9. WEIGHTLESS IN LIFE
Edie en Kay zitten in het licht van een lampje en de straatlantaarn op het bed. Edie’s hand in die van Kay verwikkelt.
‘Dus dat hartje op je hand gold voor mij.’
Edie lacht. ‘Ja, slimmerd. Omdat ik elke nacht over je droomde, of ik nu wou of niet.’
‘Hm, dat is best interessant.’ Kay’s duim gaat over de plek waar het hartje getekend stond. Edie’s huid tintelt van elke aanraking. Dan gaat Kay met zijn duim langs haar wang. Zachtjes strijkt hij een plukje haar naar achteren. Hij glimlacht gelukzalig. Zijn vingers gaan langs haar oor, over haar kaak naar haar lippen.
Edie zit als versteend en gesmolten onder zijn liefdevolle aanrakingen. Ze ademt kalm en ingehouden.
‘Je bent zo mooi,’zegt Kay zachtjes. Voor Edie iets tegen zijn woorden in kan brengen geeft hij haar een tedere kus. Die zij met alle liefde beantwoordt.
‘Wat is er?’vraagt Edie als ze Kay’s bedrukte gezicht ziet.
‘Niets,’beweert hij.
‘Wel, ik zie het.’
‘Hm, het is enkel dat ik naar de wc moet.’
‘Nou, dan ga je toch?’
Maar Kay’s uitdrukking blijft gefronst. ‘Ik zou je niet alleen laten.’
‘Ach, je kunt wel naar de wc! De wereld vergaat niet in twee minuten.’ Edie kijkt Kay in zijn ogen. ‘Ga maar.’
‘Ok dan. Ik zal naar de wc gaan en wil je ook iets te drinken?’
‘Graag,’knikt Edie.
Kay laat haar los en kijkt haar afwachtend aan. ‘Ok.’
‘Wel weer bij me terug komen.’ Edie kijkt hem aan met een kleine glimlach.
Kay staat op en lacht lief. ‘Ik beloof dat ik bij je terug kom.’ Dan verdwijnt hij uit de kamer. Edie kijkt hem na. Ze laat haar adem los als hij de deur heeft gesloten.
Deze avond is geweldig. Hij is bijzonder. Hier heeft ze al die tijd van gedroomd. En de werkelijkheid is zoveel mooier. Al blijft ze het gevoel hebben dat alles kan veranderen. Ze blijft een sprankje angst voelen. Maar dat duwt ze zo ver mogelijk weg. Ze wil alleen maar genieten. Genieten van het zweverige gevoel die Kay haar geeft. Het gevoel dat ze bijzonder en speciaal is. Het gevoel van zijn liefde dat zoveel beter voelt dan wat dan ook.
Opeens zit Edie in het donker. Het lampje op het bureau is uit. Er trekken gilletjes door het huis. De muziek is uit en iedereen is in lichte paniek hoort Edie. Ze loopt naar de deur en kijkt op de gang. Daar is het ook donker. Anderen kom hun kamer ook al uit.
‘Stroomuitval,’weet een jongen haar te zeggen als ze vraagt wat er is gebeurd.
Edie haalt haar schouders op, loopt terug de slaapkamer in en sluit de deur achter haar. Stroomuitval stelt niets voor en zal zo wel verholpen zijn, gaat ze vanuit.
Als Kay terug de woonkamer in komt, stroomt die langzaam leeg. Onder luide kreten en kleine paniekerige gilletjes. Aan de rechterkant, achter de bank, staan Tim, Aaron en Daisy te overleggen.
‘Hé, wat is er aan de hand?’vraagt Kay als hij bij hen komt staan.
‘Er is brand.’ Aarons blik is onthutst.
‘Brand?’
‘Ja, door de kortsluiting.’
‘Waar?’ Kay merkt dat zijn ademhaling ongeruster wordt.
‘In de badkamer,’weet Tim.
‘De badkamer?’
‘Ja, er waren daar een paar gasten die per ongeluk een stijltang in het bad hebben laten vallen, samen met een deodorantbus, wat dus zorgde voor een brand.’
Tims verhaal gaat langs Kay heen. De badkamer, die ligt naast de slaapkamer waar Edie zit. ‘Edie..’mompelt hij zachtjes.
‘Die zal al wel buiten zijn,’reageert Aaron.
‘Ja, iedereen brengt zichzelf in veiligheid en gaat naar buiten. Ik zag haar al lopen, geloof ik. Ze kwam van boven en volgens mij zag ze ons niet,’zegt Daisy.
‘Oh.’ Kay kijkt de kamer rond, die steeds meer leeg loopt.
‘Kom, we moeten hier ook weg.’ Aaron heeft zijn arm beschermend om Daisy’s schouders gelegd. Even steekt het in Kay. Hij hoopt dat Edie inderdaad al buiten is.
Buiten staat iedereen verspreid over de stoep, de straat en de tuin. Kay volgt Tim en de andere twee richting de overkant van de straat. Iedereen staat druk te praten over de brand, starend naar het huis.
Kay zoekt met zijn ogen iedereen af. Hij ziet geen Edie. Hij duwt zich ruw verder tussen de vele mensen van zijn school.
‘Jeff, heb je Edie gezien?’ Kay wurmt zich met zijn ellebogen verder.
‘Karen, Edie gezien?’ Maar ook die schudt haar hoofd.
Opeens wijkt iedereen opzij voor twee grote rode brandweerwagens met zwaailichten en een luidt geluid. Ze rijden half het gras op en remmen hard af. Direct springen er een aantal brandweermannen uit de auto en grijpen naar de slang op de wagen.
Kay weet niet wat hij moet doen. Ze is hier niet, wat betekent dat ze nog in de kamer is. Dat betekent dat haar droom uit is gekomen en hij nu moet rennen. Rennen voor haar leven.
Kay bedenkt zich geen moment en rent de straat over. Hij rent tussen de mannen in hun gele pakken door. Ontwijkt de uitstekende armen en woorden van iedereen.
‘Hé, jongeman! Kom terug! Je kunt het huis niet in!’wordt er geroepen.
‘Je speelt me je leven!’roept een andere brandweerman.
Het kan Kay niets schelen. Edie is nog binnen. Ingesloten door het vuur. Hij heeft haar alleen gelaten en het kan elk moment te laat zijn.
Edie loopt rond in de kamer. Het is zo warm, maar ze krijgt het raam niet open. Ze loopt naar de deur om te kijken waar Kay blijft. Als ze die opent blijft ze stokstijf staan met de deurklink nog in haar hand. Voor haar zijn enkel vlammen. Vlammen die al tot aan het plafond reiken. Direct begint ze te hoesten van de rook die in haar gezicht blaast.
Angstig strompelt Edie achteruit. Daarbij struikelt ze over haar eigen voeten en valt hard op haar achterwerk. Tranen prikken in haar ogen en haar keel kietelt verschrikkelijk.
Het is echt. Nu is het echt. Waar is Kay?
De rook prikt in haar ogen. Alles wordt ermee gevuld. De eerste vlammen dringen zich de kamer in. De deur begint langzaam vlam te vatten.
Edie schuift zich met haar armen achteruit, tot haar rug tegen het bed klapt. Ze zweet en rilt tegelijk. Ze rilt van angst.
‘Kay! Help me!’roept Edie zo hard ze kan. Maar al het geluid wordt gesmoord in het alles verterende vuur. Ze weet dat ze haar ogen niet dicht moet doen, maar de rook prikt en de vlammen zijn zo fel.
Edie blijft om Kay roepen. Maar de woorden komen niet boven het knetterende vuurgordijn uit. De paniek verdringt haar gedachten. Haar ademen begint steeds zwaarder te worden. Alles wat ze doet begint meer en meer kracht te kosten.
‘Ka..’ haar schreeuw eindigt in een rochelende, raspende hoest. Droge tranen rollen over haar wangen.
Dit voelt als het einde.. Het einde van de avond. Het einde van de droom.
Maar ze kan.. Kay..
Ze weet dat straks met de vlammen, met de hitte, de dood binnen zal komen. Die zich met het rook vermengt en zich door de kamer zal verspreiden. En dan langzaam, langzaam zijn armen om haar heen zal slaan. Misschien bieden die armen wel veiligheid en kalmte.. Ze voelt de wens van rust en kalmte jeuken. Ze wil zo graag haar ogen dicht doen en weg.
Langzaam zakt haar bewustzijn weg. Het enige wat ze mee krijgt is een fel wit licht. Witter dan wit. Misschien het licht van de dood, waar ze heen moet. Ze is verloren.
Haar ogen zakken dicht en haar lichaam wordt licht.
Reageer (8)
omg spannend ;o
1 decennium geledenI love it <33
1 decennium geledenverder:9~
1 decennium geledenhij is weer super.
:D
1 decennium geledenZe wordt vast wel gered ^^ Anders is het geen happy end, en ik wil wel een happy end
1 decennium geledenVerder!