4. It can't be me.
Vaag werd het beeld van een woonkamer zichtbaar en het felle licht, zonlicht, liet mijn ogen knipperen. 'Au.' Een prikkende en stekende pijn schrijnde in mijn hals en ik sprong recht. Omdat ik zo snel bewoog, ging er een vies gevoel van duizeligheid door me heen. 'Charlie! Ze is wakker!' gilde een stem erg bezorgd en bekend en nadat het zicht duidelijk werd, herkende ik haar. 'Jessica.' riep ik en omhelsde haar. 'Auw.' Ze raakte mijn hals. 'Sorry, meisje.' ze keek me aan. 'Roseline!' paps stem kwam dichterbij en ik zag hem, ik omhelsde hem. Hij had een zak ijs in zijn handen en drukte dat tegen mijn hals. De frisheid van het ijs deed goed, maar het prikte ook als een gek. 'Gaat het?' Pap keek me bezorgd aan. 'Wat is er gebeurd?' vroeg ik met mijn ogen knipperend.'Ik herinner me een nare droom over.. Hades?' 'Ik vrees dat dat echt was.' zei Jessica knarsetandend. 'Blijf nog maar even liggen met dat ijs, ik moet even met je vader prate. 'Haar eens zo twinkelende oogjes stonden nu bloedserieus. Ik knikte, zelfs dat deed pijn. Pap en Jessica stonden op om naar een andere kamer te gaan waar ik hen niet kon horen. Zoveel was zeker. Toen sloeg de verbaasdheid toe. Dus het was echt? Echt-echt? Die Hades die dacht dat hij machtig zou worden met mij? De gòd Hades? Ik wist niet wat er aan het gebeuren was. En dan zei hij dat ik de dochter was van Aphrodite? Dé Aphrodite? Ik had wel eens van haar gehoord: de godin van de liefde en de natuur. Maar dat was niet mogelijk. Ik was een gewoon meisje van zestien die van gewone meisjesdingen hield en vriendinnen koppelde. Een gewoon meisje dus. Ik beet op mijn lip om de pijn te kunnen verdragen. Maar dan waren ze me wel een verklaring schuldig want zo grappig was het grapje niet. Ik voelde aan mijn hals en schrok terug van de pijn en verbaasdheid. Mijn kettingkje van mijn moeder. Weg. Dit kòn niet. Dit was mijn enige herinnering van mijn moeder. Neen. Ik slikte en stond recht. Nu ze me toch een verklaring schuldig waren, kon ik even goed gaan afluisteren. En dus ging ik aan de deur luisteren. 'Charlie, dit kan niet verder. Dit is te gevaarlijk aan het worden.' zei Jessica's stem heel bezorgd. 'Maar het is ons toch al gelukt?' zei mijn vader, ongelukkiger dan eerst. 'Charlie. Denk na. We kunnen Hades niet tegenhouden, ik kan haar niet tegen hem beschermen. Ze moet hier weg.' 'Ze is mijn dochter. Ik wil haar niet kwijt in een kamp waar ik haar niet kan zien.' 'Daar is ze veilig, Char' En daar is ze niet alleen. Daar is ze met anderen die net zoals haar zijn.' 'Oke. Maar ik wil haar zien. Wat is dat kamp?' ' Wees gerust, je ziet haar. Maar niet in het kamp. En ik blijf bij haar. Het is een half-goden kamp, allemaal van kinderen van goden, net als haar.' Pap slikte en leek niet zo enthousiast te zijn. Mijn mond viel open. 'En ken je de profetie over de zoon van Poseidon en de dochter van Aphrodite? Zij en.. ' 'Ja, die ken ik nu wel. Hoe vaak heb jij die niet vertelt?' 'Zij is de echte dochter van Aphrodite.' zei Jessica en dat sprak mijn theorieën tegen. 'Wàt?' zei ik.
Reageer (2)
JUMMIE PERCAY ('= Ik wil ook naar kamp halfbloed O: *pruillip*
1 decennium geledenooo,
1 decennium geledensnel verder <333.