The seven doors 19
Het was Kerwin de vuurheer. Samen met zijn verderfelijke wezens kwam hij deze wereld binnen en probeerde hij ons te onderwerpen, maar wij vochten terug. Onder leiding van de mens Lannerd. De vader van Lennerd, wiens dochters ooit de uitverkorenen waren."
"Wacht even, uitverkorenen? Nu kan ik niet meer volgen”, onderbrak Arthur haar.
Dara vertelde weer over de voorspelling. Over Lennerd en Marleen, die de vijand probeerden op te houden om hun dochtertjes de tijd te geven om te vluchten en dat ze daar in faalden. Daarna vertelde ze weer verder.
"We wisten hen tegen te houden. Weliswaar met grote verliezen en vele overlopers. Waaronder de kraaien, de eksters, de wolven, de katten en nog enkele andere soorten die we hebben kunnen uitroeien. Maar na 13 jaren werd al ons dapper verzet teniet gedaan. Zijn leger vertienvoudigde. Het werd aangevuld met zwarte leeuwen, die al gauw hun goudbruine soortgenoten hadden uitgeroeid, Feniksen en blauwe draken. Meedogenloos werden we afgemaakt. Enkele wisten te ontkomen, 13 jaar hebben we ons verborgen gehouden. Tot Rutja, een rat, ons verraadde. Zo werden we ontdekt met de gevolgen die jullie ondertussen kennen. Rutja is zijn straf niet ontlopen. Reppertjiep kreeg hem te pakken. Hij heeft het niet overleefd."
"Sindsdien zijn de muizen en ratten gezworen vijanden en ooit zal ik alle ratten, maar vooral zijn zoon Ratja, ervoor laten boeten”, riep Rippertjiep ertussen. Sara, die ondertussen al door had hoe de naamgeving hier werkte, een zoon werd naar zijn vader vernoemd met maar één klinker anders in de volgorde a, e, i, o, u, besefte dat Reppertjiep de vader van Rippertjiep moest zijn geweest.
Er zijn nog geen reacties.