1.
Sleep brings no joy to me,
Remembrance never dies;
My soul is given to misery
And lives in sighs.
Sleep brings no rest to me;
The shadows of the dead
My waking eyes may never see
Surround my bed.
Sleep brings no hope to me;
In sounder sleep they come.
And with their doleful imagery
Deepen the gloom.
Sleep brings no strength to me,
No power renewed to brave:
I only sail a wilder sea,
A darker wave.
Sleep brings no friend to me
To soothe and aid to bear;
They all gaze, oh, how scornfully,
And I despair.
Sleep brings no wish to knit
My harassed heart beneath:
My only wish is to forget
In the sleep of death.
De lucht was zwart, mistig en oogde gevaarlijk. De bomen die wanhopig stand probeerden te houden, liepen een torenhoog risico om met de woeste wind de lucht in te worden afgevoerd. Het regen sloeg luid tegen de ramen en tegen het dak en de wind huilde zo angstaanjagend, dat het geluid ervan voor kippenvel zorgde en je een intentie gaf om je zo ver mogelijk van heel het gebeuren te isoleren.
De storm raasde agressief voorbij de Haworthse pastorie waarin één enkel raam vaag verlicht werd door het kaarslicht. De zwarte moren zagen er uitnodigend uit, ondanks hun alarmerende aanblik die nacht. Ze had bijna haar veilige slaapkamer verlaten om buiten in de heiden te staan en de storm te voelen, maar ze kon zich nog maar net bedwingen. Ze was er al zonder nachtelijke uitjes in de storm erg aan toe. Haar longen brandden alsof ze van binnenin gemarteld werd en ze was onlangs al bloed begonnen te hoesten. Er was geen hoop meer voor haar, maar dat wou ze ook niet. Ze was te moe, ze had hier al te lang op gewacht, ze wilde eindelijk rusten. Echt rusten. Ze was er al van overtuigd dat ze in haar leven geen hoop meer zou tegenkomen, geen werkelijke rust zou haar ooit opzoeken, ze wist dat er nooit iemand voor haar zou zorgen zoals zij dat voor iedereen had gedaan. Haar oudere zuster wilde enkel vergeten dat ze dit leven heeft geleid, ze wilde enkel leven voor de toekomst zonder enige herinneringen aan haar verleden. Op die manier wilde ze zelf haar lot bespelen, ze wilde hem voor zichzelf schrijven zoals ze dat voor haar personages had gedaan. Ze wilde het plot van haar leven verzinnen; dat zou alles makkelijker en uithoudbaarder maken, suggereerde ze.
Anne had duidelijk het voorbeeld van haar oudste zuster opgevolgd. Ze leefde in een onbestaande wereld waar er liefde bestond die geen grenzen kende, ze geloofde in sprookjes en ze schreef ze ook. Geen een van de twee zag de liefde voor wat ze was of welke gevolgen het met zich meebracht.
Niemand zag het, behalve Emily, die de dag van haar dood steeds dichterbij naderde. Ze beschreef de liefde op een manier die niemand zou accepteren. Niemand zou geloven dat die heilige liefde het oorzaak van al het pijn en waanzin en ziekte was, ook al wisten ze allemaal dat het niet meer en niet minder dan de meedogenloze waarheid was.
En toch kon ze het haar zusters niet kwalijk nemen. Ze waren niet dom, ze zagen hoe ze er aan toe was en ze deden er alles voor om voor haar te kunnen zorgen, maar ze weigerde het om verzorgd te worden. Het was niet haar manier van doen. Zoals ze steeds sterk en onverslaanbaar door het leven was gegaan, zo wilde ze ook haar dood tegemoet komen.
Het zwakke licht in de pastorie ging uiteindelijk uit en een laag van eenzaamheid en verlatenheid omhulde de donkere moren.
Remembrance never dies;
My soul is given to misery
And lives in sighs.
Sleep brings no rest to me;
The shadows of the dead
My waking eyes may never see
Surround my bed.
Sleep brings no hope to me;
In sounder sleep they come.
And with their doleful imagery
Deepen the gloom.
