6.1 Finding a new truth
Onderweg naar huis was het erg stil in de auto. Collin en Tony zouden met een paar vrienden naar ons huis komen. Dave was nog steeds kwaad op me omdat ik zijn ideeën niet serieus nam. Ik was nog steeds kwaad op hem omdat hij de Cullens ervan verdacht achter de vermissingen te zitten. Voor het eerst in lange tijd vond ik het vervelend om met hem in de auto te zitten. Vroeger konden we uren praten over van alles en nog wat maar sinds een paar maanden was het alsof hij liever niet in mijn buurt was.
Thuis aangekomen stormde ik de trap op en begroef mijn gezicht in de kussens. Heel even kon ik het niet meer hebben. Heel even wenste ik dat ik een normaal leven had gehad. Een normaal leven met een vader, een moeder en vrienden. Terwijl de tranen over mijn wangen liepen staarde ik naar de wolf op de muur. Hij had iets geruststellends. De deur ging open en een arm werd om mijn schouder geslagen. Een erg warme arm.
‘Rustig maar. Zo erg kan het toch niet zijn?’
Snikkend keek ik Jacob aan.
‘Hoe kan jij dat weten? Wat weet jij nou van mij. Wat weet iemand nou van mij? Weet iemand wat ik echt wil in mijn leven? Weet iemand waar ik echt bang voor ben? Waar ik het meest van hou?’
‘Je zou het mij kunnen vertellen? Ik kan erg goed luisteren.’
‘Ja maar…’
‘Je hoeft het niet te vertellen maar misschien helpt het.’
Doordringend keek Jacob in mijn ogen en op dat moment besefte ik dat ik die trouwe donker bruine ogen eerder had gezien. Plotseling herinnerde ik me ook wat Collin vanochtend in de auto zei NEE. Het zijn de zombies! Of misschien wel weerwolven.
‘Mila? Wil je het vertellen?’
Ik kneep mijn ogen dicht. Denk normaal. Mensen kunnen niet in wolven veranderen. Jacob staarde me aan. O nee hij vond me vast raar nu ik moest gaan praten.
‘Nou ik denk dat ik bang ben om de mensen kwijt te raken waarvan ik hou. Tony, Collin en Dave. Ik kan soms niet met ze leven maar ik zal ook nooit zonder ze kunnen. Ik hou het meest van het leven. Gewoon van alles wat me het gevoel geeft dat ik leef. Grassprieten tussen mijn tenen. De wind die door mijn haar blaast. Het huilen van een wolf naar de maan.’
Scherp letten ik op zijn gezicht en heel even zag ik zijn neus trillen. Dus er was toch iets. Stiekem hoopte ik dat hij mijn eerste punt vergeten was. Ik vond het altijd nogal gênant om hardop te zeggen. Maar natuurlijk was hij het niet vergeten.
‘En wat wil je echt in je leven?’
Even aarzelde ik. Ik zou gemakkelijk iets kunnen verzinnen. Maar ik had moeite met liegen. Ik vertelde liever de waarheid. Het maakte alles zoveel duidelijker.
‘Ik wil iemand vinden waarvan ik echt kan houden. Iemand die ook echt van mij houd. Iemand waarbij ik de rest van mijn leven kan blijven. Iemand die je je geheimen niet hoeft te vertellen gewoon omdat hij ze al in je ogen las. Ik wil Romeo en Julia zonder de dood. Ik wil echte liefde.’
‘Dat is niets beschamends toch? Uiteindelijk is dat wat iedereen wil. Daarom verkopen romans zo goed.’
Een tijdje staarde we elkaar aan.
‘Jacob? Zou ik je een vraag mogen stellen? En zou je die ene vraag dan eerlijk willen beantwoorden?’
‘Ik kan niet overal op antwoorden. Dat begrijp je ondertussen wel toch? Maar ik zou nooit tegen jouw liegen.
Weer keken zijn ogen doordringend mijn richting uit en ik besloot dat hij te vertrouwen was.
‘Er is hier iets aan de hand wat niet menselijk meer is toch?’
Even zag ik hem aarzelen.
‘Je hoeft alleen maar te knikken of nee te schudden.’
Zijn warme handen pakte de mijnen en ik voelde me weer zes jaar oud wachtend op haar verjaardagstaart. Toen knikte hij en wist ik dat mijn leven hoe dan ook nooit meer hetzelfde zou zijn.
Reageer (3)
Jake is lief:D(flower) Hij zou een geschiktte Bff zijn(K)
1 decennium geledenSnel Verderr!
1 decennium geleden'xx <3
Oeeeh! Spannend^^
1 decennium geledenSnel verder (: <3