3. The god of the death.
En zo bleef ik nog een hele tijd zitten op het bankje; met mijn ogen toe en mijn voeten beweegden vrolijk van voor naar achter. De lucht was fris, en toch niet te koud zodat er geen bultjes op mijn huid verschenen. De heldere sterren straalden hun wit licht uit op mijn huid en ik glimlachte oncontroleerbaar. Maar dan opeens. Het werd te warm voor de nacht en hier was geen kampvuur. De lucht werd zwaarder en drukte op mijn lichaam. Het voelde veel warmer aan dan het zou kunnen zijn in de nacht. Stilletjes aan opende ik mijn ogen en stond traagjes recht. Dit was niet normaal, dit was echt niet normaal. Terwijl mijn hart als een gek tekeer ging in mijn borstkas, wandelde ik rond. Ik wist niet wat het was, maar de natuur was niet meer zo vredig als het eerst was. Vogeltjes en kleine diertjes vluchtten van een enkele plek weg en planten en bomen stonden griezelig stil. Dom als ik was, volgde ik de plek waar de dieren van wegvluchtten en ik nam mijn hartvormige kettinkje vast met mijn vuist. Dat had ik gekregen van mijn mam en droeg het altijd, alsof ze zo nog bij me was. Ik hoorde opeens geknetter van een vuur dat aangestoken werd en ik sprong wel bijna een meter in de lucht. 'Hallo.' een stem die me niet bekend voorkwam groette me en ik draaide me snel om. Een man met een grote bos bruine krullen met stukjes grijs in en een baardje in diezelfde kleur stond er. Qua kledingstijl liet hij me onherroepelijk denken aan Mick Jagger van the Rolling Stones. Een groep waar pap veel naar luisterde. Hij had een zwarte leren jasje aan met een gescheurd shirt eronder. En een afgebleekte jeans. Niet echt voor die leeftijd. Dus de typische òude mislukte rockersstijl. 'Ah. Roseline Hastings.' zei hij met vurige ogen.' Net wie ik zoek.' Ik wist niet waarom, maar die gast liet me direct kippenvel krijgen. En ik werd bang. Heel bang van hem. Ik keek in het rond. 'Ik denk niet dat u mij moet hebben, meneer.' zei ik beleefd maar ook bibberend ondanks de hitte. 'Jawel.' zei hij duister.'Roseline Hastings, eerder Rose genoemt, dochter van de godin Aphrodite.' Ik trok een wenkbrauw op en maakte er een gewoonte van als hij een stap naar voren zette, ik er een achteruit zette. Hij was gek, gewoon volslagen gestoord. 'Ik hoor je gedachten wel, hoor!' zei hij waarschuwend. 'Ik ben geen dochter van Aphrodite.' zei ik. Dat wist ik zeker, heel zeker. 'Arm meisje, dus je weet het niet? Wrede wereld. Jij kan heersen over de liefde en de natuur.' Volslagen gestoord. Hij begon er nog angstaanjagender uit te zien met een triomfantelijke grijns en het leek wel alsof er vlammen aan zijn lichaam likten. 'Wat?' 'Jij kan over de natuur en de liefde heersen.' 'Ja hoor.' zei ik vaag. Meer vlammen doken op. 'Jà. En ik doe je een voorstel.' Mijn hart klopte als een gek. 'Ja?' vroeg ik. 'En wie bèn jij?' 'Ik dacht dat je het nooit zou vragen; ik ben Hades.' zei hij met een duistere grijns.'De god van de onderwereld. Roseline, kom met mij mee. Samen kunnen we oppermachtig zijn en oppergoden worden. We zullen onoverwinnelijk zijn. Ik heb je nodig en niet mijn stomme neefje, Percy.' 'Ik. Eu-' Op de een of andere manier kon ik geloven dat hij Hades was. Hij brandde helemaal zonder het uit te schreeuwen van de pijn. Hij keek me gevaarlijk aan:' Of ik vermoord je vader.' Ik was bang, doodsbang en moest moeite doen om aan adem te geraken. 'Ren.' een vrouwelijke, moederlijke stem klonk als een melodie in mijn oren. 'Ren, liefje, ren.' Mijn lichaam schokte. 'Nee.' zei ik tegen beiden. 'Dat doe ik niet.' 'Nu mag je nog kiezen.' zei de man, ik geloogde nu eigenlijk echt wel dat hij Hades was.'Anders heb je geen keuze.' 'Ik doe het niet.' sneerde ik naar hem. 'Praat niet zo tegen mij!' schreeuwde hij tegen me en zette zijn handen aan mijn keel. Die waren bloedheet als een oven en ik gilde het uit van de pijn. 'Jij gaat met mij mee.' siste hij .' Ik krijg altijd mijn zin.' En veranderde. In plaats van de Mick Jagger look-a-like stond er nu niets anders. Iets angstaanjagenders, nog enger. Hij veranderde in een grote, gigantische man van vuur en vonken. 'Jij gaat mee!' bulderde hij en vonken sprongen op mij. ik probeerde ze te ontwijken. 'Alleen zò kan ik Zeus verslagen!' 'Neen.' ik was bang maar ik ging niet mee. Niet nu, nooit. Het laatste wat ik hoorde was een kwaad gebrul en de stekende pijn van vuur en geweld waarmee iets van mijn lichaam werd getrokken.
Reageer (4)
haha, net als in de film; Mick Jagger look-a-like.
1 decennium geledenHades is eng. ;x
Whaaaaah lekker spannend ;o *gaat heel snel volgend deel lezen*
1 decennium geledenheel mooi!
1 decennium geledenwauw! Snel verder asjeblief
1 decennium geleden