Sleep brings no strength to me,
No power renewed to brave:
I only sail a wilder sea,
A darker wave.
Sleep brings no friend to me
To soothe and aid to bear;
They all gaze, oh, how scornfully,
And I despair.
Sleep brings no wish to knit
My harassed heart beneath:
My only wish is to forget
In the sleep of death.
- Emily Jane Brontë
De lucht was zwart, mistig en oogde gevaarlijk. De bomen die wanhopig stand probeerden te houden, liepen een torenhoog risico om met de woeste wind de lucht in te worden afgevoerd. Het regen sloeg luid tegen de ramen en tegen het dak en de wind huilde zo angstaanjagend, dat het geluid ervan voor kippenvel zorgde en je een intentie gaf om je zo ver mogelijk van heel het gebeuren te isoleren.
De storm raasde agressief voorbij de Haworthse pastorie waarin één enkel raam vaag verlicht werd door het kaarslicht. De zwarte moren zagen er uitnodigend uit, ondanks hun alarmerende aanblik die nacht. Ze had bijna haar veilige slaapkamer verlaten om buiten in de heiden te staan en de storm te voelen, maar ze kon zich nog maar net bedwingen. Ze was er al zonder nachtelijke uitjes in de storm erg aan toe. Haar longen brandden alsof ze van binnenin gemarteld werd en ze was onlangs al bloed begonnen te hoesten. Er was geen hoop meer voor haar, maar dat wou ze ook niet. Ze was te moe, ze had hier al te lang op gewacht, ze wilde eindelijk rusten. Echt rusten. Ze was er al van overtuigd dat ze in haar leven geen hoop meer zou tegenkomen, geen werkelijke rust zou haar ooit opzoeken, ze wist dat er nooit iemand voor haar zou zorgen zoals zij dat voor iedereen had gedaan. Haar oudere zuster wilde enkel vergeten dat ze dit leven heeft geleid, ze wilde enkel leven voor de toekomst zonder enige herinneringen aan haar verleden. Op die manier wilde ze zelf haar lot bespelen, ze wilde hem voor zichzelf schrijven zoals ze dat voor haar personages had gedaan. Ze wilde het plot van haar leven verzinnen; dat zou alles makkelijker en uithoudbaarder maken, suggereerde ze.
Anne had duidelijk het voorbeeld van haar oudste zuster opgevolgd. Ze leefde in een onbestaande wereld waar er liefde bestond die geen grenzen kende, ze geloofde in sprookjes en ze schreef ze ook. Geen een van de twee zag de liefde voor wat ze was of welke gevolgen het met zich meebracht.
Niemand zag het, behalve Emily, die de dag van haar dood steeds dichterbij naderde. Ze beschreef de liefde op een manier die niemand zou accepteren. Niemand zou geloven dat die heilige liefde het oorzaak van al het pijn en waanzin en ziekte was, ook al wisten ze allemaal dat het niet meer en niet minder dan de meedogenloze waarheid was.
En toch kon ze het haar zusters niet kwalijk nemen. Ze waren niet dom, ze zagen hoe ze er aan toe was en ze deden er alles voor om voor haar te kunnen zorgen, maar ze weigerde het om verzorgd te worden. Het was niet haar manier van doen. Zoals ze steeds sterk en onverslaanbaar door het leven was gegaan, zo wilde ze ook haar dood tegemoet komen.
Het zwakke licht in de pastorie ging uiteindelijk uit en een laag van eenzaamheid en verlatenheid omhulde de donkere moren.
Reageer (3)
Wow, echt prachtig geschreven. Ik ben benieuwd wat er verder gaat komen. Ik lees snel verder
1 decennium geledenJe kan zo geweldig mooi en goed schrijven schat! Echt niet meer normaal! Gewoon een natuurtalent! Ik hou echt van je schrijfstijl, het is zo mooi en goed overgebracht enzo!
1 decennium geledenPerfect!
Prachtig geschreven lief! Je weet echt mijn aandacht sterk te grijpen en maakt me heel nieuwsgierig naar meer!
1 decennium geledenIk ga gauw verder lezen.