Haar woorden maakten me alleen maar kwader, en mijn armen trilden van de ingehouden woede. Ik sloeg ze over elkaar om mezelf te beheersen. Het was waar wat ze zei.. maar waarom moest het dan zo vreselijk pijn doen? En daarnaast, we hoefden geen geliefden te zijn om elkaar te mogen. We hoefden geen ruzie te maken. Waarom moest iets waarom ik me zo had verheugd zo ineens instorten?
Ik keek om toen ik geknars hoorde, en ik zag dat ze op de schommel was gaan zitten, met haar rug maar me toe. Ze schommelde zachtjes heen en weer, haar haren omhoogvliegend bij elk zuchtje wind. De spanning verdween uit mijn armen. Dit was geen manier van afscheid nemen. Ik kon niet zomaar weglopen met deze ruzie die tussen ons in zou blijven liggen. Ik zette een paar stille passen naar voren en greep de kettingen van de schommel op het moment dat ze naar achteren schommelde. Ik hoorde aan haar ingehouden adem dat ze schrok, maar verder hield ze zich neutraal door strak voor zich uit te blijven kijken.
“Laten we dan in elk geval als vrienden uit elkaar gaan,” fluisterde ik. Toen gaf ik haar een zetje en liep naar de achterdeur, onderweg de cake oppikkend.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen