Foto bij [SA] One Hour

16 mei 2010 - 15:27


-No one lasts more than an hour in room 1408. Already 56 people died in this room.-


Hij trekt zijn jasje aan terwijl hij zichzelf in de spiegel bekijkt. “Ik heb erg egoïstisch geleefd.” Hij legt zijn haar goed. “Maar zo verdien ik het niet te sterven.” Mike loopt naar de glazenkast en neem een glas, grijp de fles whisky die hij van mr. Olin had gekregen. Terwijl hij in de antieke zetel ploft, zet die beide op het salontafeltje. Hij giet wat in en drinkt het in een enkele slok op. “Als ik moet sterven, sterf jij ook.” Zijn zijn woorden wanneer hij een stofje tevoorschijn vist en deze in de fles steekt. Mike neemt zijn aansteker en houd de vlam voor zijn ogen. “Dit hoeft niet echt te zijn.” Adempauze. “Misschien ben ik ook niet echt, maar deze brand… moet wel echt zijn.” Met die woorden brengt hij de vlam bij het stofje. Hij staat recht en neemt de molotovcocktail in zijn handen. Hij richt zich tot de slaapkamer en gooit in een vloeiende beweging de fles tegen de wand. Een kleine ontploffing die hem even doet wankelen. “Loop naar de hel!” Is het enige dat hij over zijn lippen geroepen krijgt. De kamer die hem hel heeft doen beleven. De kamer die hem nooit levend zou laten gaan.

De druppel is overgelopen bij Mike. Hij neemt zijn sigaret en steekt hem op en zit even in de antieke zetel. Er loeit een brandalarm. Toch blijft Mike rustig in zijn zeteltje zitten. Hij wil en zal de strijd tegen 1408 winnen, al moet hij er zelf bij sterven en het 57e slachtoffer worden. Alsof de kamer pijn heeft, vult de kamer zich met schreeuwen van pijn. De sproeiers gaan af, maar het baat niet. De hele slaapkamer staat al in brand. Vuren die al tot het plafond raken en op weg zijn naar de woonkamer. Mike dooft zijn sigaret in de asbak en haalt zijn recorder boven. “We kwamen hier voor een verhaal en we huiveren niet hé?” Hij staat op en richt zich weer naar de slaapkamer, de slaapkamer die een groot dodental op zijn naam heeft staan. “Het decor ligt in duigen en de staf is pissig.” Roept hij. Hij neemt de asbak van tafel. “Op de angstmeter… geef ik het Dolphin Hotel 10 schedels!” Wanneer hij dat zegt gooit hij de asbak naar het raam toe. De glazen asbak die dienst doet als award maakt bijna geen kans tegen het glas van de raam. Toch wint de asbak. Een vlaag van zuurstof komt binnen die het vuur nog meer aanwakkert. Als het ware ontstaat er weer een kleine ontploffing. Deze laat Mike op de grond vallen. Al kruipend roept Mike “Vermoord alleen wat je aan kunt!” Hij legt zich op zijn rug en kijkt naar het luchtrooster in het plafond. “Papa, iedereen gaat dood.” Zegt een zoete kinderstem. De kinderstem die behoort tot de stem van zijn overleden dochter. Zijn dochter die op hem wacht in de hemel.
Het is echter nog niet de tijd om heen te gaan. De deur die Mike meermaals heeft proberen te openen, kwaad- en goedschiks, wordt open gebeukt door bijlen. Niet veel later zijn er 2 brandweermannen bij hem. Ze sleuren hem naar de gang en leggen hem op een brancard. “Het komt goed makker.” Sust de ene. “Ga de kamer niet in.” Komt schor en hoestend uit Mike zijn mond. “Wat zei u meneer?” “Daar heerst het Kwaad.” Komt er even schor uit en weer te stil voor de brandweerlui. De rook stijgt hem naar zijn hoofd. Dan verliest hij het bewustzijn.

De ogen van Mike beginnen te knipperen. Het hart van Lily maakt een sprongetje. Haar man wordt eindelijk wakker. Ze was zo ongerust. “Heej.” Zegt ze zachtjes. Mike knippert even versuft. “Je bent in het ziekenhuis.” “Van New York?” “Ja, herinner je de brand?” “Ja, wou gewoon even checken.” “Checken?” “De kamer liet me in het ziekenhuis van LA ontwaken…” Ze laat hem stoppen. “Lieverd, je ratelt maar wat. Het was gewoon een erge nachtmerrie.” “Niet…” “Sshht.” Ze gelooft hem niet. “Ze denken dat de oude bedrading het begeven heeft. Dat het ervoor gezorgd heeft dat er brand ontstond.” Mike schudt nee. Mike weet wel beter.

