Hoofdstuk 48
Een van de jongens kwam met kleine pasjes naar voren, de enigste jongen die ik niet kon beschrijven want hij liet zijn ogen tot kleine spleetjes staan. Alsof hij me probeerde te herkennen, alsof hij bedeinst was. 'Hier.' zei de jongen die me vasthad en duwde me naar hem. Bende klootzakken. 'Zorg dat ze niets kan doen.' De jongen nam mijn handen vast, duwde ze op mijn rug en trok me tegen zich aan. Inmiddels leken mijn hersenen verdoofd van de angst want ik kon niet helder nadenken. Het enige aan wat ik kon hopen was dat ze snel weggingen en me niet zouden aanranden. 'Doe ermee wat je wilt, Will.' zei de jongen, Nathan? grijnzend en hij en de twee anderen gingen alles doorzoeken. Shit! dacht ik en mijn hart klopte nòg sneller dan eerst, als dat nog zou kunnen. Maar aan mijn rug voelde ik het geklop van zijn hart ook en dus ging het ook als een wilde tekeer. Ik draaide mijn hoof om, om hem te kunnen zien en was er vrijwel zeker van dat hij het terug ging draaien. Maar hij deed het niet. Hij beet op zijn lip en keek me aan. Zijn blik was niet wat ik verwachtte. Ik had koudheid verwacht en stoerheid. En hebberigheid verwacht. Maar zijn ogen stonden droevig en verbaasd en nog iets anders wat ik niet kon thuisbrengen. Mijn lichaam kreeg opeens een schok en ik herkende het. Ik herkende hem. Waar een paar minuten tranen vol stroomden begonnen terug de zoute tranen te lopen. Ik wist niet hoe het kwam, maar blijkbaar waren mijn emoties rechtstreeks in verbinding met mijn traanbuizen. Hij. Het was hém. Ik herkende hem aan zijn ogen, nu. Blauwgroen. De jongen die naar me keek bij het dansen. Mijn hart deed pijn. Het was geen oprechte interesse, het was een boef. Hij keek me geschrokken aan, hij wist dat ik hem herkent had en was geschrokken omdat ik zat te huilen. Zachtjes duwde hij mijn hoofd terug met zijn vingertoppen naar voren. Zachtjes, niet de harde manier zoals de rest. Na een tijdje huilen en scheldwoorden bedenken , moest het kunnen, kwamen de anderen terug met spullen. Nee. Niet dat, niet dit. Ik huilde even met tuiten en werd erg onstuimig. 'Oh, niets aan de hand, Lauryn.' Grijnsde Nathan en zijn gezicht kwam dicht bij mij. Te dicht, veel te dicht. 'Nathan, laat haar nu met rust.' zei hìj met een lage stem.'We hebben alles.' 'Sinds wanneer ga jij het opnemen voor haar, Will?' vroeg de jongen met mijn tas. Hij hield zijn schouders op. 'Kom, we gaan.' 'Dag schatje.' gniffelde Nathan en duwde me op de zetel. 'Als je nu iets doet; dan weet je pang-pang.' Ze keken me allemaal aan en liepen weg. Met mijn spullen, ik was stil, verstijfd van de angst.
Reageer (6)
Omg, je schrijft echt geweldig mooi.
1 decennium geledenEcht gemeen. ö
Wel lief dat Will het voor haar opneemt en haar niets doet, maar toch is hij een crimineel. Maarja, hij blijft knap, toch?
Snel verdér. Hij is echt supergoed.
x
oh gemene jongens Ö
1 decennium geledensnel verder<3
Ocharme,snel verder!
1 decennium geledenOH.MY.GOD.
1 decennium geledenWAT EEEN EIKELS! maar, gelukkig hebben ze haar niets gedaan ;o maar germ, al haar spullen etc ;o
snel verder<3
xxx
Ocharme, k zou zoiets nooit willen voorhebben
1 decennium geleden(ook al is t een verhaal)