Hoofdstuk 10

*bij de meiden + craig*
Amber: yo craig kom je hier woonen of zo.
craig: gezelig. nickita pakt een koffer en zegt ik ga naar mike doei mensen. iedereen: doei. nickita: grapje.
craig: ben weg even me spullen hallen dan maar, dan ben ik van me moeder af ( ja mensen craig woord nog bij zijn moeder) craig is dus weg. nickita: okey deuren op slot. 20 min later staat craig voor de deur naar de deur is op slot. craig: iemand thuis. jodie: niemand thuis. alles 3 geven ze jodie een klap en zeggen nu heeft hij ons toch gehoord. craig loopt naar de jongens. jared: heey wat kom je doen met die koffers. craig: ga bij hun wonnen. jared: wat hoe kan je wonnen bij onze vijand. craig: het is mijn vijand niet.
*bij de meiden*
nickita: ik ga de deur open doen. en ze loopt naar buiten en roept lucht. craig ziet het en komt aan lopen. iedereen nickita wat is er. nickita:"het staat nu in de woonkamer. iedereen: hooi craig. craig: nou ik ben er hoor waar kan ik me koffer zetten. nickita jodie en nahini rennen naar boven en doen hun deur op slot Amber: ow okey waar gaan die heen. craig: geen idee maar ik ga ook naar boven. craig is boven en zegt welk kammer is van mijn?? craig: ow deze is dicht ( nahini haar kammer) de 2 deur zit ook op slot (jodie) 3 kamer zit ook op slot ( nickita) en de 4 deur is open craig: ow deze is open. en hij loopt naar binnen en zet zijn koffers. dan komt Amber naar boven en zegt heey dat is mijn kamer. craig: cool moet allen een ander kleur roze of zo. Amber: wie zegt dat jij in mijn kamer mag pitten. nickita jodie en nahini: wij. amber: ow gezellig. nickita: zou liever iemand anders in me kamer hebben. craig: wat wil je daar mee zegen. nickita: niks hoor. nahini: maar nickit craig slaapt niet eens op je kamer. nickita: daar ben ik wel bij mee.