Mike doet het gele lint even omhoog en glipt het gebouw binnen. Er hangt nog steeds de sfeer van angst en rook. Angst om in een brandend gebouw zit en de rook van de vlammen die moordend kunnen zijn. De lift is buiten werking. Dan moet hij de 14 verdiepingen lopen. Hoe hoger hij de trap op gaat, hoe sterker de geur van de brand. De brand die hij opzettelijk heeft gesticht. De brand die hem de strijd zou laten winnen. Op de 14e etage ziet Mike veel waterschade. Het rode tapijt doorweekt en de muren staan vol met watervlekken. 1416… 1404… 1412… 1410… 1408… Hij houdt halt bij de deuropening. Blijkbaar is Mike niet de enige in het hotel. Mr. Olin, de manager staat in de deuropening. “Ik dacht dat u geen voet op deze kamer durfde zetten mr. Olin?” “Normaal gezien is dat zo. Daar heeft u gelijk in meneer Enslin. Ik ben hier waarschijnlijk om dezelfde reden als u. Ik wou zien of de furie van de kamer gestorven is in de brand.” “Het moet wel. 1 hel is genoeg.” Mike loopt de kamer verder binnen voorbij mr. Olin. Alle pijnen die hij heeft doorstaan op deze kamer zijn niet meer te zien. De kamer had alle sporen uitgewist. De sporen zijn nooit meer tevoorschijn kunnen komen. De brand had daar een stokje voor gestoken. Mike ademt nog eens diep in. Alle assen verzamelen zich bij zijn neus, het zorgt ervoor dat hij moet kuchen. Hij draait zich om naar mr. Olin. “Wat gaan ze nu met de kamer doen?” “De eigenaars van het hotel zijn nog aan het vergaderen. Als ze besluiten de kamer te houden, nodigen we gewoon u weer uit. Om dan nog een brand te laten stichten.” “U weet dat ik de brand gestart heb?” “Natuurlijk, ik weet wel meer dingen.” Hij doet de deur dicht. Hij valt in het slot. De sleutel is kapot, nu kunnen ze er niet meer uit! “Wat bent u van plan?” Roept Mike naar mr. Olin. “Bent u gek geworden!” “De vraag is, meneer Enslin, bent u niet gek geworden? Heb je dan niets van je vader geleerd toen je hier in de kamer was?” Een grijns siert mr. Olins gezicht. “Hoe weet u…?” “Zoals ik net zei: ik weet wel meerdere dingen.” Mike zet een stap naar achter. Naar de schouw waar het schilderij van het schip hing. “Wat heeft u met de kamer te maken?” “Meneer Enslin, heeft u dat nog steeds niet door?” Een ondertoon van gespeelde verbaasdheid vult de kamer. “Gelooft u nog steeds niet in geesten, meneer Enslin?” “Ik ben mijn mening aan het herzien.” “Weet u, ik heb bij onze eerste ontmoeting tegen u gelogen meneer Enslin.” Mikes ogen zijn enkel nog gericht op mr. Olin. Vaag ziet hij dat de ramen weer dichtgemetseld zijn. Geen weg uit. “Ik heb geen 4 mensen zien sterven in deze kamer. Eigenlijk al de 56.” Hij kijkt even naar zijn nagels. “Een nummer 57 zou een mooi eind zijn van kamer 1408.”

“Ik snap het niet, dan moet u veel ouder zijn, of al dood. U kunt nooit alle 56 doden meegemaakt hebben.” “Meneer Enslin, u heeft het helemaal niet door. U moet uw mening over geesten dringend herzien. De grijns die eerst zijn gezicht sierde is helemaal verdwenen. In de plaats is er een kwaadaardige blik gekomen. Mike zet het op rennen naar de slaapkamer. Daar is het raam ook dichtgemetseld. Bang loopt hij door naar de badkamer. Er ligt nog veel water. Hij loopt door naar het keukentje. Ineens staat mr. Olin voor zijn gezicht. Zijn sterke handen nemen die van Mike vast. In zijn rechterhand heeft hij een mes vast. Hij draait Mike met een ruk om en zet het mes bij zijn keel. “Ik zie de krantenkoppen al meneer Enslin. Brandstichter krijgt berouw en doodt zichzelf. Slachtoffer nummer 57 van kamer 1408. Goede reis meneer Enslin, nummer 57.” Mike verzet zich zoals hij nog nooit gedaan heeft. Tevergeefs. Meneer Olin heeft hem stevig vast. Het bloed sijpelt naar zijn hemd. De greep van mr. Olin verslapt. Hij gooit het mes op de grond en verdwijnt. Mike zakt op zijn knieën. Zijn ogen gericht op de raam die terug licht binnenlaat. Hij valt op de grond. Zijn zicht vervaagd. Vervaagd tot alles zwart ziet. Even zwart als de kamer waar hij in ligt. Het enige dat kleur heeft, is Mike zelf. Zijn lichaam in het contrast van al het zwarte roet. Het roet van kamer 1408.

© Erica

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen