Foto bij 3.

Emily stond die morgen zoals gebruikelijk om vijf uur in de ochtend op om brood te bakken. Ze voelde zich behoorlijk beroerd en hield niet op met hoesten. Uiteindelijk, toen ze klaar was, liet ze zich in de zetel zakken en kreunde wanhopig van de pijn die haar hele lichaam leek te doorboren. Ze begon te huilen van hulpeloosheid, ademen leek de pijnlijkste zaak ooit. Haar longen brandden alsof ze levend in het vagevuur werd gegooid, haar keel werd samengeknepen door pijnlijke spasmen. Ze probeerde wanhopig om hulp te roepen, maar realiseerde zich al te snel dat dat onmogelijk was. Ze had het zo vreselijk warm en ze had zoveel pijn; ze kon niet meer denken, haar ogen brandden van de tranen. Ze voelde zich alsof ze aan het verdrinken was. Aan het verdrinken in de onbeschrijflijke pijn die ze ervoer.

Het geluid van het wanhopige snikken wekte Emily's oudere zuster, Charlotte, die meteen in paniek naar de zitkamer snelde. Toen ze zag in wat voor staat Emily zich bevond haalde ze meteen wat koud water en een doekje om Emily af te koelen. Ze hield haar in haar armen en wiegde haar zachtjes heen en weer terwijl ze het doekje tegen haar voorhoofd hield.
'Anne!' riep Charlotte, 'Anne! Word wakker!' Toen Anne enkele ogenblikken later slaperig de kamer inkwam beval Charlotte haar om de dokter te gaan halen.
'Ik wil geen dokter.' protesteerde Emily hees. Ze proefde bloed op haar lippen.
'Emily, vertrouw me. Je hebt wél een dokter nodig. Zie je dat dan niet? Je bent ernstig ziek.' overtuigde Charlotte haar. 'Anne, ga nu onmiddellijk die dokter halen.' Deze keer protesteerde Emily niet.

Anne trok koortsachtig haar mantel aan en wikkelde een sjaal rond haar nek.
'Anne,' hoorde ze de zwakke stem van haar zuster. Ze draaide zich om en liep dichterbij. 'Ik hou van je.' zei Emily tegen haar en Anne barste uit in tranen terwijl ze haar zuster wanhopig aan keek en haar probeerde te smeken om niet dood te gaan, wetend dat de macht niet in haar handen lag. 'Ik hhou ook vvan jou!' Stootte ze huilend uit waarna ze de kamer uit rende.

Charlotte hield Emily dicht tegen zich aan en sprak haar bemoedigend toe dat alles goed ging komen, dat ze moest vechten...
'Charlotte?'
'Ja, Emily?'
'Trouw alsjeblieft met... die pastoor of wat... die ook is.' sprak ze met moeite uit.
Charlotte lachte of huilde, of lachte en huilde tegelijk, het was onduidelijk. 'Arthur is een hulppredikant. Goed. Ik zal met hem trouwen.' Ze snikte.
'En rouw niet om me... niet te lang tenminste,' zei Emily.
'Oké.' Charlotte huilde nog hartverscheurender dan voordien.
'En Charlotte?'
'Ja, Emily?'
'Ik hou ook van jou.'

Toen blies Emily Jane Brontë haar laatste adem uit en was ze weer vrij, niets was meer onmogelijk en er was geen pijn meer, net zoals de man die ze Heathcliff noemde haar had beloofd.

Reageer (2)

  • Oresa

    Ik hou van dit verhaal he! Het wekt echt mijn intresse en nieuwsgierigheid op! Love it! (H)

    1 decennium geleden
  • Flogger

    J'adore! Ik ga snel naar de volgende. Ben zo nieuwsgierig. :9~

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen