Het zal waarschijnlijk nog niet allemaal op de goed volgorde staan na die crash maar ik ga mijn best doen het zo snel mogelijk op orde te maken.

Ik klapte met een harde klap op een steen en het laatste wat ik zag, voor het zwart werd waren 2 goude ogen.

Met moeite opende ik mijn ogen en sloot ze meteen weer tegen het felle licht. Mijn hoofd klopte pijnlijk en ik kreunde even van de pijn. Ik hoorde de deur open gaan en zachte voetstappen op me af komen. Weer opende ik mijn ogen en knipperde even tegen het licht. Toen ik degene zag die binne was gekomen, sloeg mijn hart een paar slagen over. Daar stond een jongen van een jaar of 17 of 18. Hij had een bleke huid brons haar en dezelfde goude ogen die de afgelopen uren al door mijn hoofd spookten. Ik merkte dat mijn mond was opengevallen en deed hem snel dicht. ik voelde dat ik bloosde en keek verlegen weg. Hij kwam op het bed zitten en keek in mijn ogen. Ik keek terug en ik probeerde rechtop te gaan zitten. Het lukte niet, mijn hoofd deed te veel pijn. Hij zag dat ik wilde zitten en hij kwam een stukje dichterbij, hij legde zijn armen om mijn schouders en hielp me overeind. Toen we zaten merkte ik dat we wel heel dicht tegen elkaar aan zaten. Mijn hart klopte als een bezetene en hij begon te lachen. Het voelde alsof er een vlinderbom in mijn buik ontplofte en ik werd weer rood. "Mijn naam is Edward Cullen. Ik heb je gister in het bos gevonden." Ik wist even niet wat ik moest zeggen en keek alleen maar in zijn ogen. Na een halve minuut bedacht ik me dat hij mijn naam niet wist. "I-Ik ben Samantha." Stotterde ik. Ik grijnsde naar me en ik kon niks meer uit brengen. "Nou Samantha, wil je nog even slapen of wil je mijn familie ontmoeten?" Vroeg hij zacht. Ik voelde me helemaal niet moe en mijn benen waren stijf van het liggen dus zei ik: "Ik wil graag je familie ontmoeten, maar noem me alsjeblieft geen Samantha. Ik heb liever dat je me Sam noemt." Hij lachte even luid en hielp me toen om te gaan staan. Ik zag dat ik een nachtjapon aanhad die niet eens van mij was. Ik keek Edward verbaasd aan en hij had meteen door wat er was. "Een van mijn zussen, Alice, heeft je aangekleed. De kleren die je eerst aanhad waren nogal smerig." Zei hij met een scheve grijns. Ik had het gevoel dat ik iets vergat, maar ik kon er niet echterkomen wat het was. Hij bracht zijn hoofd naar mijn oor toe en fluisterde: "Ademen, Sam." Dankbaar zoog ik weer lucht in mijn longen. Hij lachte even en ik voelde zijn koude adem in mijn nek. Hij sloeg zijn arm om mijn middel en hielp me de trap af, de huiskamer in. Daar zaten een paar mensen die aan de ene kant heel erg op edward leken, maar aan de andere kant ook weer niet. Ze hadden allemaal dezelfde bleke huid, dezelfde gouden ogen en ze waren allemaal adembenemend mooi. Een meisje met kort, zwart haar stond op van de bank en huppelde naar me toe. Ze gaf me een dikke knuffel en een beetje verbaasd knuffelde ik haar terug. Ze liet me los en keek me vriendelijk aan. Er schoot een naam door mijn hoofd. Alice. "jij moet Alice zijn, denk ik?" Vroeg ik haar. Iedereen keek me verbaasd aan en ik haalde mijn schouders op. "Al sinds ik klein ben schiet de naam van degene waar ik naar kijk door mijn hoofd en meestal is het de goede naam." De grote jongen met zwart haar kwam voor me staan met een enorme grijns. "Hoe heet ik dan?" Vroeg hij met een zware stem. Ik keek in zijn ogen en zei: "Emmett?" Zijn grijns was meteen verdwenen en zijn mond hing open. Ik giechelde even en zei toen: "Doe je mond dicht, straks vliegt er iets in." Het meisje met bruin-blond haar begon ook te lachen. en ze kwam naar me toen "Nou dan hoeven we onze namen ook niet meer te zeggen. Dan zeg jij maar hoe we heten." Ik lachte even en ik keek in haar ogen. "Demy toch?" Vroeg ik haar. Ze knikte en met hulp van, een nog steeds verbaasde Edward, maakte ik een rondje door de kamer. "Ik ben S..." Verder kwam ik niet omdat er opeens iets door de kamer schoot met hoge snelheid. Ik gilde en viel bijna van de schoot van Edward, waar ik net was gaan zitten. Het bleek een uil te zijn. Emmett wilde de uil vangen met zijn enorme handen. Ik gilde: "Emmett, niet doen. Dat is de uil van mijn broer." Toen ik Hedwig herkende. Ze vloog naar mij toe en streek neer op mijn schouder. Ik aaide over haar rug en zag dat ze niet eens een briefje ofzo meehad. "Wat doe je hier, Hedwig?" Vroeg ik zacht. Ze kraste zacht en beet in liefdevol in mijn vinger. De anderen keken me vaag. Carlisle stond op, liep naar me toe en ging voor me op zijn hurken zitten. "Kom jij van Zweinstein?" Vroeg hij me verbaasd. Ik keek hem even raar aan omdat hij Zweinstein kende. Ik knikte toen. "Hoe heet je?" Vroeg hij na een korte stilte. " Samantha, waarom?" Vroeg ik en ik keek hem nog steeds raar aan. "En ja achternaam?" Vervolgde hij. "Potter. Wat is hier aan de hand?" Zijn ogen werden groot en hij liet mijn blik niet los. "Dan ben jij de tweelingzus van Harry Potter." Toen hoorde ik niks meer behalve mij eigen ademhaling...

Reageer (1)

  • Stitch

    Verderrr

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen