Foto bij [7.4] The Plan

Mia

Ik ren me de longen uit het lijf. Blijkbaar kent de zwerver de buurt goed. Ondanks de geur van alcohol die hem achtervolgt, kan hij de weg goed onthouden. Achter me stijgt Kiara op, wat eigenlijk geen slecht idee is. Ze is veel sneller en haalt me in. Ik concentreer me en probeer ook op te stijgen. Het lukt niet vanaf de eerste keer dus blijf ik verder rennen. Ik zie Kiara en de man de hoek omgaan. Een grote plof tot gevolg. Ik ren de hoek om en zie Kiara op de grond liggen. Een kreun ontsnapt uit haar mond. Boven hangt een staaf die 2 huizen met elkaar verbind, bijna niet te zien door de muren.

Ik besluit Kiara even achter te laten. Uit instinct achtervolg ik weer de zwerver. Hij kent de buurt beter dan ik. Dus misschien haalt die weer zo’n streek uit zoals bij Kiara, dan is het veiliger te blijven lopen. Ik zie onderweg een ijzeren stang liggen, ik kan het niet laten om hem mee te nemen. De man verdwijnt weer om de hoek. Mijn kindervoetjes achtervolgen weer. In de steegjes is het vrij donker, maar genoeg voor me om te zien.

Wanneer ik de bocht om ben, probeer ik me nog eens te concentreren. Mijn kindervoetjes halen zijn grote passen nooit in. Wonder boven wonder lukt het nu wel. De kracht die mijn vleugels hebben is dubbel zoveel als zijn kracht in zijn benen. In geen tijd heb ik hem ingehaald. Hij merkt me op en probeert zich te verschuilen. Ik laat me echter niet vangen. Ik jaag hem eruit en zet hem vast tegen de muur. Mijn kleine lichaam bijna tegen die van hem. Ik ben misschien kleiner van formaat, maar met mijn vleugels uitgeslagen, toren ik wel boven hem uit.

Ik zet de buis tegen zijn hals. Kiara is waarschijnlijk verloren gelopen. Mijn gedachten zeggen hem te vermoorden, mijn instinct ook. Maar Kiara vertelde me dat we enkel moorden plegen die op zelfmoord of ongelukken lijken. De man grijpt naar de buis. Door te diep in gedachten te zijn, had ik de buis harder tegen zijn keel gezet. De man hapt naar adem en probeert zich in alle mogelijke wegen te verweren. Tevergeefs. Ik zet de buis nog harder tegen zijn keel aan. Het duurt niet lang meer voor zijn laatste adem zich uit zijn longen begeeft.

Ik laat de stang los, waardoor de man op de grond zakt. Ik hoor de vleugels van Kiara al. Op een gegeven moment staat ze naast me. “Goed gedaan. Je weet nooit tegen wie hij wat gezegd zou hebben.” Ze buigt naar hem en voelt in zijn nek. “Hij leeft nog, zwakke hartslag.” Ze staat terug recht en komt weer naast mij staan. “Toen we in de buurt vlogen heb ik een kerkhof opgemerkt.” Kiara kijkt me aan. Ik ga weer verder: “We dumpen hem levend in zo’n kist.” Twee grijnzen ontstaan.

Reageer (2)

  • twiddict

    Agree met allebei de punten van makbuleg.

    1 decennium geleden
  • makk

    OMYGOD:|
    Verdeerr!!(flower)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen