13.2 With every last breath
Met mijn mond vol tanden keek ik omhoog naar de hoge muur die stond te glinsteren in het zonlicht. De stad straalde een vreemd soort rust uit. Achter elke deur lagen miljoenen geheimen schuil. Met een zucht schoof ik mijn zonnebril voor mijn ogen en mijn rugzak over mijn schouder. Er was nu geen weg terug. Ik moest door gaan. Langzaam liep ik door de koele italiaanse straten. Volterra was een prachtige stad. Mijn hotel was makkelijk te vinden en ik besloot een bad te nemen. Met mijn mooiste jurkje aan ging ik pizza eten op een terras. Ik flirte even met de ober en ik genoot. Ik moest genieten. Het was mischien wel mijn laatste kans om te genieten. Even slikte ik toen de zon onderging. Zou ik hem ooit nog terug zien? Een verkeerde opmerking en ik was er geweest.
Toen de grote kerkklok 9 uur sloeg stond ik op het plein. Mijn ogen keken naar de grote houten deur van de kerk. De deuren waarachter de Volturi zich verborg. Op dit moment had ik nog een kans. Ik kon me omdraaien en terugkeren naar New York. Even twijfelde ik totdat ik vanachter de deuren een kind hoorde huilen. Mijn nekharen gingen rechtovereind staan. Ik had eindelijk de kans om iemand echt te redden. Ik kon gewoon niet terug. Na een kleine aanraking vloog de deur al open. Verlegen lachte ik naar de vrouw achter de balie. Ik was binnen. Het was begonnnen.
Verbaast keek ik de grote ronde zaal rond. Aan het einde stonden drie tronen. Drie tronenn die nu nog leeg waren. Door een raam zag ik een ster twinkelen. En even voelde ik de angst om me heen grijpen. Drie mannen kwamen binnen. Oud, statig en indrukwekend. De langste bleef voor me staan. Zijn bloedrode ogen keken mij onderzoekend aan. Toen glimlachte hij en greep mijn hand die hij enthousiast op en neer pompte.
“Mila! Eindelijk ben je hier. Ik ben Aro. Je hebt ons veel te lang laten wachten weet je dat wel? Leg maar niets uit ik weet waarom je hier bent. Iedereen weet het. Ik moet zeggen dat ik het dapper vindt. Ben je niet bang?”
Vragend keek hij me aan en omdat ik nooit zou toegeven dat ik stond te trillen van angst schudde ik maar mijn hoofd.
“Mooi zo. Laten we de rest erbij roepen.”
En terwijl hij richting de middelste troon liep klapte hij kort drie keer met zijn handen. Onmiddellijk verschenen er vijf vampiers naast hem. Het meisje dat waarschijnlijk jonger was dan ik, keek me kwaadaardig aan. De jongen naast haar keek haar weer geirriteerd aan en ergens moest ik wel om ze lachen. Door de doodse stilte hoorde ik honderden voetstappen aan komen sloffen. En niet veel later zag ik Jacob en de rest van de stam. Geflankeerd door vele vampiers. Even staarde ik hem in zijn ogen. Zijn ogen die groot stonden van verbazing en waarin het verdriet te lezen stond. Zijn gezicht was bont en blauw en hij miste twee tanden. De stem van Aro liet me wegkijken.
“Okey nu iedereen er is. Laten we deze vergadering starten.”
Reageer (3)
Oeeh, verder!
1 decennium geledenSnel Verderr!
1 decennium geleden'xx <3
lekker dan, 2 tanden kwijt....
1 decennium geledentoch niet de voorste twee???
Snel Verder!!
jammer dat je hem snel af wilt hebben, maar dan heb ik deze week nog wat te doen:D