De dikke Molukker en de kale Kaaskop
De dikke Molukker en de kale Kaaskop zijn dood.
Zo noemden ze elkaar al jaren. En desondanks is er nooit een kwaad woord tussen ze gevallen, simpelweg omdat ze nooit met elkaar hebben gepraat. Ze gunden elkaar het levenslicht niet, ze vonden de ander een ruzie niet eens waardig. Ze woonden al jaren tegenover elkaar, maar ze zagen elkaar nooit. Ze reden altijd aan de hun eigen kant van de weg. Ze gingen tegelijk weg en kwamen tegelijk terug. Ze reden iedere keer harder in de hoop dat de ander er dan nog niet zou zijn. Niet langzamer, want dan hadden ze van de ander verloren.
De dikke Molukker en de kale Kaaskop zijn dood.
Mijn moeder kwam met tranen in haar ogen naar me toe om het me te vertellen.
"Jongen, je vader is dood." zei ze.
"Oh." zei ik alleen
Ik deed verder niks. Ik huilde niet. Ik dacht alleen na. Ik dacht erover na hoe de buurman zou reageren op de dood van zijn eeuwige rivaal. Mijn moeder begreep me niet.
"Je hoeft je niet flink te houden." zei ze. "Je mag best huilen."
Maar ik huilde niet. Ik dacht alleen na. Later zat ik met mijn moeder en mijn zus aan tafel. Ze huilden allebei bakken met tranen. Maar ik huilde niet. Ik dacht alleen na.
De dikke Molukker en de kale Kaaskop zijn dood.
Ik hoorde een paar dagen later dat de ander ook was overleden. Ik heb het kalm gemeld tijdens het avondeten.
"De buurman is trouwens ook dood." zei ik.
Mijn moeder zat toen even stil en deed niks. Daarna barstte ze in tranen uit.
"Dat ze al die jaren met die rivaliteit hebben verspild." snikte ze.
De volgende dag zagen hun vrouwen elkaar voor de allereerste keer in hun leven van dichtbij. Ze hebben met elkaar gepraat en gehuild om elkaars verlies. Ik huilde niet. Ik dacht na. Deze ontmoeting zou het einde van een tijdperk betekenen. De auto van de buurvrouw zou aan onze kant van de weg rijden. Deze plotselinge verandering heeft me misschien wel meer geschokt dan de dood van mijn vader.
De dikke Molukker en de kale Kaaskop zijn dood.
Hun vrouwen hebben uiteindelijk besloten om hun begrafenis tezamen te houden. Ze zagen het als een verzoening tussen de twee aartsvijanden. Mijn moeder vroeg nog:
"Heb je daar problemen mee?"
Ik vond het een rare vraag. Het was toch niet mijn begrafenis? Ik vraag me nu af of het hun nog uitmaakt. Misschien hebben ze het al lang goed gemaakt, misschien gaan ze elkaar nog steeds uit de weg, of misschien maakt het hun ook allemaal niks meer uit. Of ze naast elkaar begraven moeten worden is het probleem voor de nabestaanden, waar ik er dus ook een van ben.
De dikke Molukker en de kale Kaaskop zijn dood.
Hun kisten zakken tegelijkertijd in hun graf. Ze kunnen elkaar nog steeds niet zien en dat is misschien maar beter ook. Ik sta samen met mijn moeder en mijn zus voor het graf van mijn vader. Naast ons staat de familie van de buurman. Iedereen huilt. Iedereen, behalve ik. Ik huil niet. Ik denk alleen na. Iedereen kijkt naar mij. Ik weet wat ze denken. Ze vinden me gevoelloos. En dat is eerder meer reden voor ze om naar me te kijken dan minder. Ik ben echter niet gevoelloos. Tranen zijn aan mij gewoon niet besteed. De priester spreekt de laatste woorden en dan worden de graven dichtgegooid.
De dikke Molukker en de kale Kaaskop zijn dood.
Mijn zusje klampt zich huilend aan me vast. Ik sla mijn arm om haar schouder. Mijn moeder omhelst en bedankt iedereen die is gekomen. Ook zij huilt. Ik huil niet. Ik denk alleen na. De families condoleren elkaar om de verzoening te bezegelen. Ik schud alleen de hand van de buurjongen, maar dat is genoeg. Dan komen mijn vaders vrienden naar me toe.
"Hé jongen." zeggen ze. "Zullen we er een gaan drinken op die gouwe ouwe van je?"
"Ik heb geen dorst." zeg ik.
Ik stop mijn handen in mijn zakken en loop weg. Ze kijken me verbaasd na.
De dikke Molukker en de kale Kaaskop zijn dood.
"Gods wegen zijn ondoorgrondelijk." hoor ik iemand zeggen.
Daar ben ik het niet mee eens. Niet in dit geval. Ik werp nog een laatste blik op hun graven terwijl ik het kerkhof afloop. Gods weg is vandaag heel doorgrondelijk. Grappig zelfs. Want is het nou niet ironisch dat die twee die gezworen vijanden waren en nu hier tezamen liggen in de laatste seconde van elkaar leven tegen elkaar zijn opgebotst?
Reageer (2)
inderdaad ook mooi. Je hebt een goede schrijfstijl.
1 decennium geledenook mooi!
1 decennium geleden