juni/augustus 2007
Skip had de koude winter maanden overleefd, hij had de maartse regendagen geaccepteerd en geweigerd, maar dat is een ander verhaal.
Nu op dit moment zat hij in zijn boom, zijn toevluchtsoort ondanks dat het naast een drukke weg staat, hij zit zijn boom waar de bladeren hem koelte gaf, de boom die gewild was onder het volk, vanwege de grote schaduw erom heen. Jammer genoeg konden ze maar profiteren van zo’n 15% van de schaduw, aangezien de weg de rest innam en de auto’s de bladeren niet nodig hadden voor de koelte, hun hadden de airconditioning.
De kleren die Danny en Skip in de loop der dagen hadden gedragen, vanwege moeder natuur, hadden ze bewaard en verstopt, de t-shirts droegen ze in combinatie met skate jeans.

De almachtige moeder natuur had haar krachten bewezen doordat ze na tien jaar een strenge winter had gemaakt, een winter die val breuken en veel angst had veroorzaakt onder de fietsers. en na de strenge winter had de natuur de mensen getart en verward, door maartse regenbuien en zelfs nog een paar keer sneeuw te veroorzaken, na mooie zonnige dagen.
Maar ook nu in hartje mei scheen de zon fel en meedogenloos op de hoofden van de arme mensen, die wanhopig de zwembaden bezochten die overvol waren. Na een strenge winter, die de mensen spuugzat was, was het nu een bloedhete mei de mussen leken niet te durven vliegen, bang om oververhit te raken, net zoals de mensen. De mussen vielen bijna letterlijk van het dak af.

Skip ziet het nog steeds voor zich, hoe hij in zijn korte en dunne kleding, de volgende dag wakker werd onder de sneeuw, rillend van de kou. Skip de jongen met zijn wilde, inmiddels half lange bruine haardos, en zijn strijdlustige blauwe ogen, die al maanden overleefde op straat. Al een jaar om precies te zijn, bijna een jaar.
“Dit is echt het toppunt” zuchtte Skip op zijn tak, kijken naar beneden waar zijn kikker vriend Danny gehurkt naast de bushalte halte zat. “wat!?” zijn vriend keek naar boven, waar zijn ideale voorbeeld, nonchalant op de tak lag, alsof hij op een troon zat van koning Kulekule, bang voor niets of niemand, althans dat leek zo.
“Of je worst lust! Kom ook bij mij in de boom! Lekkere schaduw!” schreeuwde hij met een hand naast zijn mond naar beneden, waar de voetgangers raar omhoog keken, naar de wilde jongen in de boom, deed Skip ze al snel aan Tarzan denken, alleen de apen missen nog.

Skip’s lach, die hij op zijn gezicht had getoverd sinds de mooie lente dagen waren aangebroken, vervaagde … langzaam maar zeker, toen hij zich bedacht dat hij zijn zusje een hele tijd niet meer had gezien, de krokusvakantie deed de mensen op vakantie gaan, of naar de camping. Hij zag hoe zijn zusje en hij in Frankrijk waren, in de auto weliswaar maar samen de oordopjes delend achterin de auto, luisterend naar de muziek die hun tweeën samenbracht, hadden ze er niet om getreurd. Na twee, drie dagen in de auto waren ze eindelijk aangekomen in het vakantiehuisje. “Zijn ze nu weer in Frankrijk ? in het huis ?”
Danny keek omhoog, Skip zat weer in zich zelf te praten, hij had zichzelf geleerd om er niet op in te gaan en alleen te luisteren, en te kijken naar hoe Skip zijn zachte kant toonde, die hij onbewust liet zien, bewust had hij zich misschien geschaamd of had hij weg gelopen.
“Wat zouden ze met het extra bed gedaan hebben?” Shelly had op het bed gesprongen dat direct naast het raam lag, lachend keek ze naar de deuropening waar haar broer stond met zijn handen in het haar. “Deze is van mij!” ze liet haar hoofd op haar handen steunen, al snel maakte ze een paar atletische en lenige trucjes zien op het bed waarnaar ze goed ging liggen, en in slaap viel. Zodra zijn zusje uitgeraasd was had ook hij zijn spullen neergelegd en had hij zichzelf op het bed laten vallen. “Welterusten broer” zijn zusje dat met haar hoofd omhoog

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen