Jacob stond nog steeds bij de bomen, voor een gewoon mens bijna onzichtbaar, voor mijn ogen in iedere manier perfect. Dat was nog zo iets dat ik nooit leek te snappen. Jacob was alles wat een man hoorde te zijn. Hij was breed gebouwde, was warm bloedig en had een lach die de wereld leek op te lichten. Zijn korte zwarte haren zaten altijd perfect en zijn diepe bruine ogen staarde door je heen en leken altijd te weten wat je voelde.
“Hoe ging het?”
Ik zette een paar stappen naar voor en legde mijn handen om zijn gezicht. Zijn ogen flitste terwijl hij door mijn herinneringen zocht. Ik toonde hem het hele moment met Charlie en hij lachte.
“Dankje…” mompelde hij, nam mijn hand en hield voor even in die van hem. Ik keek hem verward aan, zocht naar zijn bedoeling maar voor ik het kon vinden in zijn ogen liet hij mijn handen terug.
Dit moest ophouden, ik moest weten wat er altijd aan de hand was. Ik moest zien wat de andere zagen als ik bij hem.
“Ga je mee? Iedereen is er nog steeds…”
“Alice…” mompelde ik, en ging met mijn vingers door mijn haar dat niet meer zat als er voor.
“Ik bescherm je wel...” lachte hij, man mijn hand en trok me mee naar het huis. Zelfs in zijn mensen vorm was hij snel. Niet als een vampier maar toch, snel. Ik liep met hem mee door de achterdeur, zocht in de gezichten dat van Alice, maar ze leek niet kwaad te zijn. Ik volgde haar blik die bij onze handen eindigde en trok hem snel uit die van hem. Deze keer zou ik niet terug kwaad worden, ik nam een grote hap adem glimlachte en liep naar Alice toe. “Het spijt me van het haar…”
“geef niet…” mompelde ze met een glimlach om haar mondhoeken. Ik had ooit beloofd aan mezelf dat ik nooit vragen zou stellen over liefde, over dingen die buiten mijn bereik lagen, maar op dit moment leek het zo aanlokkelijk. Ik fronste mijn hoofd, voelde hoe mijn vader mijn hoofd scande en zich afvroeg wat ik bedoelde. Hij had zijn liefde voor eeuwig gevonden in de vrouw in zijn armen. Net als Jasper, Emmett en Carlisle. De wolven hadden allemaal iemand van wie ze hielden, maar wie had ik, wie had Jake. Voor het eerst leek ik door te hebben waar hun glimlach over ging. Hoe ik het nooit eerder had gezien. Ik was alleen, Jake was alleen. Ik fronste mijn hoofd, keerde me terug naar Jacob om, bestudeerde zijn gezicht. Ik merkte niet eens dat iedereen opeens stil was. Weerwolven waren ingeprent met iemand, iemand van wie ze voor eeuwig zouden houden. Alle ogen waren op ons gericht, vragen brandend op hun lippen. Ik zocht in mijn hart een antwoord op hun vermoedens, zocht naar de liefde die ik voor hem zou moeten voelen, maar kon het niet voelen. Niet in mijn hele lichaam. Ik had dat deel dat van hem hield omdat ik niet zonder hem kon. Was dat het? Was dat de liefde die me een antwoord gaf op zijn liefde.

Reageer (1)

  • Troian

    oeh dipzinnig dat einde(A)
    Maar het is echt een super super super super super super super super super super super super super super super super super super super leuk story geworden(H)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen