Matt

Het duurde voor mijn gevoel veel te lang voor iedereen klaar was met eten. Toen alle borden eindelijk leeg, afgeruimd en afgewassen waren stapte ik in mijn slippers en vloog de deur uit. Gran had gezegd dat ze de hond aan het uitlaten was toen ze haar hadden gezien, maar ik had niet doorgevraagd. Ik wilde niet dat ze wisten hoe graag ik wilde zien of zij het meisje uit mijn dromen was. Waarschijnlijk wist Gran dat wel, ik kon haast niks voor haar verborgen houden. Ik stak mijn handen in mijn zakken en sloeg rechtsaf, richting de pier. Ik had geen idee waar ik op zoek moest gaan. Misschien moest ik niet eens gaan zoeken en kwam ik haar vanzelf wel tegen. Of was dat weer te makkelijk?
Het was rustig op straat, maar veel mensen zaten in hun tuin van de ondergaande zon te genieten. Ze groetten me toen ik langsliep door hun hand op te steken of tegen hun hoed te tikken. Het verbaasde me hoe vriendelijk de mensen hier waren, in Plymouth merkte niemand me zelfs maar op. Er werden soms zelfs lijken gevonden in doodgewone woningen, die daar al meer dan twee weken hadden gelegen. De buren begonnen dan een vies luchtje te ruiken en gingen toch maar eens kijken of de buurman, van wie ze zijn naam niet kenden, zijn huis nog wel eens schoonmaakte. Zoiets zag ik hier totaal niet gebeuren. En ook al was het hier veel rustiger en stiller, toch hing er een gezelligheid in de lucht die ik temidden van de mensenmassa thuis.. in Plymouth niet had gevoeld. De zee ruiste uitnodigend. Ik keek naar de lege straat voor me. Misschien was het zwak, misschien gaf ik te snel op, maar nu zou ik haar toch niet tegenkomen en ik had er behoefte aan het water weer om mijn voeten te voelen. De zee was het enige dat Plymouth en Minyrr gemeen hadden. Bovendien had ik vanaf het strand uitzicht over de hele straat, dus als ik eens per vijf minuten om zou kijken, zou ik haar wel zien. Ze had immers een hond die deze avond nogmaals uitgelaten moest worden. Ik stak de straat over en schopte mijn slippers uit. Het grove zand onder mijn voeten voelde nog warm aan van de zon die er de hele dag op had geschenen. De zee stond laag. Ik liep door het natte zand naar de branding en liet het water tussen mijn tenen door sijpelen. Het voelde heerlijk na twee dagen in dat stoffige, benauwde huis gezeten te hebben. Ik schopte een golf opzij – totaal nutteloos en ik raakte er alleen maar doorweekt van, maar het voelde goed – en liep tot boven mijn knieën het water in, waardoor de zoom van mijn broek helemaal nat werd. Maar dat gaf niets. Ik was weer verenigd met het water, met de zee, het element dat al het land verbond.
Ik weet niet hoe lang ik daar had gestaan, maar het water was gestegen tot mijn heupen en een golf duwde me naar achteren. Verschrikt opende ik mijn ogen terwijl ik achterover viel, niets vindend om me overeind te houden. Ik kwam hoestend en proestend weer boven, totaal doorweekt. Fijn. Toen ik het zoute water uit mijn ogen had gewreven zag ik tot mijn schrik dat de zon al bijna onder was. Het moest al na negenen zijn! Ik draaide me om, me opeens herinnerend war ik van plan was te gaan doen. Nee hè! Kwaad sloeg ik in het wateroppervlak, strompelde het strand op, schoof mijn voeten weer in mijn slippers en stak de straat over. Het was nog steeds verlaten. Of opnieuw, dat kon natuurlijk ook. Met hangend hoofd en druipende kleding liep ik terug naar huis, me bewuster dan ooit van mijn zwakheid. Zelfs afspraken met mezelf kon ik niet nakomen.
Ik was zo diep verzonken in mijn eigen gedachten dat ik bijna over iets pluizigs was gestruikeld. Een pointer, zag ik nu. Ik richtte me op om mijn verontschuldigingen aan te bieden voor zijn eigenaar en keek recht in twee heldergroene ogen. Ogen die me al mijn hele leven hadden achtervolgd, elke nacht. Ik hield mijn adem in. Ze was het. Ze was het echt. Haar ogen, haar haar, haar gezicht, haar lichaam. Ik realiseerde me nauwelijks wat ik zei, iets over dat het me speet. Ook in haar ogen stond verbazing te lezen. Ik wilde wegrennen, weg van dit schepsel, deze geest die me al zo lang had gestalkt. Maar ik kon het niet. Ik had hier té lang op gewacht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen