8. TWISTED SENSES
Als Edie terug de kamer binnen komt van de wc voelt ze iets.. Iets anders. De warmte van de drukte vangt haar. De muziek klink schel en iedereen roept door elkaar.
Haar ogen zoeken Daisy en Aaron, maar ze ziet direct Kay. Kay, even knap en oogverblindend als altijd. Maar met toch dat extraatje. Hij staat daar, aan de andere kant van de kamer, alleen. Het lijkt alsof de hele kamer langs hem heen leeft.
Als Edie hem daar ziet staan in zijn witte blouse wordt het even zwart voor haar ogen. Haar hoofd begint te tollen en ze ziet direct de beelden van haar droom over de brand voor haar ogen flitsen. Ze voelt een koortsachtige warmte en daarna een rilling door zich heen gaan. Ze schudt haar hoofd en haalt diep adem om rustig te worden. Er is niets aan de hand.
Ze ziet dat Kay haar kant op komt. Zijn blik is bedrukt en bedenkelijk. Maar als hij dichterbij komt tekent er zich een glimlach rond zijn mond.
Edie kan niets anders dan een big smile krijgen. Ze weet dat wat er ook komen gaat, het niet minder beangstigend zal zijn omdat hij bij haar is.
Kay wringt zich tussen de jongens en groepjes meiden door en geraakt bij haar, aan de andere kant.
‘Hi,’zegt hij suikerzoet.
Die begroet hem met een glimlach. ‘Ik wist niet dat jij er ook zou zijn.’
‘Maar natuurlijk, er is geen feest als ik er niet bij ben.’ Kay kijkt ondanks zijn grapje wat gespannen en serieus. ‘Dat is waar.’ Edie voelt de spanning tussen hen hangen. Ze moet het hem vertellen, over die droom. Vooral nu alles erop wijst. ‘Ik moet even met je praten,’zegt ze dan.
‘Wat?’ Kay buigt zich naar haar toe.
‘Ik moet met je praten.’
‘Oh, ok. We gaan wel ergens heen waar we elkaar kunnen verstaan,’schreeuwt Kay half. Voorzichtig pakt hij Edie’s hand om haar tussen de menigte door te begeleiden. Het tintelt en geeft Edie lichte vlinders, maar ze roept zichzelf snel tot orde.
Ze lopen samen de trap op en gaan de tweede deur links. Het is een slaapkamer. Kay sluit de deur en knipt daarna een lampje aan. Edie blijft na twee passen staan en draait een rondje om haar eigen as, de kamer bestuderend.
Een rommelig bureau, een fotolijstje. De meubels zijn van donkerbruin gelakt hout en glanzen in het vage licht. Er ligt een sprei op de stoel in de hoek en een shirt. Het bed is opgemaakt, met twee kussens. Van buiten komt er van de straatlantaarn een vaag schijnsel naar binnen. Het geeft een gouden gloed aan Kay’s gezicht.
Edie staat wat onwennig naast Kay.
‘Wil je zitten?’vraagt hij en wijst naar het bed.
Edie knikt en loopt er heen. Zachtjes gaat ze zitten, met een klein krakend geluidje. Kay volgt haar voorbeeld.
‘Ik schaam me eigenlijk dood. Ik weet niet zo goed hoe ik het moet zeggen, maar..’ Edie staart naar haar handen. Ze vouwt ze in elkaar.
‘Zeg maar, ik lach je niet uit.’ Kay’s stem is rustig en kalm.
Als Edie op kijkt naar zijn gezicht wordt ze overspoeld door een gevoel van veiligheid. ‘Eh, nou. Nog voordat je hier heen verhuisde, of in ieder geval een paar dagen voordat ik je had gezien, begon ik over jou te dromen. Heel raar. En toen ik jou dus op school zag schrok ik heel erg, maar was er ook direct iets vertrouwds..’ Edie duwt haar duimen tegen elkaar. ‘Het begint met dat ik je zie op een feest. Jij valt me direct op tussen alle anderen in een witte blouse. Je komt dan op me af en we gaan ergens heen zodat we kunnen praten. Een slaapkamer, waar we op het bed zitten en praten..’ Edie durft Kay niet aan te kijken.
‘Maar dat is hoe de avond tot nu toe verloopt.’ Kay’s stem is vol verbazing.
‘Ja, precies. En daar droomde ik een paar weken terug al over. En elke nacht weer opnieuw.’ Edie kijkt Kay aan. ‘Maar er is nog meer.’ Haar gezicht staat bang.
‘Wat dan?’ Kay’s ogen kijk haar trouw aan. Hij gelooft haar woorden.
