor rennen, maar ze moest wel wilde ze niet nat worden. Haar benen droegen haar verder en verder. Ze wist dat ze haar thuis niet droog zou halen. Alsof het uit het niets kwam, dook er een ruiter voor haar op. Hij stopte zelfs voor haar.

“Mejuffrouw Odema.” Hij deed zijn hoed wat omhoog om haar beter aan te kijken. Het was Darcy. “Meneer Darcy.” Ze boog door haar knieën. “Sorry heer, maar ik moet door. Ik hoop niet al te nat thuis te komen.” “Dat haal je niet meer hoor. Mag ik u uitnodigen met mij mee te gaan. Ik woon dichterbij, de kans is groter dat we dat wel halen. Zeker als u mij wil vergezellen op mijn paard.” Katherine twijfelde even. Hij had wel gelijk, maar thuis wisten ze niet dat zij bij hem was. “Goed heer, maar zou u dan daar iemand willen sturen om te zeggen dat ik even bij u verblijf?” “Natuurlijk, juffrouw. Komt u maar.” Hij stapte zelf van zijn paard af en hielp Katherine erop. Nadien sprong hij er ook mee op.

Al zou het waarschijnlijk niet geweldig zitten omdat het zadel niet geweldig groot was. Katherine voelde zich daar eigenlijk wel een beetje om schuldig. Op sneltempo zagen ze het huis, maar ze konden niet ontsnappen aan de grote regenwolken. Een stortregen tot gevolg. Alsnog kwamen de twee kletsnat bij het huis aan.

Reageer (1)

  • makk

    Oee..
    Super(L)
    Verdeerr!!(flower)(flower)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen