Up to the Capitol 2.3
Even was het stil. Wat moest ik zeggen zonder haar te kwetsen? “Birgit, dat ligt er helemaal aan wie haar tegenstanders zijn. Die kan ik niet voor je regelen,” antwoordde ik.
Ik zag haar even bedenkelijk kijken, “Eh ja. Dat is waar. Sorry, dat ik me zo liet gaan.”
“Geeft niet. Maar alsjeblieft, schiet niet nog eens op hol als ik weg ben. Ik wil niet dat je in de problemen komt.”
Een glimlach verscheen op haar gezicht, “Ik zal me gedragen, oké,” zei ze niet al te serieus.
De grote deuren van het gerechtsgebouw gingen open en de rest van de familie Adealer kwam naar buiten gelopen. “Ik moet maar eens naar huis,” zei ze zacht en de hele sfeer was weer omgeslagen. Ze was net zo droevig als ze eerst was. “Kom hier,” zei ik en gaf haar een knuffel. “Houd je taai.”
“Ik zal mijn best doen,” zei ze. Daarna liet ik haar los en liep ze naar haar ouders en haar zusje.
Ze pakte de hand van haar moeder vast en ze gingen naar huis, ze zouden een moeilijke en zware tijd tegemoet komen. Een tijd van onzekerheid. Zouden ze Sloan nog ooit levend terug zien?
Ik keek ze na. Wanneer ze helemaal uit zicht waren, draaide ik me terug naar het gerechtsgebouw en ging naar binnen. “Alles goed met Birgit?” vroeg Lexus toen ik de kamer weer in kwam. “Ze zei dat ze zich ging gedragen, maar ik weet het niet. Ze klonk niet echt overtuigend.”
“Ik houd haar wel een beetje in de gaten als je weg bent.” Echt? Zou hij dat doen?
“Dank je. Ik weet niet wat ik zonder je zou moeten.” Hij grijnsde eventjes en liep toen op me af. Hij pakte mijn hand, “Ali, ik weet in ieder geval dat ik niet zonder jou kan.”
Ik keek weg en trok mijn hand los. “Lexus, alsjeblieft.”
Ik kon Milo maar niet vergeten. Het gat in mijn hart was nog te groot, dat moest langzaam helen.
“Ik weet het. Ik wacht wel,” zei Lexus. “Maar mag ik alsjeblieft wel laten zien dat om je geef?”
Hij friemelde aan zijn ringvinger. Wat was hij aan het doen? Hij pakte mijn hand en ik voelde iets kouds, dat van metaal was, in mijn handen glijden. “Ik wil dat je deze bij je houdt. Dan ben ik ook bij je als je hier niet bent.”
Hij trok zijn hand weg en ik keek stomverbaasd naar de ring, die in mijn hand lag. Ik wist dat deze ring veel waarde voor hem had. Hij was al eeuwig in hun familie.
Voor ik nog kon zeggen dat ik het niet kon aan namen en hij zo iets waardevols niet aan mij moest geven, werd er op de deur gekopt en opengedaan. Een bediende stak zijn hoofd langs de deur, “Mevrouw Orincx, het is tijd om te gaan.”
Ik knikte en hij verdween weer. Ik keek Lexus aan, “Nou, dan ga ik maar.” Snel gaf ik hem een knuffel. “Je kunt het, Alicedee. Één van jouw tributen gaat winnen, ik voel het.”
Het waren oppeppende woorden, waar ik niet op kon antwoordden en ik liet hem los. Ik liep naar deur en opende hem. Ik keek hem nog een keer aan. “Tot over een tijdje,” zei ik. “Ja, tot over een paar weken.” Niemand wist hoe lang de spelen zouden duren, dus het konden dagen zijn óf weken. Wat moest ik anders zeggen? En ik verdween door de deur.
Beneden, in de hal, stonden Demain, Sloan en Annabel al op me te wachten.
“Ons vervoer staat al klaar,” zei Annabel.
We verlieten het gerechtsgebouw, waar een wit busje voor de deur stond. Het was nog wel eventjes rijden naar het station. Ons district was één van de grootste en het station lag achter de warenhuizen. Die lagen dichtbij het spoor, zodat alles wat we verbouwden snel naar het Capitool vervoerd kon worden. We stapten in en de elektromotor van het busje werd gestart.
Tijdens de rit werd er niet gepraat. Demian staarde naar buiten. Hij vroeg zich vast af of hij district 11 ooit nog zou zien. Ik had nog steeds de ring van Lexus in mijn hand, die leek te branden. Toch opende ik mijn hand niet, niemand hoefde te zien dat ik hem bij me had.
Hij zei dat hij niet zonder me kon. Hij had me het dierbaarste van zichzelf aan mij gegeven, omdat ik net zo dierbaar voor hem was, anders had hij hem nooit mee gegeven.
Het busje stopte, wat me weer bij de realiteit bracht. Camera’s zouden zo weer op ons gericht zijn. Bijna elke beweging van de tributen werd gevolgd, waardoor Annabel en ik automatisch ook gevolgd werden. Één van de vredebewakers maakte het busje voor ons open. Gelijk waren de camera’s op Sloan en Demian gericht. Het was maar een klein stukje naar de trein. Echt maar vijf minuten en dan zouden ze ons tot in het Capitool weer met rust laten. Annabel liep voorop en ik er achteraan. Demian hielp Sloan de Capitooltrein in. Het snelste vervoer dat we kenden.
De deuren gingen achter ons dicht en een paar seconden later ging hij rijden. We liepen het smalle gangpad op. “Damian, hier is jouw cabine,” zei Annabel, “Sloan, de volgende is voor jou.”
Allebei verdwenen ze de cabines in. “Over een uur eten we gezamenlijk in de Dinercabine,” zei ze nog.
Samen liepen we daarna door. Eerst passeerden we de “huiskamer” van de trein, waar een gigantische bank met een televisie, zo hoog als de trein zelf, was. Alles moest groot en royaal van het Capitool. We liepen een tweede gang in.
Annabel draaide zich om. “Nou, hier zijn onze cabines. Zie ik je over een uur?” vroeg ze.
“Yep, ik zal er zijn,” antwoordde ik.
Ze verdween haar cabine in en ik in die van mij. Ik zuchtte, nu was ik alleen. Nu durfde ik mijn hand pas open te doen. Ik staarde naar de ring. Dat ding ging ik echt niet dragen, ik hing hem wel aan mijn ketting. Ik maakte hem los en hing de ring eraan.
Nu deze kleren uit. Ontspanning kon ik nu wel even gebruiken. Ik liep naar mijn badkamer en zette de kraan open, om hem vol te laten lopen. Ik deed er wat van die heerlijk geurende oplossingen in, die op het plateautje er boven klaar stonden, en trok mijn rode jurk uit.
Ik stapte in het bad en ging zitten, het zilveren goedje deed me goed. Eindelijk rust.
Reageer (4)
Ik zitnu met de IPod op mijnkamer, en eigenlijk moet ik slapen maar ikkan niet ophouden met het lzen van je story,
1 decennium geledenMaar mijn ouders zijn er niet dus dat maakt het alweer wat veiliger,
Heel snel veder!!!!!
Xxx N
Neeeeeeeeext.
1 decennium geledenSnel verder! <33
1 decennium geledenVolgendeeee
1 decennium geleden