Chapter 14
Suf word ik wakker en Jasper kijkt me met een glimlach aan.
''Goedemorgen.'' zegt hij en hij geeft me een kus.
''Morgen.'' zeg ik slaapdronken en ik rek me uit.
''Ben je serieus de hele nacht hier gebleven?'' vraag ik hem en Jasper knikt.
Ik merk dat zijn ogen ondertussen pikzwart zijn geworden. ''Ga jagen.'' zeg ik en hij knikt.
''Vanmiddag kom ik weer.'' zegt hij met een glimlach, en dan is hij weg..
Ik pak wat kleding en ik loop naar de badkamer waar ik onder het stromende water ga staan.
Na een tijdje stap ik er weer onderuit en ik kleed me aan. Daarna doe ik mijn haar en make up en ik loop sloom naar beneden.
Een paar uur gaan voorbij en 's middags wordt er aangebeld. Ik sta op en doe open.
Jasper komt snel naar binnen en rent naar mijn kamer. Snel ga ik achter hem aan en ik kijk wat hij doet.
Paniekerig staat hij mijn spullen in een tas te proppen.
''Jasper, wat is er aan de hand?'' vraag ik hem aarzelend.
''We moeten hier weg.'' mompeld hij en hij gaat door met inpakken.
''Waarom?'' vraag ik verwarrend.
''Dat leg ik in de auto uit, trek je schoenen en jas aan.'' snel pak ik nog mijn spullen en ik doe maar wat hij zegt.
Ik ga in zijn auto zitten en hij scheurt weg.
''Vertel me nou alsjeblieft wat er aan de hand is!'' smeek ik onderweg.
''Alice had een visioen.'' zegt hij vaag. ''De Volturi zit achter je aan.''
''De Volturi?!'' roep ik uit, Jasper had me uitgelegd wie ze zijn. ''Wat willen die nou weer van me?''
Jasper fronst diep. ''Dat moet Carlisle je vertellen.''
Er valt een stilte en ik kijk uit het raam.
''Waar gaan we eigenlijk heen?'' vraag ik Jasper opeens en hij kijkt moeilijk voorzich uit.
''Zo ver mogelijk weg, zorgen dat de Volturi je niet kan vinden.''
Het begint al laat te worden en al een tijdje zeggen we niks tegen elkaar.
Opeens gaat Jasper zijn mobiel en hij neemt op.
Opeens stopt hij de auto. ''Ze hebben ons door, de Volturi is in de buurt.''
Voordat ik het weet is Jasper uitgestapt en word ik uit de auto getrokken. Jasper trekt me op zijn rug en we verdwijnen het bos in.
Opeens word ik van zijn rug af geslagen en ik beland tegen een boom aan. Ik geef een gil van de pijn en ik zie Jasper vechten met 2 personen, dan wordt het langzaam zwart voor mijn ogen.
''Tess?'' langzaam open ik mijn ogen en ik grijp naar mijn hoofd. Bezorgd kijkt Jasper me aan.
''Wat is er gebeurd?'' vraag ik hem en hij kijkt over zijn schouder. Ik volg zijn blik en zie daar de andere Cullens staan en een meisje en jongen van de Volturi.
Langzaam sta ik op met behulp van Jasper en we lopen naar de groep. ''Kan iemand mij vertellen wat hier aan de hand is?!'' roep ik uit.
''Aro, Marcus en Caius willen je spreken.'' beantwoord een meisje met rode ogen mijn vraag.
''En ik heb geen behoefte om hun te spreken.'' zeg ik en het meisje en de jongen beginnen te lachen.
''Je hebt geen keus.'' zegt de jongen.
''Dat heeft ze wel Dimitri.'' gromt Jasper en hij pakt me steviger vast.
''Ze moet haar echte familie kennen.'' zegt de jongen (die blijkbaar Dimitri heet).
De Cullens kijken elkaar aan.
''Wij gaan mee.'' zegt Carlisle en de jongen en het meisje knikken.
Dan begint de lange reis naar Volterra...
''We zijn er.'' zegt Jasper en we stappen uit de auto. We staan voor een enorm gebouw en we lopen naar binnen achter Dimitri en Jane aan.
We lopen een paar gangen door en gaan dan een enorme kamer in met 3 tronen. De middelste man staat op en loopt naar ons toe.
Hij begint met Carlisle te praten en ik kan ze niet verstaan. Langzaam, bijna verstijfd ga ik dichter tegen Jasper aanstaan als ik merk dat ik word bekeken door een man met lang wit haar.
Jasper legt zijn arm beschermend om m'n middel. ''Ze gaan je niks doen.'' fluisterd hij zacht en een gerust gevoel overspoeld me.
Opeens staat Aro voor je en kijkt me onderzoekend aan. Opeens steekt hij zijn hand uit. ''Mag ik?''
Twijfelend leg ik mijn hand op de zijne en hij sluit zijn ogen.
''Ze hebben je nog niks verteld.'' zegt hij verbaasd en ik kijk hem vragend aan.
''Je bent geadopteerd.'' iedereen kijkt me bloed serieus aan en ik begin te lachen.
''Dat kan niet.'' zeg ik en ik ben rood geworden van het lachen.
''Het is de waarheid.'' zegt Carlisle zacht en ik kijk hem ongelovig aan. ''Je vader heeft het me verteld.''
Verbaasd kijk ik iedereen één voor één aan. ''Ik mocht het niet vertellen.'' zegt Jasper schuldig en ik voel me bedrogen.
''Waarom? En wie zijn m'n echte ouders?'' vragend kijk ik iedereen aan.
''Caius is je echte vader.'' Aro kijkt naar de man met het witblonde haar.
''Hij is mijn vader?!'' onderzoekend kijk ik hem aan. ''Maar hij is een vampier! Jullie kunnen toch geen kinderen krijgen?!''
Verwarrend kijk ik rond, ik snap echt niet wat er aan de hand is.
Caius staat op en komt onze richting oplopen en hij begint het verhaal te vertellen.
''20 jaar geleden ontmoette in een vrouw, een sterfelijke vrouw. Ik hield van haar en zij van mij, ze hield al die tijd iets voor me geheim.
4 jaar later trouwen, en op de één of andere manier werd ze zwanger, van jou.
Na de bevalling kwam ik achter haar geheim, ze stamt af van de wolven. Ze vluchtte, en liet jou achter.
De mensen waarbij jij bent opgegroeid zijn verre familie van je moeder.''
Met open mond staar ik hem aan.
''Waarom heb je me laten adopteren?'' vraag ik met verward.
''Je was een schande voor deze familie.'' antwoord hij.
Ik val stil en weet niet wat ik moet zeggen.
''Kunnen we nu gaan?!'' sist Jasper opeens naar Carlisle en Aro kijkt op.
''Absoluut niet.'' zegt hij opeens en ik kijk hem vragend aan.
Dan richt hij zich tot mij.
''We willen dat je één van ons wordt, je bent nu oud genoeg.''
''Daar komt niks van in.'' gromt Jasper en hij gaat voor me staan.
''Dat beslist ze zelf.'' antwoord Caius.
Vragend kijkt iedereen me aan.
Willen ze nou echt dat ik vampier wordt?!
Reageer (1)
geniaaal!!!! Ga snel verder
1 decennium geleden