18. Family - my family
Ik stond nog altijd aan de grond genageld toen meneer D. me onderzoekend aankeek. Wat was er aan de hand, ik wist toch wel of ik enig kind was of niet? In mijn ooghoeken zag ik dat Percy zijn lippen op elkaar perste om niet in lachen uit te barsten en zelfs Chiron leek het best grappig te vinden. 'Jezusmina, is dit een grap?' vroeg Mr. D verbaasd. Hij keek me terug aan, zijn ogen vol ongeloof. En opeens kreeg ik moed, alsof iemand daarboven extra zuurstof in mijn longen pompte:' Neen, meneer. Dit is geen grap. Ik ben enig kind. Als er iemand is die dat zou moeten weten, ben ik het wel.' Hij werd niet kwaad. Wel, niet op mij tenminste. Hij keek verward van mij naar Chiron en terug en naar het kamp en terug naar Chiron. 'Alle goden nog aan toe!' riep hij tegen hem.' Je hebt het niet gezegd! Waarom heb je het niet gezegd?! Ik weet hoe het voelt als zo'n kind het zelf moet ontdekken! O Chiron, het komt door de profetie van het orakel!' 'Ik ging het zeggen.' zei Chiron vlug maar zeker niet bang. 'Na dit. Ik moest toch zeker weten dat..' 'Dat wist je allang.' onderbrak Mr D. hem.'Nou heb ik echt een borrel nodig.' Hij stak zijn hand uit en floep. Plots had hij een blikje cola light in zijn handen. Maar hij zelf leek het niet leuk te vinden en raasde verder. 'En kijk dat nou! Heeft hij me daarboven op een dieet gezet en mag ik geen wijn meer van hem! Ik ben de god van de wijn! Ik ben de god van de wijn en ik kan niet eens meer wijn laten verschijnen!' Percy en Chiron grijnsden naar elkaar en voor mij werd alles duidelijk. 'U bent Dionysus.' zei ik. 'God van de wijn en zoon van Zeus.' Ik glimlachte, eindelijk wist ik wie hij was. 'Namen zijn gevaarlijk.' zei Chiron maar glimlachte. Iets maakte hem blij, iets wat met dat gevecht tegen de slang had te maken. 'Welnee joh.' zei Dionysus, een god (!), duidelijk. 'Maarnu. Chiron, neem haar alsjeblieft mee naar..' hij keek de centaur doordringend aan. 'Je weet wel wat ik bedoel en jij Peter, jij gaat maar ergens anders naartoe want jij veroorzaakt toch niets anders dan problemen.' 'Percy.' bromde hij zijn eigen naam. 'Percy dan.' zei Dionysus en ging ervandoor, mopperend tegen de lucht of misschien Zeus, zijn vader. 'Zo, ga je mee?' vroeg Chiron en keek me vriendelijk aan met ogen die wel duizenden jaar oud konden zijn. Ik knikte en Percy begon te praten:'Wel, ik ga naar Annabeth en de rest dan maar.' en hij liep weg. 'Kom je?'Chiron keek me aan. Ik knikte en volgde hem terug langs het bos naar het kamp. Jongens en meisjes, allemaal tieners, liepen in het rond en sommige keken me aan, anderen niet. 'Wat gaan we doen?' vroeg ik nieuwsgierig en keek gretig rond. 'Je aan iemand voorstellen.' 'Oh. Oké.' Ik volgde hem stilletjes naar het glinsterende meer en keek naar een meisje met steil blond haar dat met haar rug naar me zat. 'Aurore?'
Reageer (4)
super stuk!!!
1 decennium geledenBen benieuwd wie die Aurore is!!
Snel verder!~~
X'
..
1 decennium geledenSnel Verder!!
Doordoordoorr
1 decennium geledensnel verder <33!
1 decennium geleden