The seven doors 17

"Wat was er aan de hand?" zei iemand. Sara vermoede dat het Dara was, maar helemaal zeker was ze niet. Ze zag leterlijk geen hand voor ogen. "Feniksen van de vuurmeester ze kwamen onze kant op." "goed dat ze ons niet gezien hebben of we waren nu al dood." "Of we werden nu gemarteld." Hoewel Sara nog steeds niets zag wist ze zeker dat dat laatste door Rodza gezegd werd. "Hou eens op!" ,riep Rippertjiep, "We zijn niet gevangen og gezien dus hou er over op. We moeten bespreken wat we nu gaan doen." "Nou mij is alles best zolang ik niet moet samenwerken met die lafaard" ,snoof Arthur. "Heb je het over mij?!" Riep Skipper terug. Het was gelukkig zo donker dat ze elkaar niet zagen. Anders waren ze weer beginnen vechten. Sara slaakte een zucht en ze was niet te enige. "en jullie willen beweren..." "Hou je kop Rodza!!" Sara wist niet wie allemaal tegelijk met haar had geroepen maar ze dacht dat het wel zo'n beetje iedereen was. "We zijn allemaal wat prikkelbaar nu we zo'n gevaar hebben gelopen hebben, maar laten we ons niet verraden door luidruchtig ruzie te maken. Rippertjiep heeft gelijk het belangrijkste is dat we bespreken wat we gaan doen."