‘Er komt een brand. Ik droom elke nacht weer over die brand.’ Edie schudt haar hoofd. ‘Als het vanavond echt zo gaat als in mijn droom, dan komt er straks een brand. En in mijn droom ben jij niet meer bij me en zit ik ingesloten door de vlammen in deze kamer. En ik weet niet of het goed eindigt.’ Edie’s zin eindigt met een klein snikje. ‘Daarna komt er niets meer.’
Edie slikt een traan weg. Ze kijkt Kay nog steeds niet aan. Dan legt Kay zijn hand op haar hand. Edie kijkt op met prikkende tranen achter haar ogen.
‘Elke nacht?’
‘Ja,’knikt Edie. Ze bijt op haar onderlip, maar kan dan toch haar tranen niet meer tegenhouden.
‘Hé, stil maar.’ Kay schuift iets dichter naar haar toe.
‘Maar het is echt een verschrikkelijke droom,’snikt Edie.
Kay trekt haar voorzichtig naar zich toe om haar te troosten. Hij legt zijn armen beschermend om haar heen. Edie’s rug schokt een beetje van haar zachte snikken. Haar hoofd licht zacht tegen Kay’s borst.
‘Het is inderdaad een verschrikkelijke droom. Maar ik beloof je dat het niet zal eindigen. Ik blijf bij je.’ Edie voelt Kay’s wang tegen haar haar. Zijn woorden sussen haar. Zijn woorden beschermen haar tegen haar gedachten.
Ze stopt met snikken en veert terug, zodat ze Kay weer aan kan kijken. ‘Maar hoe kan het dat ik over jou droomde terwijl ik je nog nooit had ontmoet? Hoe kan het dat ik je nu wel ken en deze avond precies zo gaat?’
Kay schudt zijn hoofd. ‘Ik weet het niet.’
Edie veegt langs haar ogen. ‘Ik lijk nu zeker net een wasbeer door die stomme mascara?!’
‘Nee hoor,’glimlacht Kay. ‘En wasberen zijn schattig,’vervolgt hij en pakt Edie’s hand om haar te stoppen met vegen.
Edie glimlacht waterig.
‘Maar, ik heb ook over jou gedroomd,’zegt Kay dan opeens. Zijn toon is serieus. Hij kijkt haar aan. ‘Voordat ik jou had ontmoet droomde ik dat mijn moeder en ik in de auto zaten en we iemand aanreden. Dat meisje in die droom was jij. Die eerste dag dat ik naar school ging voelde ik me anders toen ik naast mijn moeder in de auto zat. Ik herkende het uit de droom en daardoor kon ik mijn moeder net op tijd waarschuwen en reden we je niet aan. Maar je was precies het meisje uit mijn droom.’ Kay kijkt schuldbewust naar Edie’s hand in de zijne.
Edie’s mond staat een beetje open. ‘Echt? Heb je dat gedroomd? Wat eng!’
‘Misschien waarschuwen deze dromen ons voor wat er komen gaat.’ Kay’s blik is bezorgd.
‘Misschien.’ Edie kijkt naar het bureau. Naar het fotolijstje. Er zit een foto in van een man met een klein jongetje, net als in haar droom. Er hangt een shirt over de stoel met spijlen, van Boston, net als in haar droom.
‘Daarom zal ik je niet alleen laten vanavond.’
Edie kijkt Kay direct aan en glimlacht. Kay’s gezicht staat teder en verzachtend.
‘Misschien dromen we over elkaar omdat we elkaars beschermengel zijn en we elkaar waarschuwen, zonder dat we het zelf door hebben,’flapt Edie haar theorie eruit.
Kay glimlacht. Hij brengt Edie’s hand naar zijn mond en zachtjes geeft hij er een kus op. ‘Ik wil met liefde jouw beschermengel zijn.’
Edie kijkt hem aan met een vergouden blik. ‘Echt?’
‘Ja,’fluistert Kay terug. Hij buigt zich langzaam wat naar voren.
Edie komt hem tegemoet. Ze voelt zijn warme adem die ze voorzichtig inademt. Zijn prachtige gezicht, met zijn gouden huid en zijn glinsterende grijs blauwe ogen. Ze sluit haar ogen als Kay’s zachte lippen die van haar raken. Zijn lippen zijn warm en doordrenkt met liefde voor haar. Zachtjes beantwoordt ze zijn kus. Kay legt zijn hand in haar nek, zijn duim strijkt langs haar kaak. Duizend vlinders verspreidden zich door alles van haar lichaam.
Edie weet zeker dat ze nu niet droomt.
Reageer (6)
Lieeff
1 decennium geledensupersupersuper.
1 decennium geledensnel verder:9~
Wauw, zo lief, en zo mooi geschreven,
1 decennium geledenSnel verder~<3
jeeeetje, ik wil meeeeer.
1 decennium geledengaaf geschreven:D
1 decennium geleden