[5.7] Lullaby
Kiara
Schichtig kijk ik de kamer rond naar een uitweg. Het raam is dicht en de enige doorgang is de deur. De deur gaat open en de moeder komt binnen. Het licht gaat aan en de moeder nadert haar zoontje. Angst is op haar gezicht te lezen als het kindje niet meer lijkt te ademen. Ze neemt hem uit zijn bedje en houd hem dicht bij haar. Ze luistert of hij adem haalt. Dat doet die niet. Uit haar gezicht af te leiden weet ze niet wat te doen. Alsof ze het kindje nog kan redden. Ze rent naar de gang met haar zoon in haar armen. We horen haar de trap aflopen.
Ik trek Mia mee de gang op. Ik kijk naar beneden boven op de trap. De vrouw is in de huiskamer. Ik doe teken dat we de trap af gaan. Stilaan lopen we naar beneden. We horen de moeder hysterisch huilen aan de telefoon. Ze belt zo te horen de hulpdiensten. Ik open de voordeur en loop naar buiten. Mia volgt me en sluit de deur zachtjes. We rennen weg van het huis. Diep de straten in. De straten die enkel verlicht worden door de enkele lantaarnpalen. De straten zo duister als mijn hart.
Ik trek Mia mee de gang op. Ik kijk naar beneden boven op de trap. De vrouw is in de huiskamer. Ik doe teken dat we de trap af gaan. Stilaan lopen we naar beneden. We horen de moeder hysterisch huilen aan de telefoon. Ze belt zo te horen de hulpdiensten. Ik open de voordeur en loop naar buiten. Mia volgt me en sluit de deur zachtjes. We rennen weg van het huis. Diep de straten in. De straten die enkel verlicht worden door de enkele lantaarnpalen. De straten zo duister als mijn hart.
Er zijn nog geen reacties.