Hoofdstuk 28
Felicia pov.
Will keek me schaapachtig aan, hoewel ik zag dat hij hem wel wilde helpen. 'Wat?'vroeg hij nietbegrijpend. 'We moeten die faun helpen!'zei ik ongeduldig en keek hem aan. 'Meneer Tumnus?'vroeg hij.'Maar we kunnen niets tegen Jadis doen.' 'Peter Pévensie kon niets doen. Maar Felicia en William, haar .. kinderen wel.' zei ik. 'Skandar is hier nog niet, denk ik. Tumnus wordt in de kerkers gegooid.' Nu keek hij me aan, serieus. Misschien was het wel goed om hem hier te hebben. We waren in een film, die hij op zijn duimpje kende en hij was hier de enige die "kon" acteren. Kon doen alsof. Neen. Tuurlijk niet. Ik haatte hem nog steeds en nu was hij mijn broer! Stom, stom, stom. 'Kom dan mee, nù.'bromde ik en stond op. 'Je moet me niet commanderen.' mompelde hij maar deed het ook. Ik liep naar de deur en duwde die open. Ook die was koud. Ijskoud. Het paleis was geweldig groot. Er waren immens veel kamers en trappen. We zwegen toen we de trappen afliepen omdat we het vertikten met elkaar te praten. Stomme, arrogante, vervelende en ergerlijke Will. Waarom was ik hier met hem gekomen? Ongemerkt greep ik de leuning harder vast. 'De muren zijn van ijs.'zei Will opeens. Ik draaide me om en keek hem verveeld aan. 'Verdommme Will. Dom blondje. Tuurlijk zijn die van ijs. Het is de Witte Heks, de Ijsheks.' 'Sorry, hoor!' zei hij ergerlijk rustig.'Ik zei het maar gewoon. Het viel me op.' Ik opende mijn mond, om iets terug te zeggen, hem echt te beledigen maar hij was me voor. 'Felicia!'riep hij.'Gaan we nu nog lang kibbelen of de faun Tumnus redden?' Ik beet op mijn lip. Stomme idioot. 'Ja, tuurlijk. En weet meneertje wijsneus waar we heen moeten?' Hij rolde met zijn ogen en trok me mee, op goed geluk. En of dat het goed geluk was? 'Had de dochter van Eva nog een broer die Edmund heette?'sneerde de stem van Jadis door de hele hal.'Antwoord, faun!'
Reageer (2)
wooohooow
1 decennium geledenDom blondje. xd
1 decennium geledenWilliam mag wel bij mijn "Ik ben een dom blondje"-club komen.
Snel verdér.
x