Life of a horse (Deel 4)
En het ergst van alles waren de andere 2 merries die gevangen werden. Ik kende ze namelijk. De één was namelijk Alwyn. Ze was gewond en dus niet snel genoeg. De andere was mn moeder die haar probeerde te helpen. Mijn moeder. Ik heb meerdere keren rond gelopen om de kudde heen om Alwyn en mn moeder te vinden. Ik ben zelfs een kilometer terug gegalopeerd. Toen ik terugkwam ben ik nog een aantal keer heen en weer door de keudde gelopen. Totdat Palo Kahn naar me toe kwam.'Ze komt niet meer terug, ze is weg' Ik ben toen met hem meegegaan en hij heeft me dingen uitgelegd. Ik heb maar half geluisterd. Kon niet geloven dat ze echt weg waren.
Nu weet ik wat mensen zijn....het zijn monsters...
Het leven gaat verder..
het is nu al meer dan een week geleden dat de mensen onze kudde hadden bezocht. Ik was nog steeds verward over het feit dat mijn mama en Alwyn waren gevangen. Ik had aan Palo Kahn gevraagd wat er met ehn zou gebeuren. Hij had verteld dat mijn moeder, de vosmerrie en de palomino waarschijnlijk zouden worden gebruikt voor het werk. Ze zouden die rare dingen op hun rug en hoofd krijgen en die monsters zouden op hen gaan zitten. Over de oude merrie zei Palo Kahn niets. Waarschijnlijk zou ze niet lang blijven leven. Over Alwyn wist hij het niet zeker. Alwyn was jong, net als mij. Ze zouden haar goed kunnen gebruiken, maar ze is ook gewond. Daarna zei Palo Kahn niets meer en hij draafde naar de kudde. 'We gaan!' Sinds de mensen waren langs geweest, rusteen we nauwlijks. Dag en nacht lopen we. De merries zijn uitgeput en de veulens worden zwak. Zelfs Akuna kijkt nu bezorgd op. 'Palo! laten we morgen gaan..we kunnen niet verder nu.' Dit was de 1e keer voor mij dat Akuna tegen Palo Kahn inging en ik zag dat dat voor meerdere paarden gold. Iedereen keek gespannen op. 'Ik ga nu weg, ik bescherm jullie, degenen die niet meegaan zullen worden egvangen!' riep hij kwaad. 'Als we nu weggaan zal de helft van de kudde achterblijven en van uitputting sterven!'riep Akuna terug. 'Beter dat dan dat ze allen gevangen worden door de mens!' was Palo's antwoord. Ik volgde hun geruzie. Gespannen wachtte iedereen op wat er zou gebeuren. Akuna lkiet haar hoofd zakken. Ze liep langzaam naar de merries toe en dreef hen op, moedigde ze toe om door te gaan. Steunend en zuchtend kwam de vermoeide kudde weer in beweging. Ik draafde naar voren naar Palo Kahn. 'Blijf in de achtrerhoede, zorg dat iedereen meekomt.' was mijn opdracht...
De kudde leip me voorbij. Eerst de jonge merries en jonge hengsten, zij hadden de meeste energie. Daarna de volwassen merries. Achteraan leipen de moeders met de veulens en daarachter de oudste merries. Iedereen keek dof uit de ogen en sjokte. De ouderen en de veulens struikelden toen ze me voorbij kwamen. Ik keek achterom en de laatste merrie leip langs me heen. Ik stak mijn neus in de lucht en rook. Geen mensen. Opgelucht wou ik de kudde volgen maar verderop zag ik een donker geval onder de struiken liggen. Ik draafde erheen en zag een jong veulen. 'hey jochie, kom op we gaan verder.'zei ik. Het veulken keek op en zijn ogen waren donker. 'ik kan niet verder, ik ben moe en ik heb honger, mij mama is weg.' 'Wie is je mama?' Marrylock' Ik herinnerde me Marrylock, ze was de vosmerrie die gevangen was. Ik dacht na, het veulen was te jong om gras te eten en had moedermelk nodig, daarom was het zo zwak, het had al meer als een week niet gegeten! 'hoe heet je?' vroeg ik. 'Merryl' antwoorde hij. 'Merryl, ik zorg dat alles goed komt'Ik liep naar hem toe en duwde hem zodat hij opstond. Wiebelig stapje voor stapje leip hij verder. Samen leiepn we achter de kudde aan.
Reageer (1)
leukleukleukleukleukleuk:D:D:D:D:D
1 decennium geleden