006
Jacob POV
Ik zat met Embry en Jake in de kantine toen mijn telefoon ging. Embry pakte hem van tafel en keek erop. “Hee! Dit nummer staat niet in je lijst! Ik neem op” zei Embry grijnzend en nam op. “Met Embry” zei hij. De persoon aan de telefoon zei iets, en Embry zijn blik werd donker. “Je kan de pot op” siste hij en hij hing op. “Waar was dat voor nodig?” zei ik verontwaardigd. “Weet je wie dit was? Edward Cullen!” riep Embry. “En waarvoor belde hij?” vroeg ik verbaasd. “Geen idee, ik hing op” zei Embry triomfantelijk. “Hij belde naar mij”zei ik boos. “Dus?” vroeg Embry. “Dus je had de telefoon aan mij moeten geven!” riep ik boos. Daarna liep ik de kantine uit en belde Edward terug. Hij belt vast om een reden. “Met Edward” hoorde ik aan de andere kant. “Met Jacob, je had gebeld?” vroeg ik. “Ja! Ik was met Christine aan het bellen toen ik ineens een harde klap hoorde” zei Edward. “Oh god. En nu?” vroeg ik geschrokken. “Ik weet niet! Jij moet naar toe gaan. Het duurt te lang om naar La Push te gaan” zei Edward. “Oke ik ben onderweg! Ik bel je zodra ik meer weet” zei ik en ik hing op. Ik rende de kantine in en pakte mijn tas. Embry en Quil keken me raar aan. Ik rende snel weg, de school uit. Ik rende alsof mijn leven er van af hing, en ik was binnen vijf minuten bij het huis van Christine. Ik gooide de deur open en zag Christine op de grond liggen. Onder haar lag een plas met bloed.. Ik belde snel het ziekenhuis. Het ziekenhuis was al gebeld door Alice, de zus van Edward, dus ze waren er al snel. “Bent u haar broer?” vroeg een van de ambulance mensen. “Nee ik ben haar beste vriend” zei ik. “Oke, je mag mee in de ambulance, maar de politie gaat je straks ook overhoren” zei hij. Ik keek hem verbaasd aan. “Pardon?” vroeg ik. “Wie weet heb je haar van de trap afgeduwd” zei de ambulancebroeder. Ik liep achter hem aan de ambulance in. Fijn.. Straks krijg ik nog de schuld…
Christine POV
Ik werd wakker met barstende koppijn. Ik keek eens goed om me heen maar herkende deze kamer niet. Waar ben ik in godsnaam? Ik probeerde recht overeind te gaan zitten, maar er schoot een pijnscheut door mijn ribben heen. Ik gilde het uit. Ineens kwam er een iemand binnen rennen. Hij keek me geschrokken aan. “Sinds wanneer ben jij wakker?” vroeg hij verbaasd. Ik keek nog eens goed en zag dat het Carlisle was. “Een paar seconden voordat ik gilde” kreunde ik en ik liet me weer op het bed zakken. Carlisle mompelde iets met Alice… niet zien aankomen… Nou ja ik kan in ieder geval niet volgen wat hij zegt. “Carlisle, waarom ben ik hier?” vroeg ik, terwijl er alweer een pijnscheut door mijn ribben heen schoot. “Je bent van de trap af gevallen” zei Carlisle. “Herinner je je dat niet?” vroeg hij. Ik probeerde diep na te denken, maar het enige wat ik kon herinneren was dat ik met Edward uit eten ben geweest. “Nee” mompelde ik zacht, in de hoop dat het geen pijn deed. “Hmm.. Oke. Ik denk dat dat morgen wel komt” zei hij. “Hoezo morgen?” vroeg ik verbaasd. “Je hebt een hersenschudding” zei Carlisle. Carlisle keek me aan. “Ik denk dat het het beste is als je nu even gaat slapen” zei hij. Ik keek hem aan en knikte met mijn hoofd. Dat had ik beter niet kunnen doen want er schoot een steek door mijn hoofd. Ik ging snel met mijn hand naar mijn hoofd, maar doordat ik die beweging maakte ging er weer een steek door mijn ribben heen. Ik begon alweer te gillen. “Rustig maar, probeer zo min mogelijk onverwachte bewegingen te maken” zei Carlisle. Ik ging rustig liggen en sloot mijn ogen.
“Zou ze slapen?” hoorde ik iemand fluisteren. “Nee ze is wakker nou goed” zei iemand anders. “Als jullie niet stil zijn word ze inderdaad wakker” zei Carlisle. “IS CHRISTINE AL WAKKER?!” hoorde ik iemand keihard roepen. Ik deed langzaam mijn ogen open. “Kijk ze is wakker” zei Carlisle een beetje boos. “Sorry pap” hoorde ik iemand mompelen. Ik keek naar de persoon en zag dat het Alice was. “Dankje Alice” zei Edward pissig. “Ja sorry hoor, ik kan er niks aan doen dat alles ineens vaag werd” zei ze. Ik keek Alice vaag aan, en ik was niet de enige. Sasja, die naast mij zat keek haar ook raar aan. “Grapje” zei Alice grijnzend. “Het wordt hier iets te druk” zei Carlisle. “Ik denk dat het beter is als er een blijft” vervolgde Carlisle. “Sasja blijf jij hier maar, Alice en ik komen vanavond wel” zei Edward en hij trok Alice de kamer uit. “Euhm oke” zei Sasja lachend. “Ik kom over een kwartiertje weer, dan moet Christine slapen” zei Carlisle. “Oke is goed” zei Sasja. Carlisle liep de kamer uit en Sasja keek me grijnzend aan. “Wat?” vroeg ik verbaasd. “Waar heb je last van?” vroeg Sasja. “Euhm last van mijn ribben, geen idee wat daar mee aan de hand is. Daar heb ik niet naar gevraagd” zei ik. “Doet praten pijn?” vroeg Sasja. “Helaas wel” zuchtte ik. “Das balen” zei ze lachend. Ik keek haar raar aan. “Heb je ook last van je hoofd?” vroeg ze daarna. “Ja, ik heb een hersenschudding” zei ik. “En ik heb niet alleen daar last van, ik heb ook last van jou vragen” zei ik. “Hoe kun je nou een hersenschudding hebben, als je niet eens hersens hebt?” zei Sasja verbaasd, en ze negeerde het andere deel van mijn opmerking. “Niet grappig” mompelde ik. We praatten nog over van alles en nog wat, en de tijd ging snel voorbij. Carlisle kwam binnen lopen. “Ga je zo?” vroeg hij. Sasja knikte en Carlisle liep de kamer weer uit. Sasja bleef nog zitten en ging verder praten. Na een aantal minuten kwam Carlisle binnen. “Ja ja ik ga al!” zei Sasja. Ze pakte haar jas en nam afscheid. “Ik kom snel weer langs Chris!” zei ze en ze liep de kamer uit. “Zo dat is genoeg drukte geweest voor vandaag. Het beste is dat je weer gaat slapen” zei Carlisle. “Oke is goed, maar ik heb nog een vraag” zuchtte ik. “En dat is?” vroeg Carlisle. “komt papa ook nog?” vroeg ik. “Ja je vader komt rond etenstijd, en vanavond komen Edward en Alice even” zei Carlisle. “Hoeveel dagen lig ik eigenlijk al in het ziekenhuis?” vroeg ik. “ 1 dag” antwoordde Carlisle. “Valt mee” mompelde ik, en ik viel rustig in slaap.
Reageer (6)
Super!!
1 decennium geledenSnel verder!!!