Ik hield de deur open voor Noémi liep toen achter haar aan de koele nacht in. Het was al laat en het was een heldere nacht zodat de sterren en de maan duidelijk zichtbaar waren aan de hemel. ‘Dankje.’ Glimlachte Noémi bij mijn vriendelijke gebaar. Schijnbaar nonchalant greep ik voorzichtig haar hand en samen liepen we verder. ‘Denk je nooit dat het ons lot was dat we elkaar leerden kennen?’ vroeg ik. God, wat was ik weer filosofisch vandaag. ‘Ik geloof niet in het lot. Niets staat geplant, niemand heeft alles uitgestippeld. Het leven gooit je gewoon bepaalde troeven toe, en je moet zelf bepalen wat je ermee doet. Alles overkomt je gewoon, en het enige wat jij kan doen is vechten en overleven met de middelen die je hebt.’ God, hoelang had ze nagedacht over dit? Blaise, Rose, Patty en Najim gingen aan de rand van het meer zitten, maar ik liep gewoon door en Noémi volgde me automatisch. ‘Waar denk je nu aan?’ vroeg ze. ‘Aan vanalles. Aan hoe alles zo hard veranderd is de laatste dagen, hoe ik veranderd ben.’ Antwoordde ik eerlijk. ‘En is er een reden voor die verandering?’ vroeg ze speels. ‘Volgens mij weet je dat best. Het is gewoon allemaal jou schuld. Je komt hierheen en gooit mijn hele leven zomaar even overhoop. Daar zou de doodstraf op moeten staan.’ Grijnsde ik. ‘Maar uiteindelijk kan ik niet zeggen dat ik het erg vind.’ Voegde ik eraan toe. Ze lachte. ‘Natuurlijk vind je het niet erg. Nog niet tenminste.’ Haar stem klonk serieus, niet langer speels of lachend. ‘Nog niet?’ vroeg ik onzeker. ‘Nu vind je het nog leuk, tot ik verdwijn. Ik waarschuw je, Draco. Je kan beter niet gehecht raken aan iemand als ik.’ De waarschuwing kwam oprecht over, en ik wist dat ze het meende. Ze zou verdwijnen. Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik waag het er maar op.’ Er verscheen een glimlach op haar gezicht. ‘Ik denk niet dat ik je op andere gedachten kan brengen, dus ik laat het er maar bij. Maar het is best koud, gaan we niet terug naar binnen?’ Ik schud mijn hoofd en trek snel mijn trui over mijn hoofd. ‘Trek maar aan, ben je zo weer warm.’ Zei ik terwijl ik haar mijn trui aangeef. ‘Bedankt.’ Glimlacht ze. Handig trok ze de trui over haar hoofd.

Nog steeds hand in hand lopen we de gang van Noémi’s kamer binnen. Het was al na middernacht en de anderen waren al lang voor ons weer naar binnen gegaan. Bij haar deur kwamen we beiden tot stilstand. ‘Bedankt voor je trui.’ Zei ze terwijl ze hem uittrok en snel aan me gaf. ‘Graag gedaan.’ Antwoordde ik. ‘Nou, ik zie je maandag nog wel zeker?’ Dat was waar ook, morgen was het zaterdag en mocht iedereen naar zweinsveld. ‘Heb je misschien zin om morgen met mij naar zweinsveld te gaan?’ vroeg ik snel. Ze glimlachte ‘Ja hoor, ik zie je om elf uur in de hal. Slaapzacht.’ Ik grijnsde opgetogen toen ik opweg was naar de leerlingenkamer. Morgen zou ik een hele dag samen met haar alleen kunnen zijn. Dan zou ik vast de kans krijgen om haar voor me te laten vallen.

De volgende ochtend stond ik om stipt elf uur bij de deuren in de hal te wachten op Noémi. Net als alle vrouwen die ik kende was ze weer te laat. Nerveus frunnikte ik aan mijn hemd dat ik vandaag geleend had van Jake, een jongen met dreuzelouders. Najim had me verteld dat Noémi veel meer van zo’n kleren hield, en ik moet bekennen dat het zeker niet mis is. Maar toch hoopte ik maar dat mijn vader me nooit zo zou zien. ‘Ben je klaar of ga je nog een tijdje naar dat geleende hemd staren?’ Van schrik sprong ik een halve meter opzij. ‘God, doe dat nooit meer!’ Ze grinnikte. ‘Ik kan er ook niet aan doen dat je buitengewoon onoplettend bent.’ Ik rolde met mijn ogen. ‘Laten we nu maar gaan.’ Zei ik en sleepte haar aan haar middel mee naar de deuren.

Reageer (6)

  • Awrighter

    verderrrrrrrrrrr :D:D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen