Footprints In The Snow
'Red je het, Lizalotje?'
'Noem me niet zo, pap! Ik ben al lang geen 5 meer!' bromde Liza.
Haar vader gniffelde. 'Dat weet ik. Maar m'n vraag was serieus.' 'Ja pap, ik red het wel,' antwoordde Liza. 'Ik ben al veel in het reservaat geweest. Ik overleef het wel.'
17 jaar lang liep Liza al rond in dit reservaat. Haar vader was boswachter en nam haar al mee sinds ze nog geen jaar oud was. Liza was van dit park gaan houden. Ze was hier bijna letterlijk opgegroeid. Opgegroeid tussen de bomen en struiken. Tussen de meren en rivieren. En niet te vergeten; De dieren.
Ze was altijd al dol geweest op de vossen, konijnen en hazen die zich schuil hielden in hun holen en 's avond, tijdens schemering, naar buiten kwamen.
Liza trok haar witte wollen winterjas dicht om zich heen en stapte de sneeuw in. Ze was niet bepaald dol op de winter en de kou maar dat weerhield haar er niet van om buiten een verfrissende wandeling te maken.
De sneeuw kraakte onder haar zware winterlaarzen en ze liet een lang spoor achter dat bijna meteen weer werd ondergesneeuwd. Het was kouder dan verwacht. De wind leek te grommen en probeerde hardnekkig haar jas van haar af te blazen. Uit haar zakken diepte ze een wollen muts en 2 dikke handschoenen op. De koude wind leek het op te geven. Hij waaide zachter en de sneeuwvlokjes vielen nu in een rechte lijn naar beneden. Nu kreeg Liza een beter zicht op haar teerbeminde reservaat. Alles was bedekt onder een dik sneeuwtapijt. Het leek alsof Liza midden in een sprookje was beland. Een echt winter wonderland. Ineens werd ze overvallen door een ongemakkelijk gevoel.
Liza leefde nu al zo’n 17 jaar in dit park, het was haar 2de thuis. Dus zodra er ook maar één blaadje verkeert zat, wist ze het. Enkel was het dit keer niet enkel een verdraait blaadje. Voor haar voeten liep een spoor, een menselijk spoor. Het spoor vond zijn oorsprong in het bos en liep ten einde aan het bankje vlek bij het meer. Vroeger was dit reservaat een gewoon stad park. Later werd het uitgeroepen tot beschermd natuurgebied. Technisch gezien mochten hier dus geen mensen meer komen dus het bankje stond er maar voor niets.
Liza gromde. Ze beschouwde het park zowat als van haar. Wie hier een voet zette kreeg met haar te maken! Ze keek met zure blik naar de bank. Die omarmde slechts een lege plek. De “dader” was ‘em vast al gesmeerd. Liza bekeek nu de voetstappen. Het waren smalle sporen die breed begonnen maar met een spitse punt eindigen. Ze konden dus van een vrouw zijn. Liza draaide een paar keer rond de sporen en plaatse toen haar laars in een van de voetstappen. Hij was net iets te breed en net iets groter.
Een man dan?
Toen Liza haar andere voet in een volgende voetstap wilde zetten, was ze er zeker van dat het een man was. Geen vrouw kon ZO’N GROTE passen nemen. En nog iets viel haar op; de sporen waren nog niet ondergesneeuwd, dus vers!
‘Oké! Kom Nu tevoorschijn! Je weet BEST dat dit verboden terrein is!’ Er kwam geen reactie. Het was muisstil. Zelfs de wind leek z’n adem in te houden. ‘Denk maar niet dat je hier mee weg komt!’ Toen ook hier geen antwoord op kwam, volgde ze maar verder de sporen richting de bank.
Oh, als ze hem te pakken kreeg!
Geërgerd kneep Liza haar wenkbrauwen samen. Het spoor stopte bij de bank. Een halve cirkel in de sneeuw verraadde toch dat daar iemand gezeten had. Toch, het spoor liep dood.
Liza ging de oever van het meer inspecteren. Als je een grote sprong nam belandde je zo van de bank in het water, maar dat leek haar onwaarschijnlijk. Het was hartje winter. Welke idioot zou nu in het meer springen? Trouwens, over het meer was een strak laagje ijs gespannen. Dus als er iemand daadwerkelijk in had gesprongen, zou ze het wel gemerkt hebben.
Gefrustreerd bekeek ze toen toch nog eens de bank. Het enige wat ze vond waren 3 kleine, zwarte veertjes…
Reageer (4)
Cool
7 jaar geledenlove it<33
1 decennium geledengeweldig ^^ ik ben nou al verslaafd <3
1 decennium geledenSpannend! En erg goed geschreven, vind ik.
1 decennium geleden