039
Ik heb geen idee hoelang ik hier al lig, het enige wat ik weet is dat mijn hele lichaam pijn doet. Het brandt zo erg, alsof ik helemaal in vuur en vlam sta. De vrouw met het rode haar is verdwenen, geen idee waar ze heen is gegaan. En net als de rode vrouw is ook het gejank verdwenen. Daar lig ik dan, eenzaam en lijdend van de pijn. Serieus, gaat iemand me nog helpen of moet ik langzaam dood gaan?!
Alice POV.
We zaten met zijn allen aan tafel, nou ja bijna met zijn allen. Edward was er niet, waar hij op dit moment zat? Geen idee. Hij had net gebeld maar niet gezegd waar hij was. Hij was goed bezig met het omzeilen van mijn gave want ik kon ook niet zien waar hij heen ging. Alsof hij gewoon niks deed en vanzelf wel zag waar hij uit zou komen. "Carlisle?" vroeg Rosalie, maar meer kon ze niet vragen. Ze zakte ineens inelkaar en begon te schreeuwen van de pijn. En ze was niet de enige, iedereen viel neer en begon te schreeuwen. Wat is dit? Wat kan ons allemaal zo'n pijn bezorgen? En die luchtdruk, wat gebeurd hier? Waarom heb ik niks zien aankomen? Begint mijn gave aftezwakken? Ik voelde mezelf langzaam wegzakken ik moest steeds meer moeite doen om bij bewustzijn te blijven, de pijn was zo erg. Ik wist niet eens dat een vampier buiten bewustzijn kon raken!
Ik opende mijn ogen en merkte dat de druk uit de lucht verdwenen was. Wat was dat in godsnaam? Ik stond op en bekeek de rest, Carlisle was al 'wakker', voorzover een vampier wakker kon zijn. De rest lag nog met hun ogen gesloten. "Carlisle, wat was er aan de hand?" vroeg ik geschrokken. "Ik heb een vermoeden en als het klopt zouden we wel eens een groot probleem kunnen hebben" zei Carlisle. "Wat bedoel je?" vroeg ik verbaasd. "Even wachten Alice, ik moet even een boek zoeken" zei Carlisle en hij ging naar zijn boekenkast toe. Hij zocht tussen de boeken en pakte er uit eindelijk eentje uit. "Wat is dat voor boek Carlisle?" vroeg ik en ik ging naast hem staan. "Alice, rust" zei Carlisle en hij ging in de woonkamer zitten. Hij wierp nog een bezorgde blik op de rest van de familie, ze lagen er nog steeds zo bij als een paar minuten geleden. Stijf, met de ogen gesloten. Serieus, nu lijken het echt dode mensen. "Hier was ik al bang voor" zuchtte Carlisle. Ik durfde niet te vragen waarvoor, straks werd hij weer boos. Carlisle bleef even stil en keek me daarna verbaasd aan. "Dit keer mag je wel vragen wat er is hoor" zei hij. "Oke wat is er?" vroeg ik direct. Carlisle glimlachte even maar algauw was de glimlach weg. "Duizenden jaren geleden werd de wereld beheerst door een machtig persoon" begon Carlisle. "Een vampier?" vroeg ik. "Nee, geen vampier, gewoon een mens. Nou ja, gewoon. Ze bezat verbazingwekkende krachten, ze was zo sterk niemand kon haar aan" zei Carlisle. "Maar, het was een mens, waarom heeft een vampier haar niet gebeten?" vroeg ik verbaasd. "Zodra haar bloed in contact zou komen met het gif van een vampier of weerwolf zou ze nog machtiger worden" zei Carlisle. "Ah oke, vreemd. Maar wat voor krachten bezat ze dan?" vroeg ik nieuwsgierig. "Ik heb geen idee wat ze allemaal bezat, ze was zo krachtig niemand kon in haar buurt komen. Ze kon van alles met je doen" zei Carlisle. "Je praat in verledentijd, betekend dat dat ze dood is?" vroeg ik verbaas. Als dat zo is is er toch geen probleem? "Ja ze is dood, ze was achter de plannen gekomen die de vampiers hadden bedacht. Ze kon er niks meer aan veranderen. Ze wist dat ze nog zo'n jaar de tijd had dus heeft ze zichzelf voortgeplant. Ze kreeg een dochtertje, die dus een deel van haar genen bezat" zei Carlisle. "Ze had zichzelf maanden verstopt, net als haar baby. Ze heeft haar baby in veiligheid gebracht en had zichzelf daarna opgeofferd. Ze had twee keuzes, één; haar verloofde laten opdraaien voor haar daden, of twee; zelf dood gaan. Ze wist dat ze niet zonder hem kon leven dus ze koos voor het tweede" ging Carlisle verder. "En wat is er met die baby gebeurd?" vroeg ik. "De baby is opgevoed door haar verloofde, wat logisch was aangezien dat de vader was. En door al die jaren heen is het gen nog steeds behouden. Waarschijnlijk is het meisje die het gen bezat gebeten door een vampier, of ze is een dochter van een wolvenstam" zei Carlisle. "En hoe weet je zo zeker dat het een meisje is?" vroeg ik verbaasd. "Het gen ging alleen over op de meiden, alle meiden die afstammen van Lotus hebben een ketting gekregen. Een Lotus bloem" zei Carlisle. "Lotus? Was dat haar naam?" vroeg ik. "Ja, Lotus was haar naam. En de ketting is niet het enige wat de meiden hebben gekregen, hun tweede naam is ook Lotus. Althans zo ging het jaren geleden, ik weet niet of het nu nog steeds zo is" zei Carlisle. "Maar, ik snap een ding niet" zei ik. "En dat is?" vroeg Carlisle. "Als al die meiden het gen bezitten, waarom gebruiken ze hun krachten dan niet?" vroeg ik verbaasd. "Lotus had door middel van haar krachten een rem erop gezet, de krachten zouden alleen beschikbaar worden zodra het gen in contact zou komen met het gen van een vampier of weerwolf. Als dat bij Lotus was gebeurd was ze sterker geworden, maar als het nu gebeurd dan vrees ik voor ons leven" zei Carlisle. "Hoezo vrees je voor ons leven, wieweet heeft ze er geen kwade bedoelingen mee?" vroeg ik. "Denk eens na Alice. De Volturi wil de allersterkste vampiers in haar bezit hebben. Raad eens waar ze naar op zoek gaan" zei ik. "Ah, naar de gendrager" mompelde ik. "Inderdaad, en geloof me, als dat gebeurd kun je wel gedag zeggen tegen de fijne wereld die we nu kennen" zei Carlisle. "Hoezo kunnen we gedag zeggen tegen de wereld?" vroeg Esme verbaasd. Carlisle en ik stonden op en gingen naar de keuken. De rest was ook 'wakker' geworden. Ik sloeg mijn armen om Jasper heen en Carlisle begon het hele verhaal opnieuw te vertellen.
Reageer (8)
Oh neeeeeeeeee
1 decennium geledenOmg!
1 decennium geledenEcht heeeeeeeel snel verder! <33
wauw spannende wending:D:D
1 decennium geleden