Hoofdstuk 9
Zenuwachtig en vol verwachtingen zwaaide ik mijn ene been zo sierlijk mogelijk over de houten bezemsteel die enkele centimeters boven de grond zweefde. "Ha, zie je wel dat ik het kan," glunderde ik zelfvoldaan. "Euhm... Geneviève," begon Fred. "Wat?" "Je zit achterstevoren op je bezem." Droog keek ik naar beneden en toen naar de andere die al op een bezem zaten. Fred kon duidelijk zijn lach niet inhouden, net zoals de anderen. "Lach maar. Wie zegt dat jùllie er niet verkeerd op zitten?" Uitdagend staarde ik hen allemaal aan. Met een gigantische grijns keek Fred me aan waarna hij even vaag met zijn hoofd schudde alsof hij deze domme vraag van zich af wou schudden. Een minuutje later zat ik op mijn bezem zoals het hoorde en was klaar om weg te vliegen. "Nou, hoe start je dit ding?" Mijn ogen keken Fred afwachtend aan. "Zet je handen hier-" hij deed even voor hoe het moest "- en dan leun je zachtjes voorover." Ik verplaatste mijn gewicht een beetje naar voren en stuurde mijn bezem de open lucht in. "Niet te hoog," riep Fred me nog na. Maar ik hoorde hem al niet meer en genoot met volle teugen van de wind in mijn gezicht en haren en het prachtige uitzicht. Vlinders fladderde door mijn buik, samen met mij steeds hoger vliegend. Een mooie vogel sloeg zijn vleugels uit en zweefde voor een enkel moment naast me, toen deze weer wegvloog. Mijn handen bewogen even naar links. Vanuit grote hoogte keek ik Fred aan -die nog maar een klein, roodharige muis leek- en riep lachend. "Wedstrijdje?"
Die avond zaten we met z'n allen rond de grote eikenhouten tafel te eten terwijl we uitgelaten vertelde over onze dag. "En toen vloog ze zomaar weg!" Riep Fred uit. "Ze had kunnen vàllen!" Hij was blijkbaar nogal bezorgd geweest toen ik er vandoor vloog en had me daarna een hele preek gegeven over het feit hoe gevaarlijk dat was geweest en dat ik nooit meer zo'n domme actie mocht uitspoken. Zijn tirade bleef zeker een half uur doorgaan totdat ik hem eindelijk een beetje tot bedaren kreeg. Maar blijkbaar zat het hem nog steeds dwars. Ik negeerde zijn beschuldigende blik en knoopte een gesprek aan met George die wat aan het kloten was met zijn eten. Plotseling vloog de deur open. Een roodharige jongen van ongeveer rond de twintig met minstens een miljoen sproeten en een groot glanzend litteken op één van zijn armen keek ons met vrolijke, glinsterende ogen aan. "Charlie!" Zowat elke Wemel sprong recht en ging Charlie begroeten. Toen iedereen klaar was met hem te verwelkomen, onderzoeken, knuffelen noem maar op, besloot ik ook maar eens 'hallo' gaan zeggen. Nieuwsgierig keek Charlie me aan en stak toen uitnodigend zijn hand uit. "Charlie Wemel." "Geneviève Von Devonshire."
Charlie bleek heel vriendelijk te zijn en scheen ook veel humor te hebben. Hij vertelde me die avond over zijn reizen en de draken die hij bestudeerde in Roemenië. Al snel kreeg hij in mijn gedachten het label 'vriend' opgeplakt. Na twaalven besloten Fred, George, Ron, Ginny en ik maar te gaan slapen aangezien we doodop waren. Ik strompelde al half slapend de trap op en kleedde me in speedtempo om. Met een plof viel ik neer op mijn bed. Al vanaf dat mijn hoofd mijn kussen raakte zakte ik al weg in Dromenland.
Sorry dat het zo lang geduurd heeft. Het spijt me echt. Deze vind ik zelf nogal tegenvallen... Maar ik heb om eerlijk te zijn bijna geen inspiratie meer, dus als iemand me wil/kan helpen; reactie/pb/...
Groene knop (:
Laura xx
Reageer (12)
verder!!!!!!!
1 decennium geledenVERDER!!!IS ZOOOOOOOOOO!O!!!!!!LEUK!!!!!!
1 decennium geledenPLEASE!!!
ik heb net heel het verhaal gelezen
1 decennium geledenhet is prachtig
ga je toch nog verder
<333333
snel verder:D
1 decennium geledenxx
nieuwe abo (:
1 decennium geledendus ik wil een nieuw hoofdstuk ^^