4) Narnia?

De volgende dag regende het. Terwijl Susan langs de winkels slenterde, op zoek naar een groenteboer. Helemaal in gedachten liep ze tegen iemand op. Ze keek op,klaar om haar verontschuldiging aan te bieden toen er een schok door haar heen ging, de man waartegen ze was opgebost, die kende ze, uit Narnia. "Tumnus" fluisterde ze. "Ja?" antwoorde de Faun (tenminste als hij een faun was in deze wereld) Susan keek hem verwardt aan, was dit echt de Faun? dat kon niet. Even sloot ze haar ogen, en opende ze weer. De faun was weg. Nog verwarder liep ze terug naar huis. Zonder iets te hebben gekocht. Was de faun weggelopen of verdwenen? Was het haar eigen schuld? Waar was hij nu? Ze probeerde zich iedereen die ze in Narnia had gekend te herrineren, maar er bleven grote gaten. Was Tumnus nou die eerste faun of die generaal? De namen en gezichten haalde ze door elkaar. Voor ze iets zou begrijpen van haar nieuwe avontuur moest ze haar oude avonturen goed herrineren. Eenmaal thuis ging ze naar haar bureau en schreef alles wat ze zich herrinerde op.