6.1 The last fight
Ik snoof even wat niet fijn was voor mijn neus. Ugh, ze had die bal goed in mijn gezicht getrapt. Goed gemikt trouwens. Ik zuchtte even en besloot naar mijn kluis te gaan. Eenmaal daar opende ik mijn kluis en ik wisselde boeken in voor de boeken voor de laatste twee lessen. Na schooltijd had ik geen zin om mijn huiswerk te maken die ik nog niet af had. Ik vond het wel goed voor vandaag. En met barstende koppijn kon ik me moeilijk concentreren. Misschien wilde pap een briefje schrijven dat ik me niet kon concentreren, omdat ik een lichte hersenschudding had ofzo. Het was niet waar, maar dat hoefden de leraren niet te weten.
Verderop zag ik Paloma net haar kluis openen. Ze had me niet opgemerkt, dus misschien kon ik haar onopvallend haar kluis induwen. Had ze me maar niet moeten bedreigen. Ik sloot mijn kluis en begon mijn weg naar Paloma. Ik moest toch die kant op voor de volgende les. Mijn grijns werd groter met elke stap die ik dichterbij Paloma kwam. Ze boog zich voorover en ik kreeg een nog grotere grijns. Ik nam een klein aanloopje op mijn tenen en was toen bij haar kluis. Ik liep nu iets rustiger en kwam achter haar uit. Onder het lopen stak ik mijn handen uit en gaf haar een flinke duw in de onderrug. Paloma knalde haar kluis in. Ze gleed naar beneden en kreeg haar jas op haar hoofd. Ik grinnikte en liep rustig door. Een hoop gevloek en getier kwam uit de kluis vandaan. Ik hoorde hoe haar voeten de grond weer raakten. Er weerklonk een gefrustreerde gil door de hele school en het kwam vanachter mij vandaan. Ik keek subtiel over mijn schouder. Paloma sloot met een klap haar kluis, liet haar tas liggen en zette de achtervolging in. Het tikken van rennende voetstappen achtervolgden me. Weer keek ik over mijn schouder. Paloma was enkel nog op een paar meter afstand en als ik niet uitkeek lag ik straks languit op de grond met haar bovenop me. Met het resultaat dat we beiden slaafjes werden en nog meer vochten.
Ik begon ook te rennen.
“LAFAARD! REN MAAR WEG!” schreeuwde Paloma achter me aan.
Ik perste mijn lippen op elkaar en probeerde haar niet uit te schelden voor alle mogelijke dingen die er bestonden en niet bestonden.
“DAMES!” Een harde stem liet ons meteen stil staan. De conciërge van gisteren stond ons met opgetrokken wenkbrauwen aan te kijken met een bezem in zijn handen. Hmm, ik had hem niet eens opgemerkt. “Er wordt geen tikkertje in de gangen gespeeld. Zijn jullie daar niet iets te oud voor?” Hij grijnsde breed.
Ik stak mijn tong naar hem uit. “Misschien vinden wij het wel leuk om tikkertje te spelen. En misschien vinden wij het ook wel leuk om de regels te overtreden.”
“Precies!” stemde Paloma in. “Dat zei ik niet,” mompelde ze er achteraan.
“Ga maar naar de les. De bel gaat zo. Als ik jullie nog eens achter elkaar aan zie rennen met moord bedoelingen…”
“O, nu is het een stuk erger,” zei Paloma sarcastisch.
“… met moord bedoeling,” zei de conciërge met extra nadruk. “Dan mogen jullie mooi naar de directeur.”
Ik rolde met mijn ogen. “Best. Ik ga al.” Ik stampte richting de klas.
Paloma draaide zich om en stampte de andere kant op.
“Jongedame, jouw les is ook die kant op.” De conciërge klonk berispend.
“Als ik zonder tas daar aankom, ga ik alsnog naar de directeur!” riep ze naar de man met een chagrijnig hoofd.
Ik grinnikte. “Zelfs met tas gaat je dat wel lukken!”
“Pardon?!” Paloma keek me woest aan.
“Je hebt me wel gehoord!” Ik liep gewoon verder met een triomfantelijke glimlach.
“Niet waard, niet waard,” hoorde ik Paloma nog zeggen en ze liep de andere kant op. Haar gemopper was nog van kilometers afstand te horen, voelen en misschien zelfs wel ruiken. De conciërge floot lekker verder en begon verder te vegen. Triest persoon ook. Wie werd er nou conciërge? Je deed eigenlijk niets. Je wachtte gewoon tot een leerling straf kreeg en liet die je klusjes opknappen. En je kreeg betaald ook nog! O, nu snapte ik waarom sommige mensen conciërges werden. Maar toch. Het lijkt me vies werk. Want de conciërges hier hadden het slecht getroffen met deze school. Brave leerlingen allemaal. Totdat Paloma en ik kwamen natuurlijk. Wij veroorzaakten wel wat opschudding.
Ik kwam bij het klaslokaal aan. Met een zucht begaf ik me ín het klaslokaal en zag dat enkel Edward er nog zat. Vanuit mijn ooghoeken kwam Jasper eraan gestrompeld en aan de andere kant Paloma.
“Wauw, jij bent vroeg. Kom je naast me zitten?” vroeg plotseling een melodieuze stem.
“Wat?” Met opgetrokken wenkbrauwen keek ik hem aan. “Ach, waarom ook niet. Hoef ik ook niet naast Paloma,” mompelde ik en ik ging naar Edward toe. Ik plofte naast hem neer. Wat moest hij van me? Who cares. Ondertussen kwam Jasper binnen. Hij plofte voor Edward neer en schuin tegenover mij. Paloma kwam een paar seconden later. Ze wierp een vuile blik op mij en ik gaf haar er gratis één terug. Hé, als ik er geld om ging vragen kon ik nooit meer blikken naar haar werpen die in negatieve zin waren. Jasper wenkte Paloma en zij kwam met een rare blik naast hem zitten. Oké, naast elkaar was erg gevaarlijk, maar achter elkaar leek me ook niet bepaald veilig?
Edward grinnikte zachtjes.
“Wat?” vroeg ik hem bot. Ik keek recht in zijn okerkleurige ogen. O, die waren eigenlijk best wel mooi en… WOW! Stop, genoeg! Doe het niet Aliance. Daar had ik geen zin in.
“Niets,” grijnsde Edward die me nieuwsgierig observeerde.
Ik rolde met mijn ogen en staarde naar de deuropening waar de leraar binnenkwam gevolgd door vrolijk pratende leerlingen. Ze vielen stil toen ze ons bij Cullen en Hale zagen zitten. De meisjes keken verlekkerd naar de jongens en wierpen angstige blikken op Paloma en mij. De jongens wierpen zelfs angstige blikken op ons. Wauw, wat een reputatie. Wat zou er gebeuren als Paloma en ik samen gingen werken? Oké, slechte gedachte. Ik bande het meteen mijn hoofd weer uit voordat ik allerlei plannen ging bedenken die we samen konden doen om de leraren dwars te zitten. En om mijn vader goed pissig te maken.
Ik zuchtte. Misschien deze les maar even opletten. Welke les ik ook maar had.
Er zijn nog geen reacties.