Foto bij [2.9] The Transformation

Mia

Ik knipper even met mijn ogen. Waar ben ik nu? Mijn hoofd voelt zo zwaar als lood. Wat is er gebeurd? Wat heeft die Kiara gedaan? Langzaamaan wordt het beeld beter. Ik zie overal zerken. Grote en kleine, fleurig of net niet. In deze donker vallen de bloemen niet op. Zo lijken ze maar verwelkte bloemen van enkele jaren terug. Ik ga rechtop zitten. Ik lig op het gras achter een groot kruis waar Jezus aan hangt, of tenminste wat hem moet voorstellen. Stilaan sta ik op. Wat is de bedoeling?

Ik schrik op, een vogel vliegt weg. Ik hoor wat geritsel verderop. Misschien ben ik niet alleen? Ik zie in de verte een poort. De uitgang! Meteen begin ik te lopen, ik wil hier weg. Dan val ik over een losliggende tegel. Auw, nu is mijn knie geschaafd. Hij bloed. Volgens mij geeft het vlekken op mijn witte japon. Snel probeer ik me te herstellen. Ik probeer het padje terug te volgen. Onderweg krijg ik allemaal takken in mijn gezicht en losliggende bloemstukjes schuren tegen mijn benen. Ben ik blij dat ik schoentjes aangetrokken had. Ik hoor overal rondom me geritsel. Ik ben zo bang! Ik zie de poort al snel dichterbij komen, licht van de lantaarn geeft me hoop. Voor ik het weet hebben grote sterke armen me vast. Ze zijn niet van Kiara, maar van wie dan wel? Ik probeer me los te wringen, zonder succes. “Ssht meisje, rustig, ik doe je niets.” Probeert hij me te kalmeren. Na enkele seconden kan ik me beheersen. Hij laat me los en draait me naar hem. “He kleine meid, wat doe je zo laat op het kerkhof?” “Ik… ik weet niet.” Ik heb zo’n ongelofelijke drang naar iets. Ik weet niet wat, maar het heeft met de man te maken. Wat heeft Kiara met me gedaan? “Kom, ik woon vlakbij, dan kunnen we je ouders bellen goed?” “Ik mag niet met vreemden meegaan.” “Dat is goed opgevoed, maar ik heb echt geen kwade bedoelingen. Zal ik mijn goede wil anders laten zien? Ik zal thuis even mijn gsm halen. Kun je hier bellen, goed?” Ik weet niet wat ik moet doen, dus ik knik maar. Ik heb zo’n ongelofelijke drang, ik weet niet wat er met me gebeurd. Dit is niet leuk.

Ik zie de man vertrekken. Hij laat me alleen in het licht van de lantaarnpaal. Weer geritsel. Voor ik het weet, staat Kiara voor me. “Hoe voelt het?” Vraagt ze met de nu welbekende grijns. “Wat gebeurt er met me?” “Laat me raden, je voelt een sterke drang, maar je hebt geen idee wat het wil zeggen?” Ik knik. Ze leunt dichter naar me toe. Haar mond komt weer naar mijn oor. “Het is de drang om te moorden. Jij gaat nu voortaan hetzelfde werk doen als ik.” Ze neemt een stap terug en grijnst nog eens. Dan loopt ze weg. Weg uit het licht. Het licht dat ik aanzag als hoop.

Reageer (1)

  • twiddict

    wow, creepy
    wel vet.
    VERDEEEEEEEEEEEEER!!!! =D

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen