The seven doors 20
Nadat er even een stilte was gevallen vertelde Dara verder. Op een fluistertoon die iedereen de rillingen over de rug deed lopen. Hoewel dat ook kon liggen aan wat ze zei: “Maar over de ergste wezens heb ik het nog niet gehad. Niemand weet waar ze vandaan komen of hoe je ze kunt bestrijden. Ze zijn ongevoelig voor wapens. Ze merken het niet eens als je een zwaard door hen heen zou steken. Verder zijn ze onvermoeibaar en razendsnel zodat je ook niet kunt vluchten. Als je er ooit één tegenkomt ben je er geweest. Ze zijn de persoonlijke lijfwacht van heer Kerwin en ze volgen hem overal behalve als hij naar de kerkers gaat om zijn gevangenen te bespotten. Ze slapen niet en eten niet. Ze lijken nog het meest op levende doden. Want ondanks hun angstaanjagende vaardigheden lijken ze nog het meest op mensen. Voor zover we weten zijn er maar twee van hun soort en ze werden voor het eerst gezien toen Lennerd en Marleen faalde, maar sindsdien leven we in voordurende angst voor wat er gebeurt als heer Kerwin hen achter ons aanstuurt. Want er wordt gezegd dat ze zelfs een vlo kunnen ruiken op meer dan 100m afstand en dat ze zich enkel voeden met het bloed van hun slachtoffers of dat nu dieren of mensen zijn.” “Ik wil hier weg” ,piepte Skipper. Arthur snoof en Rodza werd al de mond gesnoerd voor hij iets kon zeggen. “Je kunt niet weg,” antwoordde Dara, “Je kunt niet door dezelfde deur terug voor die gesloten is en weer geopend, tot dan zit je hier vast.” “En je kunt je beter nutig maken, anders sturen we je terug op de snelle manier” ,voegde Rippertjiep daar aan toe. Hij klonk doodernstig en Sara twijfelde er niet aan of hij was in staat om zijn dreigement uit te voeren. Skipper die, zelfs al zou hij weer leven in zijn eigen wereld, er niets voor voelde om dood te gaan, zweeg.
Reageer (1)
RIPPERTJIEEEEEP(l) you sexy mouse :'d
1 decennium geleden